Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 193 De Wetten Van De Chaos

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
28-09-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

II. De wetten van de chaos

1. De ‘wetten’ van de chaos kunnen aan het licht gebracht, zij het nooit begrepen worden. Chaotische wetten hebben beslist geen betekenis en vallen daarom buiten de sfeer van de rede. Toch lijken ze een struikelblok voor de rede en de waarheid. Laten we ze daarom eens rustig bekijken, opdat we aan ze voorbij kunnen zien door te begrijpen wat ze zijn, niet wat ze zeggen. Het is van wezenlijk belang dat begrepen wordt waartoe ze dienen, omdat het hun doel is betekenis te ontnemen, en de waarheid aan te vallen. Dit zijn de wetten die de wereld regeren die jij hebt gemaakt. En toch heersen ze over niets en hoeven ze niet overtreden te worden; je hoeft ze alleen maar te bekijken en aan ze voorbij te gaan.
2. De eerste chaotische wet is: de waarheid is voor iedereen anders. Net als al deze principes zegt deze dat iedereen op zichzelf staat en over een verschillende verzameling gedachten beschikt die hem van anderen scheidt. Dit principe komt voort uit de overtuiging dat er een hiërarchie in illusies bestaat: sommige zijn waardevoller en daarom waar. Iedereen bepaalt dit voor zichzelf, en maakt dit tot waarheid door zijn aanval op wat een ander van waarde acht. En dit wordt gerechtvaardigd doordat de waarden verschillen, en degenen die ze eropna houden ongelijk en dus vijanden lijken te zijn.
3. Bedenk eens hoe dit met het eerste principe van wonderen lijkt te botsen. Want dit hier voert gradaties van waarheid bij illusies in, en wekt de schijn dat sommige daarvan moeilijker te overwinnen zijn dan andere. Wanneer werd begrepen dat ze allemaal hetzelfde en even onwaar zijn, zou het makkelijk zijn te begrijpen dat wonderen op elk daarvan van toepassing zijn. Alle soorten vergissingen kunnen juist worden gecorrigeerd omdat ze onwaar zijn. Wanneer ze naar de waarheid worden gebracht in plaats van naar elkaar, verdwijnen ze gewoon. Geen enkel stukje niets kan méér dan een ander tegen de waarheid zijn bestand.
4. De tweede wet van de chaos, die elke zondeaanbidder werkelijk na aan het hart ligt, is: iedereen moet wel zondigen en verdient daarom een aanval en de dood. Dit principe, nauw verwant aan het eerste, is de eis dat vergissingen om straf en niet om correctie vragen. Want de vernietiging van degene die de vergissing begaat, plaatst hem buiten het bereik van correctie en vergeving. Wat hij gedaan heeft wordt aldus opgevat als een onherroepelijk vonnis over hemzelf, dat God Zelf niet bij machte is teniet te doen. Er kan geen vergeving van zonde zijn, aangezien ze de overtuiging is dat de Zoon van God fouten kan maken waardoor zijn eigen vernietiging onafwendbaar wordt.
5. Bedenk wat dit voor de relatie tussen de Vader en de Zoon lijkt te betekenen. Nu laat het zich aanzien dat Ze nooit meer Eén kunnen zijn. Want de Een moet steeds veroordeeld worden, en wel door de Ander. Nu zijn Ze verschillend, en vijanden. En Hun relatie is er een van weerstand, net zoals de afgescheiden aspecten van de Zoon elkaar alleen ontmoeten om te strijden, maar niet om zich onderling te verbinden. De een wordt zwak, de ander sterk door diens nederlaag. En angst voor God en voor elkaar lijkt nu zinnig, tot werkelijkheid gemaakt door wat Gods Zoon zowel zichzelf als zijn Schepper heeft aangedaan.
6. De arrogantie waarop de wetten van de chaos berusten, zou niet duidelijker kunnen zijn dan hier naar voren komt. Hier is een principe dat zou willen bepalen wat de Schepper van de werkelijkheid moet zijn, wat Hij moet denken en wat Hij moet geloven, en hoe Hij moet reageren nu Hij dit gelooft. Het wordt zelfs niet noodzakelijk geacht dat Hem naar het waarheidsgehalte wordt gevraagd van wat er voor Hem is vastgelegd te geloven. Zijn Zoon kan Hem dit vertellen, en Hij heeft slechts de keuze hem op zijn woord te geloven of zich te vergissen. Dit leidt direct tot de derde absurde opvatting, die de chaos eeuwig lijkt te maken. Want als God Zich niet vergissen kan, moet Hij het geloof van Zijn Zoon in wat hij is wel accepteren en hem daarom haten.
7. Zie hoe de angst voor God door dit derde principe wordt versterkt. Nu wordt het onmogelijk je in je ellende tot Hem te wenden voor hulp. Want nu is Hij de ‘vijand’ geworden, die er de oorzaak van was, en op Wie een beroep doen nutteloos is. En de verlossing kan evenmin gevonden worden in de Zoon, van wie het lijkt dat ieder aspect met Hem in oorlog is en gerechtvaardigd is in zijn aanval. En nu is conflict tot iets onvermijdelijks gemaakt, buiten het bereik van Gods hulp. Want nu moet verlossing wel onmogelijk blijven, omdat de Verlosser de vijand geworden is.
8. Er is geen bevrijding en geen ontsnapping mogelijk. Verzoening wordt zo een mythe, en wraak, en niet vergeving, is de Wil van God. Vanaf het punt waar dit alles begint is er geen uitzicht op enige hulp die slagen kan. Alleen vernietiging kan het resultaat zijn. En God Zelf schijnt die kant te kiezen, om Zijn Zoon te overwinnen. Denk niet dat het ego jou de gelegenheid zal geven een uitweg te vinden uit wat het verlangt. Dat is de functie van deze cursus, die geen waarde hecht aan wat het ego koestert.
