Betrouwbare Bronnen

137 – Joeri van den Steenhoven: maak het Groeifonds slimmer, beter en doeltreffender

Betrouwbare Bronnen
09-10-2020

Het Nationaal Groeifonds – ook wel het Wopke/Wiebes fonds genoemd - lijkt iets heel nieuws en spannends. Juist in crisistijd langetermijninvesteringen oppakken: SER-voorzitter Mariëtte Hamer vindt het een heel goed idee, onderstreepte zij in Betrouwbare Bronnen 136. Maar in de politiek klinkt ook aarzeling en soms zelfs negatieve geluiden.
Kan het beter? Hoe kan zo’n fonds nóg meer impact hebben? Kun je de juiste lange termijnprojecten scherp en succesvol kiezen? En hoe doe je dat?’ Er is in Nederland tenminste één iemand die daar alles van weet: Joeri van den Steenhoven, nu vice-voorzitter van Hogeschool Leiden maar daarvoor deed hij in toptechland Canada precies het soort dingen dat het nieuwe Groeifonds zegt te willen bereiken om het toekomstig groei- en verdienvermogen van ons land een stevige en blijvende impuls te geven. Jaap Jansen en PG Kroeger praten met hem.
Joeri van den Steenhoven was van 2013 tot 2018 vicepresident voor systeeminnovatie en directeur van MaRS Solutions Lab in Toronto, Canada. De Canadezen schreven over hem: “Being a systems thinker, he likes to work on wicked problems and find innovative solutions with others.”
Van den Steenhoven komt met een reeks optimaliseringen voor het Fonds, waarbij hij put uit eigen ervaring met vergelijkbare structurele, lange-termijngerichte investeringsprojecten in Finland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en natuurlijk in Canada. De focus van Wopke Hoekstra en Eric Wiebes op drie lange termijn doelstellingen – kennisontwikkeling en menselijk kapitaal, R&D en innovatie en infrastructuur – noemt hij zeker de moeite waard, maar waarschuwt voordrie ‘losse beleidssilo’s’. De Canadese ervaring laat zien dat het naar elkaar toegroeien van innovatie, onderzoek en de wijze van toepassing van nieuwe ontwikkelingen in bestaande organisaties in een geheel het succes ervan bepaalt. Dat bleek zowel bij innovaties in de zorg als die in de toepassingen van nieuwe inzichten en technologieën in de opleiding van mensen.
Nadrukkelijk waarschuwt hij voor ‘de valkuil van zulke investeringsvoorstellen’. Die is in ons land al eens eerder de ondergang geweest van de bij de start goed bedachte investeringen uit de aardgaswinsten (het FES: Fonds Economische Structuurversterking). Dan ontstaat bij departementen, provincies en andere organisaties de neiging delen van dat geld te claimen omdat een ander iets vergelijkbaars toegewezen kreeg. Van den Steenhoven ziet dat gevaar altijd weer opdoemen zodra het om infrastructuur gaat. Dan wil de ene regio een trein of tunnel verbinding omdat een andere die succesvol kon onderbouwen. Ook is het gevaar groot dat bijvoorbeeld de Tweede Kamer zich dan ontfermt over zo’n ‘zielige, achtergestelde regio’ war alleen geen goed, effectief investeringsplan voor bestaat. Als de Kamer bijvoorbeeld een treinverbinding naar Groningen zou gaan eisen die al eerder als niet voldoende effectief is afgewezen, “dan is dat echt fout. Moet je absoluut niet doen!”
Dat geldt ook voor de neiging van ministeries om de eigen financiële pijnpunten toe te schuiven naar zo’n fonds. Als de minister van Onderwijs de gaten in haar begroting via investeringsprojecten in MBO en HBO zou willen dekken “dan moet dat absoluut niet gebeuren”, onderstreept Van den Steenhoven. Investeringen in bestaand beleid en reguliere vraagstukken moet via het normale begrotingsbeleid opgelost worden. Een fonds als dit is er voor echte, eenmalige, grote lange termijn gerichte investeringen die ook niet binnen enkele jaren een soort ‘winst’ moeten opleveren. Zij moeten maatschappelijke vraagstukken, missie-gedreven helpen aanpakken en oplossen. De aanpak via een nadruk op ‘sociale innovatie’ met behulp van de Canadese les van de nadruk op die ‘convergence’ in de lange termijn aanpak is daarbij essentieel voor succes. De Nederlandse neiging om elke zoveel jaar weer een nieuwe aanpak te proberen moet de kop ingedrukt worden.
Het Fonds kan veel baat hebben bij het betrekken van slimme meedenkers en organisaties uit andere landen. “Dat past ook erg bij ons land, Nederland lijkt in dit opzicht ook veel meer op Canada dan wij zelf beseffen.” Daarom zou het slim zijn als het fonds een ‘tussenstructuur’ zou inbouwen à la MaRS in Toronto. Die verbindt dan alle partijen in bedrijfsleven, kennissector en overheden, maar is geen ‘eigendom’ van een van die drie. Dat houdt scherp, de focus helder en kan optimaal lessen ophalen elders in de wereld. Ook een denktank als de Lisbon Council in Brussel kan het Fonds daarbij van grote hulp zijn. “En het geld van die 20 miljard hoeft van mij ook helemaal niet meteen in vijf jaar opgemaakt worden. Ik zie liever heel goed projecten die echt een lange termijn impuls krijgen, dan een verdeelstation dat bezig is met het zo veel mogelijk uitdelen van geld.”
***
Deze aflevering is mede mogelijk gemaakt door Weee Nederland
***
Verder lezen
Kamerbrief over Nationaal Groeifonds
Joeri van den Steenhoven: Het Groeifonds is geen alternatief voor structurele investeringen in onderwijs
Joeri van den Steenhoven op Twitter
***
Verder luisteren
BB 136 - Jarig in coronacrisis: Mariëtte Hamer en Maurice Knijnenburg over 70 jaar SER
BB 47 - Harvard-topman Richard McCullough bezorgd over wetenschap in VS en Nederland
***
Tijdlijn
00:00:00 – Intro
00:02:20 – Deel 1
00:33:22 – Deel 2
01:03:25 – Uitro
01:04:14 - Einde
Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.