Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 54 Van Waakzaamheid Naar Vrede

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
17-03-2022

Donaties maken deze klassen mogelijk https://eencursusinwonderen.org/doneer

toelichting tekst eciw: https://www.youtube.com/watch?v=ckAnrgTmVG8

VI. Van waakzaamheid naar vrede

1. Alhoewel je het Zoonschap slechts als één geheel kunt liefhebben, kun je het toch als versplinterd waarnemen. Het is echter onmogelijk iets in een deel ervan te zien wat je niet ook aan het geheel toeschrijft. Dat is de reden waarom geen aanval ooit op zichzelf staat, en waarom die totaal moet worden losgelaten. Als hij niet totaal wordt losgelaten, wordt hij helemaal niet losgelaten. Angst en liefde maken of scheppen, al naargelang het ego of de Heilige Geest ze verwekt of inspireert, maar ze zullen naar de denkgeest van de denker terugkeren en zijn totale waarneming beïnvloeden. Dit omvat mede zijn concept van God, van Diens scheppingen, en van die van hemzelf. Hij zal er niet één waarderen als hij Ze met angst beziet. Hij zal Ze allemaal waarderen als hij Ze met liefde beziet.
2. De denkgeest die aanval accepteert kan niet liefhebben. Dat komt doordat hij gelooft dat hij de liefde kan vernietigen, en dus begrijpt hij niet wat liefde is. Als hij niet begrijpt wat liefde is, kan hij zichzelf niet als liefdevol zien. Dit doet het zijnsbesef verloren gaan, brengt gevoelens van onwerkelijkheid teweeg en mondt uit in volslagen verwarring. Jouw denken heeft dat bewerkstelligd op grond van zijn macht, maar kan jou hier evengoed van verlossen omdat zijn macht niet jouw maaksel is. Je vermogen jouw denken naar believen te richten is deel van zijn macht. Als je niet gelooft dat jij dit kunt heb je de macht van je denken ontkend, en het aldus in je overtuiging machteloos gemaakt.
3. De vindingrijkheid van het ego om zichzelf in stand te houden is enorm, maar komt voort uit diezelfde macht van de denkgeest die door het ego wordt ontkend. Dit betekent dat het ego datgene aanvalt waardoor het in stand wordt gehouden, wat wel moet resulteren in extreme angst. Daarom begrijpt het ego nooit wat het aan het doen is. Het is volstrekt logisch, maar apert krankzinnig. Het ego put immers voor zijn bestaan uit die ene bron die tegenover zijn bestaan volkomen vijandig staat. Bang om de macht van deze bron waar te nemen, is het gedwongen deze te geringschatten. Dit bedreigt zijn eigen bestaan, een toestand die het als ondraaglijk ervaart. Terwijl het logisch maar nog even krankzinnig blijft, lost het ego dit totaal krankzinnige dilemma op totaal krankzinnige wijze op. Het neemt niet waar dat zijn bestaan wordt bedreigd, doordat het de dreiging op jou projecteert, en jouw zijn als niet-bestaand waarneemt. Dit verzekert zijn voortbestaan als jij partij kiest voor hem, door te garanderen dat jij je eigen veiligheid niet zult kennen.
4. Het ego kan zich niet veroorloven iets, wat ook, te kennen. Kennis is totaal, en het ego gelooft niet in totaliteit. Dit ongeloof is zijn oorsprong, en hoewel het ego jou niet liefheeft, is het wel trouw aan zijn eigen afstamming en verwekt het zoals het werd verwekt. De denkgeest produceert altijd weer zoals hij zelf werd geproduceerd. Voortgebracht door angst, produceert het ego wederom angst. Hieruit bestaat zijn trouw, en die trouw maakt het verraderlijk tegenover liefde, omdat jij liefde bent. Liefde is jouw kracht, die het ego wel ontkennen moet. Bovendien moet het alles ontkennen wat deze kracht jou geeft omdat ze jou alles geeft. Niemand die alles heeft wil nog het ego. Zijn eigen maker wil hem dus niet. Verwerping is dan ook de enige beslissing waarmee het ego geconfronteerd kan worden, als de denkgeest die het gemaakt heeft zichzelf zou kennen. En als hij enig deel van het Zoonschap als zodanig zou herkennen, zou hij inderdaad zichzelf kennen.
5. Daarom is het ego gekant tegen elke waardering, elke herkenning, elke gezonde waarneming en alle kennis. Het ziet de bedreiging daarvan als totaal, omdat het aanvoelt dat alle toewijding van de denkgeest totaal is. Derhalve gedwongen zich van jou los te maken, is het bereid zich aan iets anders te hechten, onverschillig wat. Maar er is niets anders. De denkgeest kan echter illusies bedenken, en als hij dat doet zal hij er ook in geloven, want zo heeft hij ze gemaakt.
6. De Heilige Geest maakt illusies ongedaan zonder ze aan te vallen, omdat Hij ze helemaal niet waarnemen kan. Voor Hem bestaan ze dan ook niet. Hij lost het ogenschijnlijke conflict dat ze veroorzaken op door te zien dat conflicten geen betekenis hebben. Ik heb eerder al gezegd dat de Heilige Geest het conflict precies waarneemt zoals het is, en het is zonder betekenis. De Heilige Geest wil niet dat jij conflicten begrijpt, Hij wil dat jij inziet dat conflicten, doordat ze geen betekenis hebben, niet te begrijpen zijn. Zoals ik al heb gezegd leidt begrip tot waardering, en waardering tot liefde. Niets anders kan begrepen worden, want niets anders is werkelijk, en daarom heeft niets anders betekenis.
