Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 164 B De Tweede Blokkade De Overtuiging Dat Het Lichaam Waardevol Is Omwille Van Wat Het Biedt

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
18-08-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer
B. De tweede blokkade: de overtuiging dat het lichaam waardevol is omwille van wat het biedt

1. We hebben gezegd dat vrede eerst de blokkade moet overwinnen van jouw wens je ervan te ontdoen. Waar de aantrekkingskracht van schuld de scepter zwaait, is vrede niet gewenst. De tweede blokkade waar vrede overheen moet vloeien, en die nauw verwant is aan de eerste, is de overtuiging dat het lichaam waardevol is omwille van wat het biedt. Want hier wordt de aantrekkingskracht van schuld in het lichaam gemanifesteerd, en daarin gezien.
2. Dit is de waarde waarvan je meent dat vrede jou beroven wil. Dit is het wat ze jou naar jouw mening ontnemen wil, en waardoor ze jou ontheemd wil achterlaten. En dit is het waardoor jij aan vrede een thuis ontzeggen wilt. Dit ‘offer’ voel jij als te groot om te brengen, als te veel gevraagd. Is het een offer, of een bevrijding? Wat heeft het lichaam je eigenlijk gegeven dat het jouw merkwaardige overtuiging rechtvaardigt dat daarin verlossing schuilt? Zie je dan niet dat dit het geloof is in de dood? Hier ligt de focus van de waarneming die de Verzoening beschouwt als moord. Hier ligt de bron van het idee dat liefde angst is.
3. De boodschappers van de Heilige Geest worden ver voorbij het lichaam uitgezonden, en roepen de denkgeest op zich in heilige gemeenschap of communie te verbinden en in vrede te zijn. Dat is de boodschap die ik hun voor jou heb meegegeven. Alleen de boodschappers van de angst zien het lichaam, want die zoeken naar wat kan lijden. Is het een offer weggehaald te worden van wat kan lijden? De Heilige Geest eist niet dat je de hoop op lichamelijk genot opoffert; het lichaam bevat geen hoop op genot. Maar evenmin kan het jou angst voor pijn bezorgen. Pijn is het enige ‘offer’ dat de Heilige Geest vraagt, en die wil Hij wel degelijk wegnemen.
4. Vrede breidt zich van jou alleen tot het eeuwige uit, en reikt vanuit het eeuwige in jou naar buiten. Ze vloeit over al het andere heen. De tweede blokkade is niet steviger dan de eerste. Want je wilt je evenmin van vrede ontdoen als haar beperken. Wat zijn deze blokkades die jij tussen de vrede en haar voortgang in wilt plaatsen anders dan barrières die jij opwerpt tussen jouw wil en de volbrenging daarvan? Jij wilt gemeenschap, niet het feest van de angst. Jij wilt verlossing, niet de pijn afkomstig van schuld. En jij wilt je Vader, niet een hompje klei, als thuis. In jouw heilige relatie is je Vaders Zoon aanwezig. Hij heeft de gemeenschap met Hem, noch met zichzelf verloren. Toen jij ermee instemde je met je broeder te verbinden, heb je erkend dat dit zo is. Dit heeft geen prijs, maar betekent de bevrijding van elke prijs.
5. Jij hebt je illusies wel erg duur betaald, en niets waarvoor je betaald hebt heeft jou vrede gebracht. Ben je niet blij dat de Hemel niet kan worden geofferd, en dat er van jou geen offer kan worden gevraagd? Er is geen blokkade die jij tegen ons verbond kunt opwerpen, want in je heilige relatie ben ik reeds aanwezig. Wij zullen alle blokkades samen overwinnen, want wij staan binnen de poorten en niet daarbuiten. Hoe gemakkelijk is het de deuren van binnenuit te openen, om vrede door te laten en daarmee de vermoeide wereld te zegenen! Kan het ons dan moeilijk vallen om samen aan barrières voorbij te gaan, wanneer jij je met het onbegrensde hebt verbonden? Het ligt in jouw handen het einde van schuld te schenken. Zou je nu pas op de plaats maken om in jouw broeder te zoeken naar schuld?
6. Laat mij voor jou het symbool zijn van het einde van schuld, en kijk naar je broeder zoals jij naar mij zou kijken. Vergeef mij al de zonden die jij meent dat de Zoon van God heeft begaan. En in het licht van jouw vergeving zal hij zich herinneren wie hij is, en vergeten wat nooit is geweest. Ik vraag om jouw vergeving, want als jij schuldig bent, moet ik dat ook zijn. Maar als ik schuld te boven kwam en de wereld overwon, dan was jij met mij. Wil jij in mij het symbool zien van schuld, of van het einde van schuld, wanneer jij je herinnert dat wat ik voor jou beteken jij ook in jezelf ziet?
7. Vanuit jouw heilige relatie verkondigt de waarheid de waarheid, en kijkt liefde naar zichzelf. De verlossing vloeit van diep binnenin het huis dat jij mijn Vader en mij geschonken hebt. En wij zijn daar tezamen, in de vredige gemeenschap waarin de Vader en de Zoon verbonden zijn. 0, gij getrouwen, komt allen tezamen in het heilig verbond van de Vader en de Zoon in jou! En houd je niet afzijdig van wat jou wordt aangeboden als dank dat jij de vrede haar thuis in de Hemel geschonken hebt. Zend heel de wereld de blijde boodschap van het einde van schuld, en heel de wereld zal antwoorden. Bedenk hoe gelukkig je zult zijn, wanneer eenieder jou de getuigenis schenkt van het einde van zonde, en jou laat zien dat zijn macht voorgoed verdwenen is. Waar kan er nog schuld zijn, wanneer het geloof in zonde verdwenen is? En waar is de dood, wanneer zijn grote pleitbezorger niet langer wordt gehoord?
