Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 190 Het Licht Van De Heilige Relatie

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
23-09-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

VI. Het licht van de heilige relatie

1. Wil je vrijheid van lichaam of van denkgeest? Je kunt ze immers niet allebei hebben. Welke acht jij van waarde? Welke is jouw doel? Want het ene zie je als middel, het andere als doel. En het ene dient het andere te dienen en tot het overwicht ervan te leiden, waarbij het het belang daarvan vermeerdert door dat van zichzelf te verminderen. Middelen dienen het doel, en als het doel bereikt is, neemt de waarde van de middelen af en stort die totaal in wanneer wordt ingezien dat ze geen functie meer hebben. Er is niemand die niet naar vrijheid smacht en die tracht te vinden. Maar hij zal ernaar zoeken waar hij meent dat ze is en kan worden gevonden. Hij acht of vrijheid van denkgeest of van lichaam mogelijk, en hij zal de andere aan zijn keuze dienstbaar maken, als middel om die te vinden.
2. Waar voor de vrijheid van het lichaam is gekozen, wordt de denkgeest als middel gebruikt, waarvan de waarde ligt in zijn vermogen manieren uit te broeden om de vrijheid van het lichaam te verwerven. Maar vrijheid van lichaam heeft geen betekenis, en dus wordt de denkgeest aan het dienen van illusies gewijd. Dit is zo’n tegenstrijdige en onmogelijke situatie, dat wie hiervoor kiest, er geen idee van heeft wat waardevol is. Maar zelfs in deze verwarring, die zo intens is dat ze niet kan worden beschreven, wacht de Heilige Geest met zachtmoedig geduld, even zeker van het resultaat als Hij zeker is van de Liefde van Zijn Schepper. Hij weet dat deze waanzinnige beslissing werd genomen door iemand die aan Zijn Schepper even dierbaar is als de liefde dit is aan zichzelf.
3. Wees allerminst verontrust wanneer je nadenkt over hoe Hij de rol van middel en doel zo makkelijk kan veranderen in wat God liefheeft en voor eeuwig wil dat vrij is. Maar wees eerder dankbaar dat jij het middel kunt zijn om Zijn doel te dienen. Dat is de enige dienstbaarheid die tot vrijheid leidt. Om dit doel te dienen moet het lichaam als zondeloos worden gezien, want zondeloosheid is het doel. Het ontbreken van tegenstrijdigheid maakt de zachte overgang van middel naar doel even makkelijk als de omslag van haat naar dankbaarheid voor vergevende ogen. Je zult door je broeder worden geheiligd, door je lichaam alleen te gebruiken om de zondelozen te dienen. En het zal onmogelijk zijn dat jij haat wat hem dienstbaar is die jij genezen wilt.
4. Deze heilige relatie, lieflijk in haar onschuld, machtig in haar kracht, en met een oogverblindend licht veel helderder dan de zon die de hemel verlicht die jij ziet, is door je Vader verkozen tot middel voor Zijn eigen plan. Wees dankbaar dat ze dat van jou in het geheel niet dient. Niets wat eraan wordt toevertrouwd kan worden misbruikt, en er is niets wat eraan gegeven wordt waar geen gebruik van wordt gemaakt. Deze heilige relatie heeft de macht alle pijn te genezen, ongeacht de vorm daarvan. Noch jij, noch je broeder kan zonder de ander ook maar enigszins dienstbaar zijn. Genezing kan alleen in jullie gezamenlijke wil worden gevonden. Want hierin ligt je genezing, en hier zul je de Verzoening aanvaarden. En in jouw genezing is het Zoonschap genezen, omdat jouw wil en die van je broeder verbonden zijn.
5. Ten overstaan van een heilige relatie is er geen zonde. De vorm van de dwaling wordt niet langer gezien en de rede, verbonden met de liefde, kijkt kalm naar al die verwarring, en stelt slechts vast: ‘Dit was een vergissing.’ En dan corrigeert dezelfde Verzoening die jij in je relatie hebt aanvaard de dwaling en legt er een deel van de Hemel voor in de plaats. Hoe gezegend ben jij die toelaat dat deze gave wordt gegeven! Elk deel van de Hemel dat jij brengt wordt jou gegeven. En iedere lege plaats in de Hemel die jij opnieuw vult met het eeuwige licht dat je brengt, straalt nu op jou. De middelen van de zondeloosheid kunnen geen angst kennen, want ze brengen louter liefde met zich mee.
6. Kind van de vrede, het licht is tot jou gekomen. Het licht dat je brengt herken je niet, en toch zul jij je het herinneren. Wie kan zichzelf de visie ontzeggen die hij anderen brengt? En wie zou er nalaten een gave te herkennen die hij door zijn toedoen in de Hemel neer laat leggen? De liefdevolle dienst die jij de Heilige Geest bewijst is een dienst aan jezelf. Jij die nu Zijn middel bent, dient alles lief te hebben wat Hij liefheeft. En wat jij brengt, is jouw herinnering van al wat eeuwig is. Geen spoor van wat ook in de tijd kan lang blijven bestaan in een denkgeest die het tijdloze dient. En geen enkele illusie kan de vrede verstoren van een relatie die het middel voor vrede geworden is.
