Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 101 Schuldeloosheid En Onkwetsbaarheid

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
23-05-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

I. Schuldeloosheid en onkwetsbaarheid

1. Ik heb eerder al gezegd dat de Heilige Geest het doel van alle goede leraren deelt, wier bedoeling het uiteindelijk is zichzelf overbodig te maken door hun leerlingen alles te leren wat zij weten. De Heilige Geest wil niets anders, want doordat Hij de Liefde deelt van de Vader voor Zijn Zoon, probeert Hij alle schuld uit diens denkgeest weg te nemen opdat hij zich zijn Vader herinneren mag in vrede. Vrede en schuld zijn tegengestelden, en de Vader kan alleen worden herinnerd in vrede. Liefde en schuld kunnen niet naast elkaar bestaan, en het ene aanvaarden betekent het andere ontkennen. Schuld houdt Christus voor jouw zicht verborgen, want het is de ontkenning van de schuldeloosheid van Gods Zoon.
2. In de vreemde wereld die jij gemaakt hebt heeft de Zoon van God gezondigd. Hoe zou je hem dan kunnen zien? Door hem onzichtbaar te maken is in de zwarte wolk van schuld die jij aanvaard hebt de wereld van vergelding opgedoemd, en die is jou dierbaar. Want de schuldeloosheid van Christus is het bewijs dat het ego nooit heeft bestaan, noch ooit kan bestaan. Zonder schuld is er voor het ego geen leven, en Gods Zoon is zonder schuld.
3. Als je naar jezelf kijkt en in alle eerlijkheid beoordeelt wat je doet, kom je misschien in de verleiding je af te vragen hoe jij schuldeloos kunt zijn. Maar bedenk het volgende: jij bent niet schuldeloos in de tijd, maar in de eeuwigheid. Je hebt ‘gezondigd’ in het verleden, maar er is geen verleden. Altijd heeft geen richting. De tijd lijkt in één richting te verlopen, maar wanneer je zijn eind bereikt, zal hij zich oprollen als een lange loper, achter je uitgerold over het verleden, en verdwijnen. Zolang je gelooft dat de Zoon van God schuldig is, zul je over deze loper lopen, overtuigd dat hij leidt naar de dood. En de reis zal lang, bar en zinloos lijken, want dat is ze ook.
4. De reis die de Zoon van God voor zichzelf heeft uitgezet is inderdaad nutteloos, maar de reis waarop zijn Vader hem stuurt is er een van bevrijding en vreugde. De Vader is niet wreed, en Zijn Zoon kan zichzelf niet kwetsen. De vergelding die hij vreest en die hij ziet zal hem nooit treffen, want hoewel hij erin gelooft, weet de Heilige Geest dat die niet geldt. De Heilige Geest staat aan het eind van de tijd, waar jij noodzakelijkerwijs moet zijn, omdat Hij bij jou is. Hij heeft alles wat de Zoon van God onwaardig is reeds ongedaan gemaakt, want dat was Zijn opdracht, Hem door God gegeven. En wat God geeft is er altijd geweest.
5. Je zult mij zien, wanneer je inziet dat de Zoon van God schuldeloos is. Hij heeft zijn schuldeloosheid altijd gezocht, en heeft die gevonden. Want eenieder probeert te ontsnappen uit de gevangenis die hij zelf heeft gemaakt, en de manier om bevrijding te vinden wordt hem niet onthouden. Doordat die in hem ligt, heeft hij die gevonden. Wanneer hij die vindt is louter een kwestie van tijd, en tijd is slechts een illusie. Want de Zoon van God is nú schuldeloos, en zijn schitterende zuiverheid straalt voor eeuwig onaangetast in Gods Denkgeest. Gods Zoon zal altijd zijn zoals hij werd geschapen. Ontken jouw wereld, en vel over hem geen oordeel, want zijn eeuwige schuldeloosheid bevindt zich in de Denkgeest van zijn Vader, en beschermt hem tot in alle eeuwigheid.