9. Het ego verleent alleen waarde aan wat het neemt. Dit leidt tot de vierde wet van de chaos, die, als de andere worden aanvaard, waar moet zijn. Deze schijnwet is het geloof dat je bezit wat je genomen hebt. Hierdoor wordt andermans verlies jouw winst, en zo wordt niet ingezien dat je nooit iets kunt wegnemen, behalve van jezelf. Toch moeten alle andere wetten hiertoe leiden. Want vijanden geven elkaar niet vrijwillig, en streven er evenmin naar de dingen waaraan ze waarde hechten met elkaar te delen. En wat jouw vijanden je willen onthouden moet wel begerenswaard zijn, want ze houden het verborgen voor jouw blik.
10. Alle mechanismen van de waanzin zie je hier naar voren komen: de ‘vijand’, sterk gemaakt door het waardevolle erfgoed verborgen te houden dat het jouwe behoort te zijn, jouw gerechtvaardigde opstelling en aanval om wat jou onthouden werd, en het onvermijdelijke verlies dat de vijand moet lijden opdat jij jezelf redden kunt. Zo verklaren de schuldigen plechtig hun ‘onschuld’. Waren ze niet tot deze gemene aanval gedwongen door het gewetenloze gedrag van de vijand, dan zouden zij slechts met zachtaardigheid reageren. Maar de zachtaardigen kunnen in een wrede wereld niet overleven, en dus moeten ze nemen of er wordt van hen genomen.
11. En nu is er een vage, onbeantwoorde vraag, die nog niet ‘opgehelderd’ is. Wat is dit kostbaar kleinood, deze onschatbare parel, deze verborgen geheime schat, die in rechtvaardige gramschap aan deze uiterst valse en geslepen vijand moet worden ontwrongen? Dat moet wel zijn wat jij verlangt, maar nooit gevonden hebt. En nu ‘begrijp’ je de reden waarom je het niet vond. Want het werd je door deze vijand ontstolen en ergens verborgen waar je er niet aan denken zou te kijken. Hij verborg het in zijn lichaam en maakte dat tot dekmantel voor zijn schuld, tot geheime bergplaats voor wat jou toebehoort. Nu moet zijn lichaam wel vernietigd en geofferd worden, opdat jij zult hebben wat jou toebehoort. Zijn verraad roept om zijn dood, opdat jij mag leven. En jij valt alleen aan uit zelfverdediging.
12. Maar wat wil jij hebben dat zijn dood vereist? Kun je er zeker van zijn dat jouw moorddadige aanval gerechtvaardigd is, tenzij je weet waartoe die dient? En hier komt een laatste principe van de chaos te ‘hulp’. Het stelt: er is een substituut voor liefde. Dit is de magie die al jouw pijn zal wegnemen, de ontbrekende factor in je waanzin, die haar ‘zinnig’ maakt. Juist om die reden moet jij aanvallen. Hier ligt de rechtvaardiging van jouw wraak. Aanschouw, ontsluierd, het geheime geschenk van het ego, aan je broeders lijk ontrukt, daar verborgen in boosaardigheid en haat voor degene aan wie het geschenk toebehoort. Hij zou je willen beroven van het geheime ingrediënt dat aan jouw leven betekenis zou geven. Het substituut voor liefde, voortgekomen uit je vijandschap jegens jouw broeder, moet nu doorgaan voor verlossing. Ze heeft geen substituut en er is er maar één. En al je relaties beogen slechts dit te bemachtigen en je het toe te eigenen.
13. Nooit wordt je bezit compleet. En nooit zal je broeder zijn aanval op jou staken voor wat jij gestolen hebt. En evenmin zal God Zijn wraak tegen jullie beiden beëindigen, want in Zijn waanzin wil Hij beslist dit substituut voor liefde hebben en jullie beiden doden. Jij die gelooft dat je innerlijk gezond, met beide voeten op vaste grond door een wereld gaat waarin betekenis kan worden gevonden, overweeg dit eens: dit zijn de wetten waarop je ‘innerlijke gezondheid’ lijkt te berusten. Dit zijn de principes die jou vaste grond onder je voeten lijken te geven. En juist hier zoek jij naar betekenis. Dit zijn de wetten die jij voor je verlossing hebt gemaakt. Ze houden het substituut voor de Hemel, waaraan jij de voorkeur geeft, op zijn plaats. Dit is hun doel, hiertoe werden ze gemaakt. Het heeft geen zin naar hun betekenis te vragen. Dat is duidelijk. De middelen van de waanzin moeten wel waanzinnig zijn. Ben jij er net zo zeker van dat je beseft dat waanzin het doel is?
14. Niemand wil waanzin, en evenmin klampt iemand zich aan zijn waanzin vast als hij inziet dat het dit is. Waanzin wordt beschermd door het geloof dat die waar is. Het is de functie van krankzinnigheid de plaats van de waarheid in te nemen. Die moet als de waarheid worden gezien om te worden geloofd. En als ze de waarheid is, dan moet haar tegendeel, dat voorheen de waarheid was, nu waanzin zijn. Zo’n omkering, compleet omgedraaid, waarbij waanzin innerlijke gezondheid is, illusies waar zijn, aanval een vriendelijkheid is, haat liefde, en moord een zegening, ziedaar het doel dat de wetten van de chaos dienen. Dit zijn de middelen waardoor de wetten van God lijken te worden omgekeerd. Hier lijken de wetten van de zonde de liefde gevangen te houden en de zonde vrijuit te laten gaan.