Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 253 Het Enige Doel

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
17-12-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

V. Het enige doel


1. De werkelijke wereld is de denkstaat waarin vergeving als het enige doel van de wereld wordt gezien. Angst is niet haar doel, want ze streeft naar een uitweg uit schuld. De waarde van vergeving wordt gezien en ze neemt de plaats in van afgoden, die niet langer worden nagejaagd, want hun ‘gaven’ worden niet voor dierbaar gehouden. Er worden geen regels vruchteloos opgesteld, en van niets en niemand wordt geëist zich zo te wringen dat ze in de angstdroom passen. Er is daarentegen een wens om al het geschapene te begrijpen zoals het werkelijk is. En men ziet in dat alle dingen eerst vergeven moeten worden, om daarna te worden begrepen.
2. Hier wordt gedacht dat begrip door aanval wordt verworven. Daar is het duidelijk dat begrip door aanval juist verloren gaat. De dwaasheid om schuld als doel na te jagen, wordt ten volle ingezien. En afgoden zijn daar ongewenst, want schuld wordt begrepen als de enige bron van pijn in welke vorm ook. Niemand wordt door de vergeefse roep daarvan in verleiding gebracht, want lijden en dood zijn als ongewenste zaken gezien, het nastreven niet waard. De mogelijkheid tot vrijheid werd aangegrepen en verwelkomd, en het middel waardoor ze verworven kan worden, kan nu worden begrepen. De wereld wordt een plaats van hoop, want haar enige doel is een plaats te zijn waar de hoop op geluk kan worden vervuld. En niemand valt buiten die hoop, want de wereld is verenigd in de overtuiging dat het doel van de wereld er een is dat allen met elkaar moeten delen, wil hoop meer zijn dan alleen een droom.
3. Nog wordt de Hemel niet geheel herinnerd, want vergeving blijft nog altijd doel. Toch is ieder zeker dat hij verder dan vergeving zal gaan, en dat hij hier slechts blijft tot ze in hemzelf volmaakt is gemaakt. Hij heeft geen andere wens. En angst is weggevallen, omdat hij in zijn doel met zichzelf verenigd is. Er leeft een hoop op geluk in hem, zo zeker en constant dat hij nauwelijks nog langer kan blijven wachten, terwijl zijn voeten nog steeds de aarde raken. Toch wacht hij met vreugde tot elke hand een andere neemt, en elk hart er klaar voor is zich te verheffen en met hem mee te gaan. Want zo wordt hij voorbereid op de stap waarin alle vergeving wordt achtergelaten.
4. De laatste stap is aan God, want alleen God kan een volmaakte Zoon scheppen en Zijn Vaderschap met hem delen. Niemand buiten de Hemel weet hoe dit kan, want dit te begrijpen is de Hemel zelf. Zelfs de werkelijke wereld heeft een doel dat nog altijd ondergeschikt is aan de schepping en de eeuwigheid. Maar angst is verdwenen omdat haar doel vergeving is, geen afgoderij. En zo wordt de Zoon des Hemels voorbereid zichzelf te zijn, en zich te herinneren dat Gods Zoon alles weet wat zijn Vader begrijpt, en het met Hem volmaakt begrijpt.
5. De werkelijke wereld schiet in dit opzicht nog altijd tekort, want dit is Gods eigen doel, uitsluitend het Zijne, en toch volkomen gedeeld en volmaakt vervuld. De werkelijke wereld is een staat waarin de denkgeest geleerd heeft hoe gemakkelijk afgoden verdwijnen wanneer ze nog wel worden gezien, maar niet meer gewenst. Hoe gewillig kan de denkgeest ze laten gaan, wanneer hij begrepen heeft dat afgoden niets en nergens en doelloos zijn. Want pas dan kunnen zonde en schuld als doelloos en zonder betekenis worden gezien.
