Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 91 Het Probleem En Het Antwoord

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
09-05-2022

VIII. Het probleem en het antwoord

1. Dit is een heel eenvoudige cursus. Misschien heb je niet het gevoel dat jij een cursus nodig hebt die uiteindelijk onderwijst dat alleen de werkelijkheid waar is. Maar geloof jij dat ook? Wanneer je de werkelijke wereld waarneemt, zul je inzien dat jij het niet geloofde. Maar de snelheid waarmee jouw nieuwe en uitsluitend ware waarneming in kennis zal worden omgezet, zal jou slechts een ogenblik de tijd gunnen te beseffen dat alleen dit waar is. En dan zal alles wat jij gemaakt hebt vergeten zijn: het goede en het slechte, het onware en het ware. Want als de Hemel en de aarde één worden, zal zelfs de werkelijke wereld uit je zicht verdwijnen. Het einde van de wereld is niet haar vernietiging, maar haar omzetting in de Hemel. De herinterpretatie van de wereld is de overdracht van alle waarneming naar kennis.
2. De Bijbel zegt je te worden als kleine kinderen. Kleine kinderen zien in dat ze niet begrijpen wat ze waarnemen, en vragen daarom wat het betekent. Bega niet de vergissing te geloven dat jij begrijpt wat je waarneemt, want de betekenis daarvan is voor jou verloren gegaan. Maar de Heilige Geest heeft die betekenis voor jou bewaard, en als je Hem de interpretatie laat, zal Hij jou teruggeven wat jij hebt weggegooid. Zolang jij echter denkt die betekenis te kennen, zul je de noodzaak niet zien Hem hierom te vragen.
3. Van niets wat je waarneemt ken jij de betekenis. Niet één gedachte die je eropna houdt is volkomen waar. Door dit te erkennen maak je een doortastend begin. Je bent niet misleid, je hebt in het geheel geen leiding aanvaard. Je hebt grote behoefte aan onderricht in waarneming, want je begrijpt niets. Erken dit, maar aanvaard het niet, want begrip is je erfgoed. Waarnemingen worden aangeleerd, en aan een Leraar ontbreekt het jou niet. Maar je bereidwilligheid om van Hem te leren hangt af van je bereidwilligheid om alles wat jij jezelf hebt aangeleerd in twijfel te trekken, want jij die op een onjuiste wijze hebt geleerd hoort niet je eigen leraar te zijn.
4. Niemand kan de waarheid achterhouden behalve voor zichzelf. Toch zal God jou het Antwoord niet weigeren dat Hij gegeven heeft. Vraag dus om wat van jou is, maar wat jij niet hebt gemaakt, en verdedig jezelf niet tegen de waarheid. Jij hebt het probleem gemaakt dat God beantwoord heeft. Stel jezelf daarom één simpele vraag:
Wil ik het probleem, of wil ik het antwoord?
Kies voor het antwoord en je zult het ontvangen, want je zult het zien zoals het is, en het is al van jou.
5. Misschien klaag je erover dat deze cursus niet specifiek genoeg voor jou is om te begrijpen en te gebruiken. Maar misschien heb jij niet gedaan wat hij specifiek bepleit. Dit is geen cursus in het spelen met ideeën, maar in de praktische toepassing ervan. Niets kan specifieker zijn dan dat jou wordt gezegd dat je zult ontvangen als je vraagt. De Heilige Geest zal ieder specifiek probleem beantwoorden, zolang jij gelooft dat problemen specifiek zijn. Zijn antwoord is zowel veelvoudig als één, zolang jij gelooft dat het ene veelvoudig is. Misschien ben je bang voor Zijn specificiteit, uit angst voor wat jij meent dat deze van jou zal eisen. Maar alleen door te vragen zul je leren dat niets wat van God komt ook maar iets van jou eist. God geeft, Hij neemt niet. Wanneer jij weigert te vragen, komt dit doordat je gelooft dat vragen nemen is in plaats van delen.
6. De Heilige Geest geeft jou alleen wat van jou is, en zal er niets voor terugnemen. Wat van jou is, is immers alles, en dat deel jij met God. Dat maakt zijn werkelijkheid uit. Zou de Heilige Geest, die alleen maar wil teruggeven, in staat zijn de vraag verkeerd te interpreteren die jij moet stellen om Zijn antwoord te vernemen? Je hebt het antwoord al gehoord, maar je hebt de vraag verkeerd begrepen. Jij gelooft dat de Heilige Geest om leiding vragen hetzelfde is als vragen om van iets te worden beroofd.
7. Lief kind van God, jij begrijpt je Vader niet. Je gelooft in een wereld die neemt, want je gelooft dat je kunt krijgen door te nemen. En door zo waar te nemen heb je de werkelijke wereld uit het oog verloren. Je bent bang voor de wereld zoals jij die ziet, maar de werkelijke wereld is nog steeds van jou, als je er maar om vraagt. Ontzeg jezelf die niet, want ze kan jou alleen maar bevrijden. Niets wat van God komt zal Zijn Zoon, die Hij vrij heeft geschapen en wiens vrijheid door Zijn Wezen wordt beschermd, tot slaaf maken. Gezegend ben jij die bereid bent God onbevreesd de waarheid te vragen, want alleen zo kun jij leren dat Zijn antwoord bevrijding van angst betekent.
8. Prachtig kind van God, je vraagt slechts om wat ik je heb beloofd. Geloof je echt dat ik je zou misleiden? Het Koninkrijk der Hemelen is in jou.* Geloof dat de waarheid in mij is, want ik weet dat ze in jou is. Gods Zonen hebben niets wat ze niet met elkaar delen. Vraag enige Zoon van God om de waarheid en je hebt die aan mij gevraagd. Niet een van ons die niet het antwoord in zich draagt, als gave aan eenieder die hem daarom vraagt.