7. Als je in gedachten blijft houden wat de Heilige Geest jou aanreikt, kun je niet voor iets anders dan voor God en Zijn Koninkrijk waakzaam zijn. De enige reden waarom je dit wellicht moeilijk kunt aanvaarden is dat je mogelijk nog steeds denkt dat er iets anders bestaat. Geloof vraagt geen waakzaamheid, tenzij het met zichzelf in strijd is. Als dat het geval is, bevat het met elkaar strijdige elementen die tot een staat van oorlog hebben geleid, waardoor waakzaamheid geboden is. Waakzaamheid is in vrede niet op haar plaats. Ze is onontbeerlijk tegenover overtuigingen die niet waar zijn, en de Heilige Geest zou er nooit toe hebben opgeroepen als jij niet in het onware had geloofd. Wanneer jij iets gelooft, heb je het voor jou waar gemaakt. Wanneer jij gelooft in wat God niet kent, schijnt jouw denken met het Zijne in tegenspraak, en dit doet het voorkomen alsof jij Hem aanvalt.
8. Ik heb er herhaaldelijk de nadruk op gelegd dat het ego wel degelijk gelooft dat het God kan aanvallen, en jou ervan probeert te overtuigen dat jij dat hebt gedaan. Als de denkgeest niet kan aanvallen, komt het ego op volkomen logische wijze tot de overtuiging dat jij een lichaam moet zijn. Door jou niet te zien zoals jij bent, kan het zichzelf zien zoals het wil zijn. Zich bewust van zijn zwakte verlangt het ego jouw trouw, maar niet zoals jij werkelijk bent. Daarom wil het ego jouw denkgeest in zijn eigen waansysteem verwikkelen, want anders zou het licht van jouw begrip het verdrijven. Het ego wil part noch deel hebben aan de waarheid, omdat het zelf niet waar is. Als de waarheid totaal is, kan het onware niet bestaan. De toewijding aan een van beide moet totaal zijn; ze kunnen in je denkgeest niet naast elkaar bestaan zonder die te splijten. Als ze niet vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan, en als jij vrede wilt, dan dien je het idee van strijd totaal en voor altijd op te geven. Dit vereist slechts waakzaamheid zolang jij niet inziet wat waar is. Zolang jij gelooft dat twee totaal tegenstrijdige denksystemen de waarheid delen, is het duidelijk dat jij waakzaamheid nodig hebt.
9. Jouw denkgeest verdeelt zijn trouw tussen twee koninkrijken, en jij bent geen van beide volledig toegewijd. Jouw vereenzelviging met het Koninkrijk wordt totaal niet in twijfel getrokken, behalve door jou, wanneer je op een krankzinnige manier denkt. Wat jij bent wordt niet door jouw waarneming bepaald, en wordt er in het geheel niet door beïnvloed. Identificatieproblemen, op welk niveau ook waargenomen, zijn geen feitelijke problemen. Het zijn begripsproblemen, aangezien de aanwezigheid ervan de overtuiging veronderstelt dat het aan jou is te beslissen wat jij bent. Het ego is hier totaal van overtuigd, aangezien het hieraan volledig toegewijd is. Het is niet waar. Het ego is dan ook totaal toegewijd aan onwaarheid, waardoor het waarneemt op een manier die totaal met de Heilige Geest en met de kennis van God in tegenspraak is.
10. Alleen de Heilige Geest kan jou betekenisvol waarnemen, want jouw wezen is de kennis van God. Elke overtuiging die jij los hiervan aanvaardt zal Gods Stem in jou onverstaanbaar maken, en daardoor God voor jou verborgen houden. Je kunt de Schepper niet kennen tenzij je Zijn schepping naar waarheid waarneemt, want God en Zijn schepping zijn niet van elkaar gescheiden. De Eenheid van Schepper en schepping is je heelheid, je innerlijke gezondheid en je onbeperkte macht. Deze onbeperkte macht is Gods gave aan jou, omdat dit is wat jij bent. Als jij je denkgeest ervan dissocieert, neem jij de machtigste kracht in het universum waar alsof die zwak is, omdat je niet gelooft dat jij er deel van uitmaakt.
11. Wanneer Gods schepping wordt waargenomen zonder jouw deel daarin, wordt ze als zwak gezien, en zij die van zichzelf vinden dat ze verzwakt zijn, vallen beslist aan. Maar de aanval moet wel blind zijn, aangezien er niets valt aan te vallen. Daarom verzinnen ze beelden, zien die als onwaardig en vallen die om hun onwaardigheid aan. Dat is alles wat de wereld van het ego inhoudt. Niets. Ze heeft geen betekenis. Ze bestaat niet. Probeer haar niet te begrijpen, want als je dat doet, geloof je dat ze kan worden begrepen en daarom kan worden gewaardeerd en bemind. Dat zou haar bestaan rechtvaardigen, en dat kan niet worden gerechtvaardigd. Jij kunt het betekenisloze geen betekenis geven. Zo’n poging is niets dan waanzin.
12. Dat jij krankzinnigheid in je denkgeest hebt toegelaten, betekent dat jij innerlijke gezondheid niet totaal wenselijk hebt geacht. Als jij iets anders wilt zul jij iets anders maken, maar omdat het iets anders is zal het jouw denksysteem aanvallen en je trouw verdelen. In deze verdeelde toestand kun jij niet scheppen, en je moet tegen deze verdeelde toestand waakzaam zijn omdat alleen vrede kan worden uitgebreid. Je verdeelde denkgeest belemmert de uitbreiding van het Koninkrijk, en die uitbreiding is jouw vreugde. Als jij het Koninkrijk niet uitbreidt, denk jij niet met jouw Schepper en schep je niet zoals Hij geschapen heeft.