Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 202 De Verlossing Van Angst

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
11-10-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

VI. De verlossing van angst

1. In tegenwoordigheid van jouw broeders heiligheid is de wereld stil, en daalt er vrede over haar neer in een lieflijkheid en zegening zo compleet, dat niet één spoortje strijd overblijft om jou te kwellen in het duister van de nacht. Hij is het die jou verlost van de dromen van angst. Hij is het die jou geneest van je gevoel van opoffering, en van de angst dat wat jij hebt, verstrooid zal raken door de wind en tot stof vergaan. In hem vind jij de zekerheid dat God hier is, en met jou nu. Terwijl hij is wat hij is, kun jij er zeker van zijn dat God kenbaar is en door jou zal worden gekend. Want Hij kan Zijn eigen schepping nooit verlaten. En het teken dat dit zo is vind jij in jouw broeder, jou geschonken opdat al je twijfels over jezelf zouden verdwijnen in tegenwoordigheid van zijn heiligheid. Zie in hem Gods schepping. Want in hem wacht zijn Vader op jouw erkenning dat Hij jou als deel van Hem geschapen heeft.
2. Zonder jou zou er een gemis zijn in God, een incomplete Hemel, een Zoon zonder Vader. Universum noch werkelijkheid zouden kunnen bestaan. Wat God wil is namelijk heel en deel van Hem, want Zijn Wil is Eén. Er is niets wat leeft dat geen deel van Hem is, en er is niets dat is of het leeft in Hem. De heiligheid van jouw broeder toont je dat God één is met hem en met jou, en dat wat hij heeft het jouwe is omdat jij niet van hem, noch van zijn Vader gescheiden bent.
3. Niets gaat er in heel het universum voor jou verloren. Niets is er wat God geschapen heeft dat Hij niet liefdevol voor jou heeft neergelegd, als voor eeuwig het jouwe. En geen enkele Gedachte in Zijn Denkgeest ontbreekt in die van jou. Het is Zijn Wil dat jij Zijn Liefde voor jou deelt, en jezelf even liefdevol beziet als Hij Zich jou heeft ingedacht voor de wereld begon, en zoals Hij jou nog steeds kent. God verandert niet van Gedachten over Zijn Zoon door een voorbijgaande omstandigheid die in de eeuwigheid waar Hij, en jij samen met Hem, verblijf houdt geen betekenis heeft. Jouw broeder is zoals Hij hem heeft geschapen. En dit is het wat jou van een wereld verlost die Hij niet geschapen heeft.
4. Vergeet niet dat de genezing van Gods Zoon het enige is waartoe de wereld dient. Dat is de enige bedoeling die de Heilige Geest erin ziet, en dus de enige die ze heeft. Totdat jij de genezing van de Zoon als het enige ziet wat je wenst dat door de wereld, de tijd en alle verschijningsvormen wordt volbracht, zul jij zowel de Vader als jezelf niet kennen. Want je zult de wereld aanwenden voor wat niet haar bedoeling is, en zult niet ontkomen aan haar wetten van geweld en dood. Toch is het jou gegeven om boven haar wetten te staan, in alle opzichten, op iedere manier en in elke omstandigheid, in elke verleiding om iets te zien wat er niet is, en in heel het geloof dat Gods Zoon pijn kan lijden omdat hij zichzelf ziet zoals hij niet is.
5. Kijk naar jouw broeder, en zie in hem heel de ommekeer van de wetten die deze wereld lijken te regeren. Zie in zijn vrijheid de jouwe, want zo is het. Laat zijn speciaalheid niet de waarheid in hem verdoezelen, want niet één wet des doods waaraan jij hem bindt, zul jij ontlopen. En er is niet één zonde die jij in hem ziet, of ze houdt jullie beiden in de hel. Maar zijn volmaakte zondeloosheid zal jullie beiden bevrijden, want heiligheid is volstrekt onpartijdig, en heeft maar één oordeel geveld over al wat ze ziet. En dat wordt niet door haarzelf geveld, maar via de Stem die namens God spreekt in al wat leeft en Zijn Wezen deelt.
6. Het is Zijn zondeloosheid die ziende ogen kunnen aanschouwen. Het is Zijn lieflijkheid die ze in alles zien. En het is naar Hem dat ze overal uitkijken, en ze vinden beeld noch plaats noch tijd waar Hij niet is. In de heiligheid van jouw broeder, het volmaakte kader voor jouw verlossing en die van de wereld, is de stralende herinnering gezet van Hem in Wie jouw broeder leeft, en jij samen met hem. Laat je ogen niet verblind worden door de sluier van speciaalheid die het gelaat van Christus voor hem en jou verborgen houdt. En laat de angst voor God jou niet langer de visie onthouden die bedoeld was om door jou te worden gezien. Het lichaam van jouw broeder laat jou niet de Christus zien. Die is in zijn heiligheid tentoongespreid.
