Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 189 Zwakheid En Een Verdedigende Houding

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
22-09-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

V. Zwakheid en een verdedigende houding

1. Hoe overwint men illusies? Beslist niet met geweld of woede, noch door je er op enigerlei wijze tegen te verzetten. Maar eenvoudig door de rede je te laten vertellen dat ze de werkelijkheid weerspreken. Ze druisen in tegen wat waar moet zijn. De tegenstand komt van hun kant, niet van de werkelijkheid. De werkelijkheid verzet zich nergens tegen. Wat louter is, behoeft geen verdediging, en biedt er ook geen. Alleen illusies hebben verdediging nodig, omwille van hun zwakheid. En hoe kan het nu moeilijk zijn de weg van de waarheid te bewandelen wanneer alleen zwakheid in de weg staat? Jij bent in dit ogenschijnlijk conflict de sterke. En jij hebt geen verdediging nodig. Al wat verdediging behoeft, wil je niet hebben, want iets wat verdediging behoeft, zal jou verzwakken.
2. Ga eens na waarvoor het ego verdedigingen nodig heeft. Het is altijd om te rechtvaardigen wat tegen de waarheid indruist, op de vlucht slaat bij de aanblik van de rede, en onzinnig is. Kan dit wel gerechtvaardigd zijn? Wat kan dit anders zijn dan een uitnodiging aan krankzinnigheid om je van de waarheid te verlossen? En waarvan wil je anders worden verlost dan van wat je vreest? Geloof in zonde heeft een aanzienlijke verdediging nodig, en vergt een enorm hoge prijs. Tegen alles wat de Heilige Geest biedt moet een verdediging komen, en het moet worden opgeofferd. Want de zonde wordt in een blok gekerfd, gesneden uit je vrede, en tussen jou en haar terugkeer gelegd.
3. Hoe kan vrede echter zo versplinterd zijn? Ze is nog steeds heel, en er is niets uit haar weggenomen. Zie hoe middelen en materiaal van kwade dromen niets zijn. In waarheid staan jij en je broeder naast elkaar, met niets tussen jullie in. God houdt jullie handen vast, en wat kan wie Hij als één met Hem verbonden heeft, nog scheiden? Het is tegen je Vader dat jij je verdedigen wilt. Maar het blijft onmogelijk liefde te weren. God rust met jou in stilte, niet verdedigd en totaal niet verdedigend, want alleen in deze staat van stilte schuilt kracht en macht. Hier kan geen zwakheid binnendringen, want hier is geen sprake van aanval en dus ook niet van illusies. Liefde rust in zekerheid. Alleen onzekerheid kan defensief zijn. En alle onzekerheid is twijfel over jezelf.
4. Hoe zwak is angst toch, hoe klein en betekenisloos! Hoe onbetekenend tegenover de stille kracht van hen die de liefde met elkaar verbonden heeft! Dit is je ‘vijand’: een angstig muisje dat een aanval op het universum wil doen. Hoeveel kans op slagen heeft het? Kan het moeilijk zijn geen acht te slaan op zijn zwak gepiep dat van zijn almacht spreekt en dat het loflied voor zijn Schepper overstemmen wil dat ieder hart door heel het universum voor eeuwig zingt als één? Wie is de sterkste? Is het dat nietige muisje, of al wat God geschapen heeft? Jij en je broeder zijn niet door die muis met elkaar verbonden, maar door de Wil van God. En kan een muis spotten met wie God verbonden heeft?
5. Als je maar eens inzag hoe weinig er tussen jou en je bewustzijn van jouw eenheid met je broeder staat! Laat je niet misleiden door de illusies die het omtrent grootte, dikte, gewicht, vastheid en stevigheid van fundament naar voren brengt. Zeker, voor de ogen van het lichaam ziet het eruit als een enorm vast en stevig lichaam, onbeweeglijk als een berg. Maar binnenin jou bevindt zich een Kracht, die illusies niet kunnen weerstaan. Dit lichaam lijkt alleen maar onbeweeglijk; in waarheid is deze Kracht onweerstaanbaar. Wat staat er dan te gebeuren wanneer ze samenkomen? Kan de illusie van onbeweeglijkheid lang verdedigd worden tegenover iets waar rustig doorheen en aan voorbij wordt gegaan?
6. Vergeet niet dat wanneer jij de behoefte voelt opkomen om over wat dan ook defensief te zijn, jij je met een illusie vereenzelvigd hebt. En dat jij je daarom zwak voelt omdat je alleen bent. Dat is de prijs voor alle illusies. Er is er niet één die niet op de overtuiging berust dat je afgescheiden bent. Er is er niet één die niet zwaar, vast en onbeweeglijk tussen jou en je broeder in lijkt te staan. En er is er niet één waar de waarheid niet lichtvoetig overheen kan stappen, met zo’n gemak dat je er, in weerwil van wat je dacht dat ze was, wel van overtuigd moet zijn dat ze niets is. Als jij je broeder vergeeft, moet dit gebeuren. Want het is jouw onwil om voorbij te zien aan wat tussen jou en je broeder in lijkt te staan, die er de schijn van ondoordringbaarheid aan geeft, en de illusie van zijn onbeweeglijkheid verdedigt.