Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 212 Rechtvaardigheid Tot De Liefde Teruggekeerd

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
25-10-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

VIII. Rechtvaardigheid tot de liefde teruggekeerd

1. De Heilige Geest kan alles wat je Hem geeft voor jouw verlossing gebruiken. Maar wat jij achterhoudt kan Hij niet gebruiken, want zonder jouw bereidwilligheid kan Hij het niet van jou wegnemen. Want deed Hij dat wel, dan zou jij geloven dat Hij het jou tegen je wil ontwrongen heeft. En zo zou je niet leren dat het jouw wil is om er vrij van te zijn. Je hoeft het Hem niet volkomen gewillig te geven, want als je dat kon, zou je Hem niet nodig hebben. Maar dit heeft Hij nodig: dat jij er de voorkeur aan geeft dat Hij het neemt dan dat jij het alleen voor jezelf houdt, en erkent dat je niet weet wat het is dat niemand verlies brengt. Zoveel dient toegevoegd te worden aan het idee dat niemand kan verliezen opdat jij wint. Meer niet.
2. Dit is het enige principe dat voor verlossing nodig is. Ook is het niet noodzakelijk dat jouw geloof erin sterk en onwankelbaar is, en niet aangevallen wordt door alle overtuigingen die daaraan tegengesteld zijn. Jij kent geen vaste trouw. Bedenk echter wel dat verlossing niet nodig is voor wie is verlost. Je wordt niet opgeroepen iets te doen wat iemand die nog steeds tegen zichzelf verdeeld is, onmogelijk zou vinden. Heb weinig vertrouwen dat er wijsheid gevonden kan worden in een dergelijke staat van denken. Maar wees wel dankbaar dat jou slechts weinig vertrouwen wordt gevraagd. Wat anders dan een weinig vertrouwen blijft er over voor hen die nog steeds in zonde geloven? Wat zouden zij van de Hemel kunnen weten en van de rechtvaardigheid van hen die zijn verlost?
3. Er is een vorm van rechtvaardigheid in de verlossing waarvan de wereld geen weet heeft. Voor de wereld zijn rechtvaardigheid en wraak hetzelfde, want zondaars zien rechtvaardigheid enkel als hun straf, misschien door iemand anders doorstaan, maar niet ontlopen. De wetten van de zonde eisen een slachtoffer. Wie dat zal zijn maakt weinig verschil. Maar de dood zal de prijs zijn en die zal worden betaald. Dit is geen rechtvaardigheid, maar waanzin. Maar hoe kan rechtvaardigheid zonder waanzin worden gedefinieerd, waar liefde haat betekent, en de dood als overwinning en zege wordt gezien over de eeuwigheid, de tijdloosheid en het leven?
4. Jij die geen weet hebt van rechtvaardigheid kunt daar nog altijd om vragen en het antwoord vernemen. Rechtvaardigheid kijkt naar allen op dezelfde manier. Het is niet rechtvaardig dat iemand moet missen wat een ander heeft. Want dat is wraak, ongeacht de vorm. Rechtvaardigheid vraagt geen offer, want elk offer wordt gebracht om de zonde te behouden en te bewaren. Het is een vergoeding waarmee de prijs van de zonde wordt vereffend, maar niet de totale prijs. De rest wordt bij een ander weggehaald, en naast jouw kleine vergoeding gelegd, als ‘zoenoffer’ voor al wat jij behouden en niet opgeven wilt. Zo wordt jij ten dele als het slachtoffer gezien, maar iemand anders voor het overgrote deel. En hoe groter het zijne, des te kleiner het jouwe in de totale prijs. En daar rechtvaardigheid blind is, is ze pas verzadigd wanneer ze is betaald, door wie doet niet ter zake.
