Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 82 Het Afwijzen Van God

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
26-04-2022

V. Het afwijzen van God

1. De rituelen van de god van de ziekte zijn vreemd en zeer veeleisend. Vreugde is nooit veroorloofd, want depressiviteit is het teken van je trouw aan hem. depressiviteit betekent dat jij God hebt afgezworen. Velen zijn bevreesd voor godslastering, maar ze begrijpen niet wat dit betekent. Ze beseffen niet dat het afwijzen van God neerkomt op het afwijzen van hun eigen Identiteit, en in die zin is de dood het loon van de zonde. Dit dient heel letterlijk te worden verstaan: door het leven af te wijzen wordt het tegendeel ervan waargenomen, zoals alle vormen van afwijzing dat-wat-is vervangen door dat-wat-niet-is. In werkelijkheid kan niemand dit doen, maar dat je kunt denken dat je dit kunt en geloven dat je dit hebt gedaan, staat buiten kijf.
2. Vergeet echter niet dat het afwijzen van God onvermijdelijk uitmondt in projectie, waarbij je zult geloven dat anderen en niet jijzelf jou dit hebben aangedaan. Jij moet wel de boodschap ontvangen die je geeft, want het is de boodschap die jij wilt. Je gelooft misschien dat jij je broeders beoordeelt aan de hand van de boodschappen die zij jou geven, maar jij hebt hen beoordeeld aan de hand van de boodschap die jij hun geeft. Schrijf jouw afwijzing van vreugde niet aan hen toe, anders kun je de vonk in hen niet zien die jou vreugde zou brengen. De afwijzing van de vonk is het die depressief maakt, want iedere keer wanneer jij je broeders zonder die vonk ziet, wijs je God af.
3. De religie van het ego bestaat uit trouw aan het afwijzen van God. Het is onmiskenbaar dat de god van de ziekte de afwijzing van gezondheid eist, gezondheid is immers lijnrecht tegengesteld aan zijn eigen voortbestaan. Maar ga eens na wat dit voor jou betekent. Als je niet ziek bent, kun jij de goden die jij gemaakt hebt niet behouden, want alleen als je ziek bent is het voorstelbaar dat jij die wilt. Godslastering is dus zelfvernietigend, en niet Godvernietigend. Het betekent dat jij bereid bent jezelf niet te kennen teneinde ziek te kunnen zijn. Dit is de offergave die jouw god eist, omdat hij, door jou vanuit je waanzin gemaakt, een waanzinnig idee is. Hij neemt vele vormen aan, maar is – hoewel hij misschien vele verschillende dingen lijkt – slechts één idee: het afwijzen van God.
4. Ziekte en dood leken tegen Gods Wil de denkgeest van Zijn Zoon binnen te dringen. De ‘aanval op God’ deed Zijn Zoon denken dat hij Vaderloos was, en uit zijn depressiviteit heeft hij de god van de depressie gemaakt. Dat was zijn alternatief voor vreugde, omdat hij het feit niet wilde aanvaarden dat hij, zelf schepper zijnde, toch geschapen werd. Maar de Zoon is hulpeloos zonder de Vader, want Hij alleen is zijn Hulp.
5. Ik heb eerder al gezegd dat je van jezelf uit niets kunt, maar dat je niet van jezelf bent. Was je dat wel, dan zou wat je gemaakt hebt waar zijn, en zou je er nooit aan kunnen ontkomen. Maar omdat jij jezelf niet gemaakt hebt, hoef jij over niets verontrust te zijn. Jouw goden zijn niets, omdat je Vader ze niet heeft geschapen. Jij kunt geen scheppers maken die van je Schepper verschillen, net zomin als Hij een Zoon kan hebben geschapen die verschilde van Hem. Als scheppen delen is, kan het niet scheppen wat van zichzelf verschilt. Het kan alleen delen wat het is. Depressiviteit is afzondering, en kan dus onmogelijk geschapen zijn.
6. Zoon van God, jij hebt niet gezondigd, maar je hebt je wel zeer vergist. Dit kan echter gecorrigeerd worden en God zal jou daarbij helpen, want Hij weet dat je niet tegen Hem zondigen kunt. Je hebt Hem afgewezen omdat je Hem liefhad, terwijl je wist dat als jij jouw liefde voor Hem zou erkennen je Hem niet zou kunnen afwijzen. Jouw afwijzing van Hem wil dan ook zeggen dat je Hem liefhebt, en dat je weet dat Hij jou liefheeft. Bedenk dat je datgene wat je afwijst eens gekend moet hebben. En als jij afwijzing accepteert, kun je ook accepteren dat die ongedaan wordt gemaakt.
7. Je Vader heeft jou niet afgewezen. Hij zoekt geen vergelding, maar Hij roept jou wel op terug te keren. Wanneer jij denkt dat Hij je roep onbeantwoord laat, heb jij de Zijne niet beantwoord. Hij roept jou toe vanuit ieder deel van het Zoonschap, vanwege Zijn Liefde voor Zijn Zoon. Als je Zijn boodschap hoort heeft Hij jou antwoord gegeven, en zul je van Hem vernemen als je góed hoort. De Liefde van God is in alles wat Hij geschapen heeft, want Zijn Zoon is overal aanwezig. Kijk in vrede naar je broeders, en God zal je hart binnensnellen als dank voor jouw gave aan Hem.
