Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 195 Boven Het Slagveld

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
30-09-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

IV. Boven het slagveld

1. Blijf niet in conflict, want zonder aanval is er geen oorlog. De angst voor God is angst voor het leven, niet voor de dood. Toch blijft Hij het enige oord van geborgenheid. In Hem is geen aanval; en geen enkele illusie, in wat voor vorm ook, waart rond in de Hemel. De Hemel is helemaal waar. Geen enkel verschil dringt daar binnen, en wat allemaal hetzelfde is kan niet in conflict zijn. Er wordt je niet gevraagd te vechten tegen je moordzucht. Maar er wordt jou wel gevraagd je er rekenschap van te geven dat achter de vorm die deze aanneemt dezelfde intentie schuilgaat. En dat is wat jij vreest, niet de vorm. Wat geen liefde is, is moord. Wat niet liefdevol is, moet een aanval zijn. Elke illusie is een aanslag op de waarheid en elk doet het idee van liefde geweld aan, omdat die gelijk in waarheid lijkt te zijn.
2. Wat kan gelijk aan de waarheid zijn en toch ervan verschillen? Moord en liefde zijn onverenigbaar. Maar als ze beide waar zijn, dan moeten ze hetzelfde en niet van elkaar te onderscheiden zijn. Dat zal het geval zijn voor hen die Gods Zoon als lichaam zien. Want het is niet het lichaam dat op de Schepper van de Zoon gelijkt. En wat levenloos is kan niet de Zoon des Levens zijn. Hoe kan een lichaam worden uitgebreid om het universum te bevatten? Kan het scheppen, en zijn wat het schept? En kan het zijn scheppingen alles schenken wat het is zonder ooit verlies te lijden?
3. God deelt Zijn functie niet met een lichaam. Hij schonk de functie tot scheppen aan Zijn Zoon, omdat ze de Zijne is. Het is niet zondig te geloven dat de functie van de Zoon moord is, maar het is wel waanzin. Wat hetzelfde is kan geen verschillende functie hebben. Schepping is het middel voor Gods uitbreiding, en wat van Hem is, is beslist ook van Zijn Zoon. Ofwel zijn de Vader en de Zoon allebei moordenaars, of geen van beiden. Leven maakt geen dood, aangezien het schept zoals het zelf is.
4. Het lieflijke licht van je relatie is als de Liefde van God. Het kan de heilige functie die God Zijn Zoon gegeven heeft nog niet op zich nemen, want vooralsnog is jouw vergeving van je broeder niet totaal, en dus kan ze niet naar heel de schepping worden uitgebreid. Elke vorm van moord en aanval die jou nog bekoort en die jij niet als zodanig herkent, beperkt de genezing en de wonderen die jij bij machte bent naar alles en iedereen uit te breiden. De Heilige Geest weet echter hoe Hij jouw kleine gaven tot iets machtigs kan laten uitgroeien. Ook weet Hij hoe jouw relatie boven het slagveld wordt uitgetild, niet langer er middenin. Dit is jouw aandeel: beseffen dat moord in welke vorm ook niet jouw wil is. Het slagveld overzien is nu je doel.
5. Laat je optillen en kijk er vanaf een hoger standpunt op neer. Vandaaruit zal jouw perspectief heel anders zijn. Hier, er middenin, lijkt het werkelijkheid. Hier heb je gekozen er deel van te zijn. Hier is moord jouw keuze. Maar van bovenaf valt de keus op wonderen in plaats van moord. En het perspectief dat uit deze keuze voortkomt, toont jou dat de strijd niet werkelijk is en makkelijk kan worden ontlopen. Lichamen kunnen strijden, maar de botsing van vormen betekent niets. En die is voorbij wanneer jij beseft dat die nooit begonnen is. Hoe kan een strijd als niets worden gezien wanneer jij eraan deelneemt? Hoe kan de waarheid van wonderen worden herkend als moord jouw keuze is?
6. Wanneer de verleiding om aan te vallen de kop opsteekt om je denkgeest te verduisteren en moordzuchtig te maken, herinner je dan dat je de strijd van bovenaf kunt zien. Zelfs in vormen die je niet herkent, ken je de tekenen. Er is een steek van pijn, een knagend schuldgevoel en bovenal een verlies aan vrede. Dit ken je goed. Wanneer die zich voordoen, verlaat dan niet jouw hoge plek, maar kies snel een wonder in plaats van moord. En God Zelf en alle lichten van de Hemel zullen zich liefdevol naar je toebuigen en je hooghouden. Want jij hebt ervoor gekozen te blijven waar Hij wilde dat jij was en waar geen enkele illusie de vrede van God tezamen met Zijn Zoon kan aanvallen.
7. Bekijk niemand vanaf het strijdtoneel, want daar kijk je naar hem vanuit het niets. Dan heb je geen referentiepunt vanwaaruit je kunt kijken, waar betekenis kan worden gegeven aan wat je ziet. Want alleen lichamen kunnen aanvallen en moorden, en als dit je doel is moet je wel één met ze zijn. Alleen een doel verenigt en zij die een gezamenlijk doel hebben, zijn eensgezind in hun denken. Het lichaam heeft geen doel van zichzelf en moet wel solitair zijn. Van onderaf kun je het niet te boven komen. Van bovenaf zijn de grenzen die het oplegt aan hen die nog steeds in strijd verwikkeld zijn, weggevallen en worden ze niet waargenomen. Het lichaam staat tussen de Vader en de Hemel die Hij voor Zijn Zoon geschapen heeft in, omdat het geen doel heeft.
8. Bedenk wat er wordt gegeven aan hen die hun Vaders doel delen, en weten dat dit het hunne is. Ze komen niets te kort. Ieder soort verdriet is ondenkbaar. Alleen het licht dat ze liefhebben is in hun bewustzijn, en alleen liefde straalt hun eeuwig toe. Zij is hun verleden, hun heden en hun toekomst; steeds dezelfde, eeuwig compleet en volkomen gemeenschappelijk. Ze weten dat het onmogelijk is dat hun geluk ooit enige vorm van verandering zou kunnen ondergaan. Misschien denk je dat het slagveld jou iets te winnen zou kunnen geven. Kan het iets zijn dat jou een volmaakte rust biedt, en een gevoel van liefde zo intens en kalm dat geen greintje twijfel je zekerheid ooit verstoren kan? En dat eeuwig zal duren?
9. Zij die de kracht van God in hun bewustzijn dragen, kunnen nooit aan strijd denken. Wat zouden ze kunnen winnen behalve het verlies van hun volmaaktheid? Want alles waar op het slagveld om gevochten wordt is van het lichaam: iets wat het lijkt aan te bieden of te bezitten. Niemand die weet dat hij alles heeft kan naar beperking streven, of waarde hechten aan wat het lichaam biedt. De onzinnigheid van de verovering is vanuit de vredige sfeer boven het slagveld overduidelijk. Wat kan met alles strijden? En wat ter wereld heeft minder te bieden en is toch begerenswaardiger? Wie, die zich door Gods Liefde gedragen weet, kan de keuze tussen wonderen en moord moeilijk vinden?