5. Kan dit rechtvaardigheid zijn? God heeft hier geen weet van. Maar rechtvaardigheid kent Hij wel, en wel heel goed. Want Hij is jegens ieder volkomen eerlijk. Wraak is Gods Denkgeest wezensvreemd, omdat Hij rechtvaardigheid kent. Rechtvaardig zijn betekent eerlijk zijn, niet wraakzuchtig. Eerlijkheid én wraak zijn onmogelijk, want elk is met de ander in tegenspraak en ontkent dat die werkelijk is. Het is voor jou onmogelijk de rechtvaardigheid van de Heilige Geest te delen met een denkgeest die zich van speciaalheid zelfs maar een voorstelling kan maken. Hoe zou Hij echter rechtvaardig kunnen zijn als Hij een zondaar veroordeelt voor misdaden die deze niet heeft begaan, maar meent te hebben begaan? En waar zou rechtvaardigheid zijn als Hij zou eisen dat degenen die van het idee van straf bezeten zijn, dit zonder hulp terzijde leggen, en inzien dat het niet waar is?
6. Het valt degenen die nog steeds geloven dat zonde betekenis heeft, bijzonder zwaar de rechtvaardigheid van de Heilige Geest te begrijpen. Zij moeten wel geloven dat Hij hun eigen verwarring deelt, en de wraak niet kan vermijden die hun eigen geloof in rechtvaardigheid met zich mee moet brengen. En dus vrezen ze de Heilige Geest, en zien ze de ‘toorn’ van God in Hem. Ook kunnen ze er niet op vertrouwen dat Hij hen niet zal doodslaan met bliksemschichten, die door Gods eigen verbolgen Hand aan de ‘vuren’ van de Hemel zijn ontrukt. Ze denken werkelijk dat de Hemel de hel is, en zijn bang voor de liefde. En een intense achterdocht en een ijzige angst komen over hen wanneer hun wordt verteld dat zij nooit gezondigd hebben. Hun wereld berust op de stabiliteit van de zonde. En zij beschouwen de ‘dreiging’ van wat God als rechtvaardigheid kent als destructiever voor henzelf en hun wereld dan wraak, die ze begrijpen en liefhebben.
7. En dus vinden ze het verlies van zonde een vloek. En vluchten ze weg voor de Heilige Geest alsof Hij een boodschapper was van de hel, van hogerhand gezonden, verraderlijk en vals, om vermomd als bevrijder en vriend de wrake Gods op hen uit te oefenen. Wat zou Hij voor hen anders kunnen zijn dan een duivel, ter misleiding gehuld in engelengewaad? En welke ontsnappingsmogelijkheid heeft Hij voor hen in petto anders dan een deur naar de hel die eruitziet als de Hemelpoort?
8. Maar rechtvaardigheid kan hen niet straffen die om straf vragen, maar wel een Rechter hebben die weet dat ze in waarheid volkomen onschuldig zijn. In rechtvaardigheid is Hij ertoe verplicht hen te bevrijden, en hun alle eer te geven die hun toekomt en die ze zichzelf hebben ontzegd omdat ze niet eerlijk zijn, en niet kunnen begrijpen dat ze onschuldig zijn. Liefde is voor zondaren niet te begrijpen, omdat ze denken dat rechtvaardigheid van liefde is afgesplitst, en voor iets anders staat. En zo wordt liefde als zwak gezien, en wraak als sterk. Want liefde verloor toen oordeel haar zijde verliet, en is te zwak om te verlossen van straf. Maar wraak, zonder liefde, is in kracht toegenomen, door gescheiden en los van de liefde te zijn. En wat anders dan wraak kan er nog helpen en verlossen, nu de liefde er krachteloos bij staat met hulpeloze handen, van rechtvaardigheid en levenskracht beroofd, en niet bij machte om te verlossen?