6. Zo wordt het doel van de werkelijke wereld jou met zachtheid bewust gemaakt om de plaats in te nemen van het doel van zonde en schuld. En al wat stond tussen jouw beeld van jezelf en wat jij bent, wordt door vergeving vol vreugde weggewassen. Toch hoeft God Zijn Zoon niet opnieuw te scheppen, opdat het zijne hem zou worden teruggegeven. De kloof tussen jouw broeder en jou is er nooit geweest. En wat de Zoon van God bij zijn schepping wist, zal hij zeker opnieuw weten.
7. Wanneer broeders zich in de wereld van de angst verbinden in een gezamenlijk doel, staan ze reeds aan de rand van de werkelijke wereld. Misschien kijken ze nog altijd om, en menen een afgod te zien die ze verlangen. Toch werd hun pad met zekerheid vastgelegd: weg van afgoden, op weg naar de werkelijkheid. Want toen ze elkaar bij de hand namen, namen ze Christus’ hand, en ze zullen Hem zien wiens hand ze vasthouden. Het gelaat van Christus wordt aanschouwd, eer de Vader wordt herinnerd. Want Hij moet onherinnerd blijven tot Zijn Zoon voorbij vergeving tot de Liefde van God heeft gereikt. Maar eerst wordt de Liefde van Christus aanvaard. En dan zal het weten komen dat Zij één zijn.
8. Hoe licht en makkelijk is de stap over de smalle grenzen van de wereld van de angst, wanneer je hebt ingezien van Wie de hand is die jij vasthoudt! In jouw hand ligt alles wat jij nodig hebt om in volmaakt vertrouwen de angst voorgoed achter je te laten, rechtdoor te gaan, en snel de poort van de Hemel zelf te bereiken. Want Hij wiens hand jij vasthoudt, heeft slechts gewacht tot jij je met Hem verbond. Zou Hij dan, nu jij gekomen bent, dralen om jou de weg te wijzen die Hij met jou moet gaan? Zijn zegen rust even zeker op jou als Zijn Vaders Liefde op Hem rust. Zijn dankbaarheid jegens jou gaat jouw begrip te boven, want jij hebt Hem in staat gesteld uit de ketenen op te staan en met jou mee te gaan naar Zijn Vaders huis.
9. Een oeroude haat trekt uit de wereld weg. En daarmee verdwijnt alle haat, en alle angst. Kijk niet langer achterom, want voor jou ligt al wat je hart ooit verlangde. Geef de wereld op! Maar niet als offer. Je hebt haar nooit gewild. Welk geluk heb je hier gezocht dat jou géén pijn heeft gebracht? Welk moment van voldoening werd niet voor een vreselijke prijs met pijngeld betaald? Vreugde kost niets. Het is je heilige recht, en dat waarvoor je betaalt is niet geluk. Laat eerlijkheid je voortstuwen op je weg, en laat je ervaringen hier jou niet, achteraf gezien, misleiden. Ze waren niet vrij van een bittere prijs en vreugdeloze gevolgen.
10. Kijk niet achterom, anders dan met eerlijkheid. En als je door een afgod in verleiding wordt gebracht, denk dan hieraan:


Er is nooit een tijd geweest waarin een afgod jou iets anders dan het ‘geschenk’ van schuld heeft gebracht. Niet één werd er gekocht behalve tegen de prijs van pijn, en die werd nooit door jou alleen betaald.


Wees dan ook barmhartig jegens je broeder. Kies niet onnadenkend voor een afgod, en bedenk dat in dat geval jouw broeder evengoed als jij de prijs betalen zal. Want hij wordt opgehouden wanneer jij achteromkijkt, en jij zult niet zien van Wie de liefdevolle hand is die jij vasthoudt. Kijk dan ook vooruit, en ga in vol vertrouwen met een blijmoedig hart dat klopt vol hoop, en dat niet bonst van angst.
11. De Wil van God ligt voor eeuwig in hen die eikaars hand hebben genomen. Totdat ze zich met elkaar verbonden, dachten ze dat Hij hun vijand was. Maar toen ze zich verbonden en een gezamenlijk doel hadden, waren ze vrij om te ontdekken dat hun wil één is. En zo moet de Wil van God hun bewustzijn wel bereiken. Ook kunnen ze niet lang vergeten dat die slechts die van hen is.