De ziel van Parijs

6. Gangsters, hyena's en Hitler

De ziel van Parijs
17-08-2022

De wereld staat alweer in brand, niet eens zo lang na ’14-’18. Er woedt opnieuw een oorlog, in de wereld, in Europa, in Frankrijk en natuurlijk in Parijs. En ook in deze aflevering wordt gevochten, gebombardeerd en gewonnen en verloren. We wandelen door de stad in de sporen van Pierre Bonny en Henri Lafont, van Violette Morris, beter bekend als de hyena van de Gestapo en stappen in een Benz-berline waar we op de achterbank naast Adolf Hitler zitten.
“A partir du 24 décembre, un froid vif envahit toutes les régions du nord et de l’est - cette situation ne s’était pas produite depuis la fin du mois de novembre 1942.” Ook op tweede kerst 1944 vriest het weer de hele dag. Op de troosteloze binnenplaats van de kazerne van Montrouge is de sneeuw al even hard als de kasseien eronder. Als de kleine stoet naar buiten komt, vliegt een vlucht kraaien op. Iemand hoest, een man met een sigaret. Andere mannen dragen een geweer. Achteraan wordt getrokken en gesleurd, iemand wil duidelijk niet verder. Dat is niet omwille van de vrieskou, wel omwille van het vuurpeloton dat klaarstaat. De man met de sigaret laat zich gewillig vastbinden aan de eerste paal, de geweren op zijn hart gericht. Zelfs nu heeft Henri Lafont geen spijt. Net voor het “schouder het geweer” heeft hij de aalmoezenier nog uitgejouwd: “Les cons, faudrait moderniser tout cela. Envoyez une belle Nana à la place d’un curé!”1 Het teken wordt gegeven, de schoten weerkaatsen tegen de kazernemuren. Lafont zakt in elkaar. Zijn kompaan Pierre Bonny spartelt al de hele ochtend tegen, hij kermt en smeekt om genade. Aan de paal laat hij zich zakken, wat het richten bemoeilijkt. Daarom volgt snel het tweede teken. De geweren knallen opnieuw. Ook Bonny is dood.
Ook op de oorlogsdag woensdag 26 april 1944 verwarmt de zon het achterland van Deauville en Honfleur. Het is al een tijd uitzonderlijk droog in Normandië, waardoor opwaaiend stof elke naderende auto van ver verraadt. Het is na zessen. Op de départementale D27, tussen de ingedommelde gehuchtjes Epaignes en Lieurey, zien de mannen de zwarte Citroën traction avant tussen de velden aankoersen. La voilà! La is niet la voiture, maar elle: zij, de vrouw aan het stuur. Violette Morris is op terugweg naar Parijs als plots na een bocht een grote boerenkar dwars over de kasseien rolt. Salvo’s uit machinepistolen doorzeven auto, bestuurder en passagiers. Onder hen Claude en Henri Bailleul, veertien en twaalf. Zes weken voor de landing in Normandië schakelt de résistance de ‘hyena van de Gestapo’ uit. Maar de kinderen…
Het is 6 uur ’s ochtends. Etienne haalt de rolluiken van zijn krantenkiosk
op. Hij heeft hier een uitstekend plekje op het brede trottoir tegenover
het Café de la Paix, waar de boulevard des Capucines uitmondt op de
place de l’Opéra. Of hád. Want er komt steeds minder volk, nu veel van
zijn klanten Parijs zijn ontvlucht. Vandaag is het 23 juni 1940, en dat
is toch een speciale dag, vindt Etienne. Daags voordien ondertekende
Frankrijk de wapenstilstand met de Duitsers, en hoewel ze nu al negen
dagen in de stad zijn, heeft hij zelf nog geen boches gezien. Hij schikt zijn
dagbladen voor zijn vroege klanten, als plots motorengeronk zijn routine
verstoort. Hij versteent: “Mon dieu, c’est lui. L’homme qui vient de faire
tomber la France!” Onder een veel te grote pet herkent Etienne hem aan
het snorretje.
Stemmen: Dirk Velghe en Rik Van Puymbroeck
Scenario en regie: Karel Dierickx en Anne-Sophie Moerman
Montage: Stef Lenaerts
Mix en muziek: Jordan Hudson
Extra stemmen: Anne-Sophie Moerman, Bert Rymen
Alle originele muziek in deze aflevering werd gecomponeerd en gearrangeerd door Jordan Hudson.
 
See omnystudio.com/listener for privacy information.