8. Vergeef me jouw illusies, en ontsla me van de straf voor wat ik niet heb gedaan. Zo zul je de vrijheid leren kennen die ik onderwees, door vrijheid aan je broeder te onderwijzen, en mij aldus te bevrijden. Ik ben aanwezig in je heilige relatie, en toch wil je mij gevangenzetten achter de blokkades die jij voor de vrijheid opgeworpen hebt, en die mijn weg naar jou versperren. Maar het is niet mogelijk Iemand weg te houden die al aanwezig is. En in Hem is het zeker mogelijk dat onze gemeenschap, waarin we reeds verbonden zijn, de focus wordt van de nieuwe waarneming die licht zal brengen aan heel de wereld, in jou vervat.
9. Jouw geringe aandeel bestaat er slechts uit het hele idee van offeren aan de Heilige Geest te geven. En de vrede te aanvaarden die Hij daarvoor in de plaats geeft, zonder de beperkingen die de uitbreiding ervan zouden tegenhouden en aldus je bewustzijn ervan zouden beperken. Want wat Hij geeft moet wel worden uitgebreid, wil je over de onbeperkte macht daarvan beschikken, en die gebruiken voor de bevrijding van Gods Zoon. Dit is niet waar je vanaf zou willen, en omdat je het bezit, kun je het niet beperken. Als vrede thuisloos is, ben jij dat en ben ik dat ook. En Hij die ons thuis is, is thuisloos samen met ons. Is dit jouw wens? Wil je soms voor eeuwig een zwerver blijven, op zoek naar vrede? Wil jij je hoop op vrede en geluk investeren in iets wat tot mislukken is gedoemd?
10. Geloof in het eeuwige is altijd gerechtvaardigd, want het eeuwige is voor immer vriendelijk, oneindig geduldig en volkomen liefdevol. Het zal jou totaal aanvaarden, en jou vrede geven. Maar het kan zich alleen verenigen met wat in jou al in vrede is, onsterfelijk als zichzelf. Het lichaam kan jou vrede noch onrust brengen, vreugde noch pijn. Het is een middel, geen doel. Het heeft geen doel van zichzelf, maar enkel dat wat het gekregen heeft. Het lichaam zal ogenschijnlijk alles zijn wat als middel dient om het doel te bereiken dat jij eraan toekent. Alleen de denkgeest kan een doel vaststellen, en alleen de denkgeest kan het middel zien om dat te verwezenlijken, en het gebruik ervan rechtvaardigen. Vrede en schuld zijn beide een gesteldheid van de denkgeest die men verwerven kan. En deze gesteldheden zijn de thuishaven van de emotie die ze oproept, en die er daarom mee verenigbaar is.
11. Maar bedenk eens welke het is die verenigbaar is met jou. Dit is jouw keuze, en die is vrij. Maar al wat erin besloten ligt, zal daarbij meekomen, en wat jij denkt dat je bent kan daar nooit los van staan. Het lichaam is de grote schijnverrader van het geloof. Het bergt ontgoocheling en de kiem voor ongeloof, maar alleen als je het om iets vraagt wat het niet geven kan. Kan jouw vergissing een redelijke grond zijn voor depressiviteit en ontgoocheling, en voor een vergeldingsaanval op datgene waarvan jij denkt dat het jou in de steek gelaten heeft? Gebruik je dwaling niet als rechtvaardiging voor je ongeloof. Jij hebt niet gezondigd, maar je hebt je wel vergist in wat je geloof waardig is. En de correctie van je vergissing zal je grond geven voor geloof.
12. Het is onmogelijk via het lichaam genot te zoeken en geen pijn te vinden. Het is van essentieel belang dat deze relatie begrepen wordt, want het ego ziet die als bewijs voor zonde. In werkelijkheid heeft ze helemaal niets met straf uitstaande. Het is slechts het onvermijdelijk gevolg van jezelf gelijkstellen met het lichaam, wat een directe uitnodiging is aan pijn. Want ze nodigt angst uit binnen te komen en jouw doel te worden. En daarmee komt onvermijdelijk de aantrekkingskracht van schuld mee naar binnen, waardoor elke opdracht die angst aan het lichaam geeft pijnlijk wordt. Het zal delen in de pijn van alle illusies, en de illusie van genot zal gelijkstaan aan pijn.
13. Is dit niet onvermijdelijk? Op bevel van angst jaagt het lichaam schuld na, en is het dienstbaar aan zijn meester wiens aantrekking tot schuld de hele illusie van het bestaan daarvan instandhoudt. Dit nu is de aantrekkingskracht van pijn. Door deze waarneming beheerst, wordt het lichaam de dienaar van pijn, zoekt die plichtsgetrouw op, en gehoorzaamt aan het idee dat pijn genot is. Het is dit idee dat ten grondslag ligt aan heel de zware investering die het ego in het lichaam doet. En het is deze krankzinnige relatie die het verborgen houdt, maar waar het zich desondanks mee voedt. Jou leert het dat lichamelijk genot geluk betekent. Maar tegen zichzelf fluistert het: ‘Het is de dood.’
14. Waarom zou het lichaam voor jou iets moeten betekenen? Zeker is, dat waarvan het is gemaakt, niet kostbaar is. En even zeker is dat het geen gevoel bezit. Het brengt jou de gevoelens over die jij wenst. Zoals elk communicatiemiddel ontvangt en zendt het lichaam de boodschappen die het krijgt. Het heeft er geen gevoelens over. Alle gevoel waarmee ze zijn bekleed, wordt door de zender en de ontvanger eraan gegeven.