9. Wat kan Liefde van jou vragen die denkt dat dit allemaal waar is? Kan Hij, in rechtvaardigheid en in liefde, geloven dat jij in je verwarring veel te geven hebt? Er wordt jou niet gevraagd Hem vergaand te vertrouwen. Slechts voor zover jij ziet wat Hij jou biedt, en waarvan je inziet dat jij het jezelf niet zou kunnen geven. In de rechtvaardigheid van God Zelf herkent Hij alles wat jou toekomt, maar begrijpt eveneens dat jij het niet voor jezelf aanvaarden kunt. Het is Zijn speciale functie jou de gaven aan te reiken die de onschuldigen toekomen. En elk van die gaven die jij aanneemt brengt vreugde voor Hem alsook voor jou. Hij weet dat de Hemel wordt verrijkt met elke die jij aanvaardt. En God verheugt Zich als Zijn Zoon ontvangt waarvan liefdevolle rechtvaardigheid weet dat het zijn rechtmatig deel is. Liefde en rechtvaardigheid zijn immers niet verschillend. Omdat ze hetzelfde zijn, staat barmhartigheid aan Gods Rechterhand, en geeft die de Zoon van God de macht zichzelf zijn zonden te vergeven.
10. Hoe kan hem die recht heeft op alles iets worden onthouden? Dat zou pas onrechtvaardig en beslist oneerlijk zijn tegenover al de heiligheid die in hem is, hoezeer hij die ook niet herkent. God heeft geen weet van onrechtvaardigheid. Hij laat niet toe dat Zijn Zoon beoordeeld wordt door degenen die zijn dood wensen, en zijn waarde in het geheel niet kunnen zien. Welke eerlijke getuigen zouden zij kunnen oproepen om te zijner gunste te spreken? En wie zou er vóór hem komen pleiten, en niet tegen zijn leven? Hij zou van jou geen rechtvaardigheid ontvangen. Maar God heeft ervoor gezorgd dat recht zou geschieden aan de Zoon die Hij liefheeft, en die Hij wil behoeden voor alle onrecht dat jij zou proberen te schenken, in de overtuiging dat wraak zijn verdiende loon is.
11. Zoals speciaalheid het niets kan schelen wie de prijs voor de zonde betaalt, als die maar betaald wordt, zo slaat de Heilige Geest er geen acht op wie uiteindelijk onschuld aanschouwt, zolang die maar gezien wordt en herkend. Eén enkele getuige volstaat immers, mits die waarlijk ziet. Eenvoudige rechtvaardigheid vraagt niet meer. Aan eenieder vraagt de Heilige Geest of hij die ene wil zijn, zodat rechtvaardigheid naar de liefde terug kan keren en daar voldoening vindt. Elke speciale functie die Hij toewijst dient slechts hiertoe: dat ieder leert dat liefde en rechtvaardigheid niet gescheiden zijn. En beide worden versterkt door hun vereniging met elkaar. Zonder liefde is rechtvaardigheid bevooroordeeld en zwak. En liefde zonder rechtvaardigheid is onmogelijk. Want liefde is eerlijk en kan niet kastijden zonder grond. Welke grond kan er zijn om een aanval op onschuldigen te rechtvaardigen? Vergissingen worden door liefde in rechtvaardigheid gecorrigeerd, maar niet in wraak. Want dat zou jegens onschuld onrechtvaardig zijn.
12. Je kunt een perfecte getuige zijn van de macht van liefde en rechtvaardigheid, als je begrijpt dat Gods Zoon onmogelijk wraak zou kunnen verdienen. Het is niet nodig dat je in alle omstandigheden ziet dat dit waar is. Je hoeft ook niet te kijken naar je ervaring in de wereld, die slechts een afschaduwing is van al wat er in werkelijkheid in jezelf gebeurt. Het inzicht dat je nodig hebt komt niet van jou maar van een groter Zelf, zo groot en heilig, dat Hij niet zou kunnen twijfelen aan Zijn onschuld. Jouw speciale functie is een oproep tot Hem, zodat Hij naar jou kan glimlachen wiens zondeloosheid Hij deelt. Zijn inzicht zal het jouwe zijn.