6. Wanneer jij de Verzoening voor jezelf hebt aanvaard, zul je inzien dat er geen schuld is in Gods Zoon. En pas wanneer je hem als schuldeloos ziet, kun je zijn eenzijn begrijpen. Want het idee van schuld gaat gepaard met het geloof in de veroordeling van de een door de ander, en projecteert afscheiding in plaats van eenheid. Je kunt alleen jezelf veroordelen, en door dit te doen kun je niet weten dat jij Gods Zoon bent. Je hebt ontkend wat de hoedanigheid van zijn wezen is, namelijk zijn volmaakte schuldeloosheid. Hij is uit liefde geschapen, en in liefde verblijft hij. Goedheid en barmhartigheid hebben hem steeds gevolgd,* want hij heeft steeds de Liefde van zijn Vader uitgebreid.
7. Wanneer je de heilige metgezellen ziet die met jou meereizen, zul je beseffen dat er geen reis is, maar alleen een ontwaken. De Zoon van God, die niet slaapt, heeft voor jou zijn vertrouwen in zijn Vader behouden. Er is geen pad om over te reizen, en geen tijd om doorheen te reizen. Want God wacht niet in de tijd op Zijn Zoon, omdat Hij voor eeuwig ongenegen is zonder hem te zijn. En zo is het altijd geweest. Laat de heiligheid van Gods Zoon de wolk van schuld die je denkgeest verduistert wegschijnen, en leer van hem – door zijn zuiverheid als de jouwe te aanvaarden – dat ze de jouwe is.
8. Jij bent onkwetsbaar omdat je schuldeloos bent. Alleen door schuld kun je aan het verleden vasthouden. Want schuld stelt vast dat je gestraft zult worden voor wat je hebt gedaan, en is zodoende aangewezen op ééndimensionale tijd, die van het verleden naar de toekomst gaat. Niemand die dit gelooft kan begrijpen wat ‘altijd’ betekent, en daarom moet schuld je wel van het besef van de eeuwigheid beroven. Jij bent onsterfelijk omdat jij eeuwig bent, en ‘altijd’ kan niets anders zijn dan nu. Schuld is dus een manier om verleden en toekomst in je denkgeest vast te houden teneinde dé continuïteit van het ego te waarborgen. Want als wat geweest is gestraft zal worden, is de continuïteit van het ego gegarandeerd. Maar de garantie voor jouw continuïteit komt van God, niet van het ego. En onsterfelijkheid is het tegendeel van tijd, want de tijd gaat voorbij, terwijl onsterfelijkheid bestendig is.
9. De Verzoening aanvaarden leert jou wat onsterfelijkheid is, want door je schuldeloosheid te aanvaarden leer jij dat er nooit een verleden geweest is, zodat de toekomst onnodig is en er niet zal zijn. De toekomst wordt in de tijd altijd in verband gebracht met boetedoening, en alleen schuld kan een gevoel opwekken dat boetedoening nodig is. De schuldeloosheid van Gods Zoon aanvaarden als die van jou, is dan ook Gods manier om jou te herinneren aan Zijn Zoon, en wat hij in waarheid is. Want God heeft Zijn Zoon nooit veroordeeld, en omdat hij schuldeloos is, is hij eeuwig.
10. Je kunt schuld niet verdrijven door die tot werkelijkheid te maken, en die vervolgens al verzoenend weer goed te maken. Dit is het plan dat het ego biedt, in plaats van die te verdrijven. Het ego gelooft in verzoening door middel van aanval, omdat het zich volkomen heeft uitgeleverd aan de krankzinnige opvatting dat aanval verlossing is. En jij die aan schuld bent verknocht moet dit ook wel geloven, want hoe anders dan door je met het ego te vereenzelvigen zou datgene wat jij niet wilt jou dierbaar kunnen zijn?
11. Het ego leert jou jezelf aan te vallen omdat je schuldig bent, en dat moet de schuld wel vergroten, aangezien schuld het resultaat van een aanval is. In wat het ego onderwijst valt dan ook niet aan schuld te ontkomen. Want de aanval maakt schuld tot werkelijkheid, en als die werkelijk is, bestaat er geen manier die te overwinnen. De Heilige Geest verdrijft schuld eenvoudig door het kalme inzicht dat die nooit heeft bestaan. Wanneer Hij de schuldeloze Zoon van God aanschouwt, weet Hij dat dit waar is. En omdat het voor jou waar is, kun jij jezelf niet aanvallen, want zonder schuld is een aanval niet mogelijk. Jij bent dus verlost omdat Gods Zoon schuldeloos is. En doordat je volkomen zuiver bent, ben jij onkwetsbaar.