9. Vraag wat dan ook aan Gods Zoon en zijn Vader zal jou antwoorden, want Christus vergist Zich niet in Zijn Vader en Zijn Vader niet in Hem. Vergis ook jij je dan niet in jouw broeder en zie alleen zijn liefdevolle gedachten als zijn werkelijkheid, want door te ontkennen dat zijn denkgeest gespleten is zul jij de jouwe genezen. Aanvaard hem zoals zijn Vader hem aanvaardt en genees hem tot Christus, want in Christus ligt zijn en jouw genezing. Christus is de Zoon van God die op geen enkele wijze afgescheiden is van Zijn Vader, en van wie iedere gedachte even liefdevol is als de Gedachte van Zijn Vader waardoor Hij geschapen werd. Vergis je niet in Gods Zoon, want in dat geval moet jij je in jezelf vergissen. En als jij je in jezelf vergist, vergis jij je in je Vader, in wie geen vergissing mogelijk is.
10. In de werkelijke wereld is geen ziekte, want er is geen afscheiding en geen verdeeldheid. Alleen liefdevolle gedachten worden er waargenomen, en omdat niemand verstoken is van jouw hulp, vergezelt Gods Hulp jou overal. Naarmate jouw bereidheid groeit om die Hulp te aanvaarden door erom te vragen, zul je die geven omdat je die wilt. Niets zal je genezend vermogen te boven gaan, want niets zal jou geweigerd worden op je eenvoudig verzoek. Welke problemen zullen er niet verdwijnen in de Tegenwoordigheid van Gods Antwoord? Vraag dan om de werkelijkheid van jouw broeder te leren kennen, want dat is wat je in hem waarnemen zult, en je zult jouw schoonheid in de zijne weerspiegeld zien.
11. Aanvaard niet de wisselende waarneming die jouw broeder van zichzelf heeft, want zijn gespleten denkgeest is de jouwe, en jij zult jouw genezing niet aanvaarden zonder de zijne. Want jullie delen de werkelijke wereld zoals jullie de Hemel delen, en zijn genezing is die van jou. Jezelf liefhebben betekent jezelf genezen, en je kunt niet een deel van jou als ziek waarnemen en tevens je doel bereiken. Broeder, wij genezen tezamen zoals wij tezamen leven en tezamen liefhebben. Vergis je niet in Gods Zoon, want hij is één met zichzelf en één met zijn Vader. Heb hem lief die door zijn Vader wordt bemind, en je zult leren wat de Liefde van de Vader voor jou betekent.
12. Als jij in een broeder iets ziet wat jou ergert, ruk dan die ergernis uit je denkgeest, want het is Christus die jou ergert en je vergist je in Hem. Genees in Christus, en wees niet door Hem geërgerd, want er is niets ergerlijks in Hem. Als wat jij ziet jou ergert, ben jij over jezelf geërgerd en veroordeel je Gods Zoon die door God niet veroordeeld wordt. Laat de Heilige Geest alle ergernissen die Gods Zoon jegens zichzelf koestert wegnemen, en zie iemand alleen via Zijn leiding, want Hij wil jou verlossen van elke veroordeling. Aanvaard Zijn genezend vermogen en wend dit aan ten bate van allen die Hij jou zendt, want Hij wil de Zoon van God genezen, in wie Hij Zich niet vergist.
13. Kinderen zien angstaanjagende spoken, monsters en draken, en zijn door angst bevangen. Maar als ze iemand die ze vertrouwen naar de betekenis vragen van wat ze zien, en bereid zijn hun eigen interpretaties los te laten ten gunste van de werkelijkheid, verdwijnt daarmee hun angst. Wanneer een kind geholpen wordt zijn ‘spook’ te vertalen in een gordijn, zijn ‘monster’ in een schaduw en zijn ‘draak’ in een droom, is het niet langer bang, en lacht het vrolijk om zijn eigen angst.
14. Jij, mijn kind, bent bang voor je broeders, voor je Vader en voor jouzelf. Maar je vergist je slechts in hen. Vraag aan de Leraar van de werkelijkheid wat zij zijn, en als je Zijn antwoord hoort, zul ook jij om je angsten lachen en ze door vrede vervangen. Want angst ligt niet in de werkelijkheid, maar in de denkgeest van kinderen die de werkelijkheid niet begrijpen. Het is alleen hun gebrek aan begrip dat hen angst aanjaagt, en wanneer ze waarlijk leren zien, zijn ze niet bang. En daarom zullen ze opnieuw om de waarheid vragen wanneer ze angstig zijn. Het is niet de werkelijkheid van je broeders of je Vader of jouzelf die jou angst aanjaagt. Jij weet niet wat ze zijn, en daarom zie je hen als spoken, monsters en draken. Vraag aan Degene die wel weet wat hun werkelijkheid is, en Hij zal je zeggen wat zij zijn. Want jij begrijpt hen niet, en omdat je misleid bent door wat je ziet, heb je de werkelijkheid nodig om je angsten te verjagen.
15. Wil jij je angsten niet verruilen voor de waarheid, als die ruil plaatsvindt mits je er maar om vraagt? Want als God Zich niet in jou vergist, kun jij je alleen in jezelf vergissen. Maar jij kunt de waarheid over jezelf leren van de Heilige Geest, die jou zal onderwijzen dat er in jou, als deel van God, geen vergissing mogelijk is. Wanneer jij jezelf zonder begoocheling waarneemt, zul je de werkelijke wereld aanvaarden in plaats van de onware die jij hebt gemaakt. En dan zal je Vader Zich naar je toebuigen en de laatste stap voor jou zetten, door jou te verheffen tot Zichzelf.