8. Wend je voor genezing niet tot de god van de ziekte, maar alleen tot de God van liefde, want genezen betekent Hem erkennen. Wanneer jij Hem erkent, zul je weten dat Hij nooit opgehouden is jou te erkennen, en dat in Zijn erkenning van jou je bestaansgrond ligt. Jij bent niet ziek en jij kunt niet sterven. Maar je kunt jezelf wel verwarren met zaken die dat wel doen. Bedenk echter dat dit godslastering is, want het betekent dat je God en Zijn schepping, waarvan Hij niet te scheiden is, zonder liefde beziet.
9. Alleen het eeuwige kan worden liefgehad, want liefde sterft niet. Wat God toebehoort, is eeuwig van Hem, en jij behoort God toe. Zou Hij toelaten dat Hij Zelf lijdt? En zou Hij Zijn Zoon iets schenken wat voor Hemzelf onaanvaardbaar is? Als jij jezelf aanvaardt zoals God jou geschapen heeft, zul je onmogelijk kunnen lijden. Maar daartoe dien je Hem als jouw Schepper te erkennen. Niet omdat je anders zult worden gestraft. Maar louter omdat jouw erkenning van je Vader de erkenning is van jezelf zoals jij bent. Jouw Vader schiep je volkomen vrij van zonde, volkomen vrij van pijn en volkomen vrij van enig lijden. Als je Hem afwijst, breng jij zonde, pijn en lijden in je eigen denkgeest binnen ten gevolge van de macht die Hij hem verleende. Je denkgeest is bij machte werelden te scheppen, maar kan wat hij schept ook afwijzen, omdat hij vrij is.
10. Jij geeft je er geen rekenschap van hoezeer jij jezelf afgewezen hebt, en hoezeer God in Zijn Liefde dit niet zo wilde. Toch heeft Hij jou niets in de weg gelegd, omdat Hij Zijn Zoon niet zou kennen als die niet vrij was. Jou iets in de weg leggen zou een aanval op Hemzelf zijn, en God is niet waanzinnig. Wanneer je Hem afwijst, ben jij waanzinnig. Zou je willen dat Hij in jouw waanzin deelt? God zal nooit ophouden Zijn Zoon lief te hebben, en Zijn Zoon zal nooit ophouden Hem lief te hebben. Dat was de voorwaarde voor de schepping van Zijn Zoon, voor eeuwig vastgelegd in de Denkgeest van God. Dat te weten is gezond en zinnig. Dat te ontkennen is krankzinnig. God heeft Zichzelf in jouw schepping aan jou gegeven, en Zijn gaven zijn eeuwig. Zou jij Hem dan aan jouzelf ontzeggen?
11. Vanuit jouw gaven aan Hem zal het Koninkrijk aan Zijn Zoon worden teruggegeven. Zijn Zoon heeft afstand genomen van Zijn gave door wat voor hem geschapen werd en wat hij in de Naam van zijn Vader geschapen had, te weigeren. De Hemel wacht op zijn terugkeer, want die werd geschapen als de woonplaats van Gods Zoon. Nergens anders en in geen enkele andere omstandigheid ben jij thuis. Ontzeg jezelf niet de vreugde die voor jou geschapen werd, in ruil voor de ellende die jij voor jezelf hebt gemaakt. God heeft jou de middelen verschaft om wat jij gemaakt hebt ongedaan te maken. Luister, en je zult leren hoe je je kunt herinneren wat jij bent.
12. Als God weet dat Zijn kinderen volkomen vrij zijn van zonden, is het godslasterlijk hen als schuldig te zien. Als God weet dat Zijn kinderen volkomen vrij zijn van pijn, is het godslasterlijk ergens lijden waar te nemen. Als God weet dat Zijn kinderen volkomen vervuld zijn van vreugde, is het godslasterlijk je depressief te voelen. Al deze illusies, en de vele andere vormen die godslastering kan aannemen, zijn een weigering de schepping te aanvaarden zoals ze is. Als God Zijn Zoon volmaakt schiep, moet je hem zó leren zien om zijn werkelijkheid te leren kennen. En als deel van het Zoonschap moet jij jezelf zó zien om die van jou te leren kennen.
13. Neem niets waar wat God niet geschapen heeft, of je wijst Hem af. Het enige Vaderschap is dat van Hem, en het is alleen van jou omdat Hij het jou gegeven heeft. Jouw gaven aan jezelf zijn zonder betekenis, maar jouw gaven aan je scheppingen zijn als die van Hem, omdat ze worden gegeven in Zijn Naam. Daarom zijn jouw scheppingen even werkelijk als die van Hem. Toch dient het ware Vaderschap erkend te worden, wil de ware Zoon worden gekend. Jij gelooft dat de ziekelijke dingen die jij gemaakt hebt jouw werkelijke scheppingen zijn, omdat je gelooft dat de ziekelijke beelden die jij waarneemt de Zonen zijn van God. Pas als je het Vaderschap van God aanvaardt zul je iets hebben, want Zijn Vaderschap heeft jou alles gegeven. Dat is de reden waarom Hem afwijzen betekent jezelf afwijzen.
14. Arrogantie is het afwijzen van liefde, omdat liefde deelt en arrogantie achterhoudt. Zolang beide zich als wenselijk aan jou voordoen, zal het begrip keuze, dat niet van God stamt, je vergezellen. Alhoewel dit niet waar is in de eeuwigheid, is het wel waar in de tijd, zodat er keuzen zullen zijn zolang tijd in je denkgeest voortduurt. De tijd zelf is jouw keuze. Als jij je de eeuwigheid wilt herinneren, dien je alleen oog te hebben voor het eeuwige. Als jij jezelf veroorlooft totaal door het tijdelijke in beslag te worden genomen, leef je in de tijd. Zoals steeds wordt jouw keuze bepaald door wat jij waarde toekent. Tijd en eeuwigheid kunnen niet beide werkelijk zijn, want ze zijn met elkaar in tegenspraak. Als je alleen het tijdloze als werkelijk aanvaardt, zul je de eeuwigheid beginnen te verstaan en je die eigen maken.