7. Wanneer jij naar je broeder hebt gekeken met totale vergeving, waar geen enkele dwaling van uitgesloten wordt en waarvoor niets verborgen wordt gehouden, welke vergissing kan er dan nog ergens bestaan waaraan jij niet voorbij zou kunnen zien? Welke vorm van lijden kan jouw zicht belemmeren, en je verhinderen daarachter te zien? En welke illusie kan er zijn die jij niet als vergissing zult herkennen, een schaduw waar je volkomen onverschrokken doorheen wandelt? God wil dat niets hen in de weg staat wier wil de Zijne is, en ze zullen inzien dat hun wil de Zijne is, doordat ze Zijn Wil dienen. En die gewillig dienen. En kan de herinnering van wat ze zijn nog lang worden uitgesteld?
8. Jij zult jouw waarde door de ogen van je broeder zien, en ieder wordt bevrijd als hij in plaats van de aanvaller die hij dacht te zien, zijn verlosser ziet. Door deze bevrijding wordt de wereld bevrijd. Dit is jouw aandeel in het brengen van vrede. Want jij hebt gevraagd wat jouw functie hier is, en je hebt antwoord gekregen. Probeer die niet te veranderen, en er ook geen ander doel voor in de plaats te stellen. Deze werd jou gegeven, en deze alleen. Aanvaard deze ene en dien haar bereidwillig, want wat de Heilige Geest doet met de gaven die jij je broeder schenkt, aan wie Hij die aanbiedt, waar en wanneer, bepaalt Hij. Hij zal ze daar schenken waar ze ontvangen en verwelkomd worden. Hij zal ze stuk voor stuk gebruiken voor de vrede. Noch zal de minste glimlach, of de bereidwilligheid om aan de nietigste vergissing voorbij te zien, voor iemand verloren gaan.
9. Wat kan het anders zijn dan een universele zegen om te kijken naar wat jouw Vader met barmhartigheid liefheeft? Vergeving uitbreiden is de functie van de Heilige Geest. Laat dat aan Hem over. Laat het alleen jouw zorg zijn Hem te geven wat kan worden uitgebreid. Bewaar geen duistere geheimen die Hij niet kan gebruiken, maar schenk Hem de kleine gaven die Hij voor eeuwig uitbreiden kan. Hij zal ze elk aanvaarden en er een machtige kracht voor de vrede van maken. Hij zal ze geen enkele zegen onthouden, of ze op enige manier beperken. Hij zal er alle macht aan toevoegen die God Hem gegeven heeft, om elke bescheiden gave van liefde tot een bron van genezing voor iedereen te maken. Elke bescheiden gave die jij je broeder schenkt, doet de wereld oplichten. Bekommer je niet om de duisternis; wend je blik ervan af en richt die op je broeder. En laat de duisternis verdreven worden door Hem die het licht kent, en dat met zachtheid in iedere stille glimlach van geloof en vertrouwen legt waarmee jij je broeder zegent.
10. Van wat jij leert hangt het welzijn van de wereld af. En het is slechts arrogantie die de macht van jouw wil zou ontkennen. Of denk je dat de Wil van God machteloos is? Is dit nederigheid? Je ziet niet wat deze overtuiging heeft aangericht. Jij ziet jezelf als kwetsbaar, broos en makkelijk vernietigbaar, en overgeleverd aan de genade van talloze belagers die machtiger zijn dan jij. Laten we onomwonden kijken hoe deze dwaling is ontstaan, want hier ligt het zware anker begraven dat de angst voor God – onbeweeglijk en vast als een rots – op zijn plaats lijkt te houden. Zolang die blijft bestaan, zal het zo lijken.
11. Wie kan Gods Zoon aanvallen zonder zijn Vader aan te vallen? Hoe kan de Zoon van God zwak en broos en makkelijk te vernietigen zijn, tenzij zijn Vader dat ook is? Jij ziet niet in dat iedere zonde en iedere veroordeling die jij waarneemt en rechtvaardigt wel degelijk een aanval op jouw Vader is. En dat is de reden waarom het niet is gebeurd, noch werkelijkheid kan zijn. Jij ziet niet in dat dit jouw poging is, omdat je denkt dat de Vader en de Zoon gescheiden zijn. En je moet wel denken dat Zij gescheiden zijn, vanwege je angst. Want het lijkt veiliger een ander of jezelf aan te vallen dan een aanval te doen op de grote Schepper van het universum, wiens macht jij kent.
12. Als jij één was met God en dit eenzijn erkende, zou je weten dat Zijn macht de jouwe is. Maar jij zult je dit niet herinneren, zolang je gelooft dat enig soort aanval iets te betekenen heeft. Die is in geen enkele vorm gerechtvaardigd, omdat hij geen betekenis heeft. De enige manier waarop die gerechtvaardigd zou kunnen zijn, is als jij en je broeder van elkaar, en allen van jullie Schepper gescheiden waren. Want alleen dan zou het mogelijk zijn een deel van de schepping aan te vallen zonder het geheel, of de Zoon zonder de Vader, of een ander zonder jezelf, of jezelf te kwetsen zonder dat de ander pijn voelt. En dit is de overtuiging die jij wilt. Maar waarin schuilt haar waarde, behalve in het verlangen om in veiligheid aan te vallen? Aanvallen is veilig noch gevaarlijk. Het is onmogelijk. En dit is zo omdat het universum één is. Je zou niet kiezen om zijn werkelijkheid aan te vallen als een aanval erop niet volstrekt noodzakelijk was om het gescheiden te zien van zijn maker. Zodoende lijkt het alsof liefde kan aanvallen en angstaanjagend kan worden.
13. Alleen zij die verschillen kunnen aanvallen. Zo kom jij tot de conclusie dat, omdat je kunt aanvallen, jij en je broeder verschillend moeten zijn. De Heilige Geest legt dit echter anders uit. Omdat jij en je broeder niet verschillend zijn, kun je niet aanvallen.