Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 163 A De Eerste Blokkade De Wens Je Ervan Te Ontdoen

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
17-08-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

A. De eerste blokkade: de wens je ervan te ontdoen

1. De eerste blokkade waar vrede overheen moet vloeien is jouw wens je ervan te ontdoen. Want als je haar niet behoudt, kan ze zich niet uitbreiden. Jij bent het middelpunt vanwaaruit ze naar buiten straalt, om de anderen binnen te roepen. Jij bent haar thuis, haar vredige woonplaats vanwaaruit ze zachtjes naar buiten reikt, maar zonder jou ooit te verlaten. Hoe kan ze in Gods Zoon verblijven als jij haar van haar thuis berooft? Als ze zich over heel de schepping wil verbreiden, moet ze bij jou beginnen, en van jou uitreiken naar ieder die roept, en hem rust brengen door zich bij jou aan te sluiten.
2. Waarom zou jij willen dat vrede thuisloos was? Wat denk je dat ze moet opgeven om bij jou te wonen? Wat lijkt dan de prijs te zijn die jij zo ongenegen bent te betalen? Een kleine dijk van zand staat nog steeds tussen jou en je broeder in. Wil je die nu versterken? Er wordt je niet gevraagd die alleen ter wille van jou los te laten. Christus vraagt het je ter wille van Hem. Hij wil eenieder vrede brengen, en hoe kan Hij dit doen zonder jou? Wil jij een kleine zandwal, een muur van stof, een nietige schijnbarrière tussen jouw broeders en verlossing in laten staan? En toch, dit restje aanval dat jij nog steeds tegen jouw broeder koestert, is de eerste blokkade die de vrede in jou op haar weg tegenkomt. Dit muurtje van haat wil nog steeds de Wil van God weerstaan, en die beperkt houden.
3. De bedoeling van de Heilige Geest rust in vrede in jou. Toch ben je nog steeds niet bereid toe te laten dat ze zich totaal met jou verbindt. Jij weerstaat nog steeds de Wil van God, al is het maar een beetje. En dat beetje is een beperking die je oplegt aan het geheel. Gods Wil is Eén, niet legio. Die kent geen tegenkanting, want daarbuiten is er geen. Wat jij nog steeds achter je kleine barrière wilt indammen en van jouw broeder gescheiden houden lijkt machtiger dan het universum, want het wil het universum en zijn Schepper tegenhouden. Dit muurtje wil de bedoeling van de Hemel verbergen, en die uit de Hemel weghouden.
4. Wil je de verlossing wegstoten van de schenker van verlossing? Want dat ben jij geworden. Vrede kan net zomin van jou weggaan als van God. Vrees deze kleine blokkade niet. Die kan de Wil van God niet indammen. Vrede zal daaroverheen vloeien, en zich ongehinderd verbinden met jou. Verlossing kan jou niet worden onthouden. Ze is jouw doel. Los hiervan valt er voor jou niets te kiezen. Los van jouw broeder heb je geen doel, noch los van het doel dat jij de Heilige Geest gevraagd hebt met jou te delen. Het muurtje zal onder de vleugels van de vrede heel stilletjes wegvallen. Want de vrede zal haar gezanten van jou naar heel de wereld zenden, en bij hun komst zullen barrières even gemakkelijk wegvallen als die welke jij opgeworpen hebt overwonnen zullen worden.
5. De wereld overwinnen is niet moeilijker dan over je kleine muurtje klimmen. Want in het wonder van je heilige relatie, zonder die barrière, ligt ieder wonder vervat. Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid, want ze zijn allemaal hetzelfde. Elk is een zachtmoedige zege over de aantrekkingskracht van schuld ten gunste van de aantrekkingskracht van de liefde. Hoe kan zoiets, waar het ook wordt ondernomen, tot mislukking zijn gedoemd? Schuld kan er geen echte barrières tegen opwerpen. En al wat tussen jou en je broeder in lijkt te staan, móet wel wegvallen omwille van het appèl waaraan jij gehoor hebt gegeven. Van jou uit, die geantwoord hebt, wil Hij, die jou geantwoord heeft, een oproep doen. Zijn thuis is in jouw heilige relatie. Doe geen poging tussen Hem en Zijn heilige bedoeling in te staan, want ze is de jouwe. Maar laat Hem het wonder van jouw relatie stilletjes uitbreiden tot eenieder daarin opgenomen zoals die werd gegeven.
6. Er is een stilheid in de Hemel, een blije verwachting, een kort rustpunt van blijdschap in erkenning van het eind van de reis. Want de Hemel kent jou goed, zoals jij de Hemel kent. Nu staan er geen illusies meer tussen jou en je broeder in. Kijk niet naar het muurtje van schaduwen. De zon is erboven opgerezen. Hoe kan een schaduw jou weghouden van de zon? En evenmin kun jij door schaduwen weggehouden worden van het licht waarin illusies eindigen. Ieder wonder is slechts het eind van een illusie. Zo was de reis en zo zijn einde. En alle illusies moeten eindigen in het doel van de waarheid dat jij hebt aanvaard.
7. De futiele waanzinnige wens om je te ontdoen van Hem die jij binnen hebt genodigd, en Hem naar buiten te werken, moet conflict tot gevolg hebben. Wanneer je naar de wereld kijkt kan deze futiele wens, die ontworteld is en doelloos rondzweeft, landen en op alles kortstondig neerstrijken, want hij heeft nu geen bedoeling. Voordat de Heilige Geest binnentrad om bij jou te wonen, leek die wens een machtige bedoeling te hebben: de gefixeerde en onveranderlijke toewijding aan de zonde en haar gevolgen. Nu is hij zinloos en dwaalt doelloos rond, en veroorzaakt niet meer dan minuscule onderbrekingen in het appèl van de liefde.
8. Deze vederlichte wens, deze minuscule illusie, dit microscopisch klein restant van het geloof in zonde, is al wat er overblijft van wat eens de wereld leek. Hij is niet langer een niet aflatende barrière voor de vrede. Zijn doelloos dolen doen zijn gevolgen grilliger en onvoorspelbaarder voorkomen dan voorheen. Maar wat kan er onstabieler zijn dan een strak georganiseerd waansysteem? Zijn ogenschijnlijke stabiliteit is zijn alles doordringende zwakheid, die zich tot alles uitbreidt. De veranderlijkheid die dit restantje teweegbrengt, wijst alleen maar op de beperktheid van zijn gevolgen.
9. Hoe machtig kan een veertje zijn tegenover de grootse vleugels van de waarheid? Kan het de vlucht van de adelaar weerstaan, of de komst van de zomer verhinderen? Kan het de uitwerking van de zomerzon belemmeren op een door sneeuw bedekte tuin? Zie toch hoe makkelijk dit pluimpje wordt opgetild en meegevoerd om nooit meer terug te keren, en doe er met blijdschap, niet met spijt afstand van. Want op zichzelf betekent het niets, en het stelde evenmin iets voor toen jij meer vertrouwen had in zijn bescherming. Zou je niet liever de zomerzon begroeten dan te blijven staren naar een wegsmeltend sneeuwvlokje, en te rillen bij de herinnering aan de winterkou?