7. Kies dus zijn lichaam of zijn heiligheid als wat jij wenst te zien, en wat je kiest is wat er voor jou te zien valt. Maar je zult in talloze situaties en in de loop der tijd die geen einde lijkt te hebben, kiezen totdat de waarheid jouw beslissing is. Want de eeuwigheid wordt niet herwonnen door eens te meer Christus in hem te verloochenen. En waar is jouw verlossing, als hij slechts een lichaam is? Waar is jouw vrede behalve in zijn heiligheid? En waar is God Zelf anders dan in dat deel van Hem dat Hij voor immer in de heiligheid van jouw broeder heeft geplaatst, opdat jij de waarheid omtrent jezelf zou kunnen zien, eindelijk uiteengezet in bewoordingen die je herkende en begreep?
8. De heiligheid van jouw broeder is sacrament en zegening voor jou. Zijn dwalingen kunnen Gods zegen niet aan hem onthouden, noch aan jou die hem waarlijk ziet. Zijn vergissingen kunnen uitstel teweegbrengen, waarvan het jou gegeven is dat van hem weg te nemen, opdat jullie beiden een reis mogen beëindigen die nooit begonnen is, en geen eind vereist. Wat nooit was, is geen deel van jou. Toch zul je denken dat dit wel zo is, tot je beseft dat het geen deel uitmaakt van hem die naast jou staat. Hij is de spiegel van jezelf, waarin jij het oordeel ziet dat jij over jullie beiden hebt uitgesproken. De Christus in jou aanschouwt zijn heiligheid. Jouw speciaalheid kijkt naar zijn lichaam, en ziet hem niet.
9. Zie hem als wat hij is, opdat jouw bevrijding niet lang op zich laat wachten. Een zinloze omzwerving, zonder doel en zonder dat er ook maar iets wordt bereikt, is al wat die andere keuze jou bieden kan. De nutteloosheid van een niet vervulde functie zal jou kwellen zolang jouw broeder ligt te slapen, totdat wat jou werd toegewezen is volbracht, en hij uit het verleden is verrezen. Hij die zichzelf veroordeeld heeft, en jou evengoed, is jou toevertrouwd om van veroordeling te worden verlost, samen met jou. En jullie beiden zullen Gods glorie zien in Zijn Zoon, die jij voor vlees hebt aangezien en gebonden hebt aan wetten die niet de minste macht uitoefenen over hem.
10. Zou jij niet met blijdschap willen inzien dat deze wetten niet voor jou zijn bestemd? Zie hem dan ook niet als gevangene daarvan. Het kan niet zo zijn dat wat een deel van God regeert niet ook geldt voor heel de rest. Je stelt jezelf onder wetten die jij over hem ziet heersen. Bedenk dan hoe groot Gods Liefde voor jou moet zijn, dat Hij jou een deel van Hemzelf gegeven heeft om jou van pijn te verlossen en je geluk te brengen. En twijfel er nooit aan dat jouw speciaalheid zal verdwijnen voor de Wil van God, die elk deel van Hem met gelijke liefde en aandacht liefheeft. De Christus in jou kan jouw broeder waarlijk zien. Zou jij kiezen tegen de heiligheid die Hij ziet?
11. Speciaalheid is de functie die jij jezelf gegeven hebt. Ze geldt voor jou alleen, als een zelfgeschapen, zichzelf handhavend iets dat niets nodig heeft, en met niets buiten het lichaam verbonden is. In haar ogen ben jij een afzonderlijk universum, dat over alle macht beschikt om zichzelf in zichzelf compleet te houden, en daarbij elke ingang tegen indringing afgesloten en ieder venster tegen het licht vergrendeld heeft. Alsmaar aangevallen en aldoor razend, en met een altijd volkomen gerechtvaardigde woede heb jij dit doel nagejaagd met een waakzaamheid die je nooit dacht op te geven, en met een inspanning die je nooit dacht te staken. En heel deze grimmige vasthoudendheid diende hiertoe: je wilde dat speciaalheid de waarheid was.
12. Nu wordt jou slechts gevraagd een ander doel na te streven, met veel minder waakzaamheid, met weinig inspanning en weinig tijd, en met de kracht van God, die het instandhoudt en succes belooft. Maar van de twee is het juist deze die jij het moeilijkst vindt. Het ‘offer’ van het zelf begrijp je, en deze prijs acht je ook niet te zwaar. Maar een heel klein beetje bereidwilligheid, een knikje in Gods richting of een groet aan de Christus in jou vind je een vermoeiende en vervelende last, te zwaar om te dragen. Maar voor de toewijding aan de waarheid zoals God die heeft gegrondvest wordt geen offer gevraagd, geen spanning opgeroepen, en heel de kracht van de Hemel en de macht van de waarheid zelf worden geschonken om het middel te verschaffen en te garanderen dat het doel wordt bereikt.
13. Jij die gelooft dat het makkelijker is je broeders lichaam te zien dan zijn heiligheid, vergewis je ervan dat jij begrijpt wat tot dit oordeel kwam. Hier wordt de stem van de speciaalheid duidelijk gehoord, die tegen de Christus oordeelt en voor jou uiteenzet welk doel je kunt bereiken, en wat je niet kunt doen. Vergeet niet dat dit oordeel geldt voor wat jij verricht met haar als bondgenoot. Want ze heeft geen weet van wat jij verricht door Christus. Voor Hem is dit oordeel totaal zinloos, want alleen wat Zijn Vader wil is mogelijk, en voor Hem valt er geen alternatief te zien. Uit het feit dat het Hem aan conflict ontbreekt vloeit jouw vrede voort. En van Zijn doel stamt het middel voor moeiteloze verwezenlijking en rust.