Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 107 Het Bereiken Van De Werkelijke Wereld

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
31-05-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

VII. Het bereiken van de werkelijke wereld

1. Zit in stilte en kijk naar de wereld die je ziet, en zeg tegen jezelf: ‘De werkelijke wereld is niet als deze. Ze heeft geen gebouwen en er zijn geen straten waarin mensen alleen en afgezonderd wandelen. Er zijn geen winkels waar mensen een eindeloze lijst dingen kopen die ze niet nodig hebben. Ze wordt niet door kunstlicht verlicht, en de nacht valt niet over haar. Er is geen dag die daagt en verschemert. Er is geen verlies. Niets is daar of het straalt, en straalt voor eeuwig.’
2. De wereld die je ziet moet worden ontkend, want het zien daarvan gaat ten koste van een ander soort visie. Je kunt niet beide werelden zien, want elk ervan behelst een ander soort zien, en hangt af van wat jij koestert. Je kunt de ene zien omdat je de andere hebt ontkend. Beide zijn ze niet waar, maar elk van beide zal je even werkelijk toeschijnen als de mate waarin die jou dierbaar is. En toch is hun macht niet dezelfde, want hun werkelijke aantrekkingskracht op jou is ongelijk.
3. Jij wilt de wereld die je ziet niet werkelijk, want ze heeft jou sinds het begin der tijden teleurgesteld. De woningen die je hebt gebouwd, hebben je nooit beschutting geboden. De wegen die je hebt aangelegd, hebben jou nergens heengeleid en geen stad die je gebouwd hebt heeft de aanslag van de tand des tijds doorstaan. Er is niets wat jij hebt gemaakt wat niet het merkteken draagt van de dood. Laat het je niet dierbaar zijn, want het is oud en moe en klaar om al tot stof weer te keren nog voor je het goed en wel hebt gemaakt. Deze smartelijke wereld heeft niet de macht de levende wereld ook maar enigszins te beroeren. Die macht kun je haar niet geven, en dus kun je, hoewel jij je in droefheid van haar afwendt, er niet de uitweg in vinden die naar een andere wereld leidt.
4. De werkelijke wereld heeft daarentegen de macht jou zelfs hier te beroeren, want jij hebt haar lief. En wat jij met liefde roept zal tot je komen. Liefde antwoordt altijd, want ze is niet in staat een roep om hulp te negeren, of geen gehoor te geven aan de kreten van pijn die tot haar opstijgen uit elk deel van deze vreemde wereld die jij wel gemaakt hebt, maar niet wilt. Al wat je nodig hebt om deze wereld weg te geven in blije ruil voor wat jij niet hebt gemaakt, is de bereidwilligheid te leren dat degene die jij gemaakt hebt vals is.
5. Je hebt je vergist in wat de wereld is, omdat jij jezelf verkeerd beoordeeld hebt. Wat zou je dan vanuit zo’n verwrongen referentiekader kunnen zien? Alle zien begint bij de waarnemer, die beoordeelt wat waar is en wat onwaar. En wat hij onwaar oordeelt, ziet hij niet. Jij die de werkelijkheid wilt beoordelen, kunt die niet zien, want telkens wanneer er een oordeel binnensluipt, is de werkelijkheid je ontglipt. Wat uit het hart* is, is ook uit het oog, want wat genegeerd wordt, is wel aanwezig, maar wordt niet herkend. Christus is er nog steeds, hoewel je Hem niet kent. Zijn Wezen is niet op jouw herkenning aangewezen. Hij leeft in jou in het vredige heden, en wacht tot jij het verleden achterlaat en de wereld binnengaat die Hij jou vol liefde aanreikt.
6. Er is niemand in deze wereld vol afleidingen die niet van de andere wereld om hem heen enkele glimpen opgevangen heeft. Maar zolang hij aan die van hem nog steeds waarde toekent, zal hij het schouwen van de andere wereld ontkennen, waarbij hij volhoudt dat hij liefheeft wat hij niet liefheeft, waardoor hij de door de liefde aangewezen weg niet volgt. Liefde leidt met zoveel vreugde! Wanneer je Hem volgt zul je je erover verheugen dat je Zijn gezelschap hebt gevonden en van Hem de vreugdevolle thuisreis hebt geleerd. Jij wacht alleen op jezelf. Afzien van deze droevige wereld en je dwalingen verruilen voor de vrede van God is slechts jouw wil. En Christus zal je steeds de Wil van God schenken, in de erkernning dat jij die met Hem deelt.
7. Het is Gods Wil dat niets dan Hijzelf Zijn Zoon raakt, en dat niets anders hem genaakt. Hij is even behoed voor pijn als God Zelf, die in alles over hem waakt. De wereld om hem heen straalt van liefde omdat God hem in Hemzelf een plaats gegeven heeft waar pijn afwezig is en waar liefde hem zonder eind en zonder smet omringt. Nooit kan er een verstoring van zijn vrede plaatsvinden. In volmaakte innerlijke gezondheid aanschouwt hij de liefde, want ze is in hem en overal rondom hem aanwezig. Hij moet de wereld van pijn wel ontkennen zodra hij de armen van de liefde om zich heen ziet. En vanuit deze plaats van geborgenheid kijkt hij vredig om zich heen en ziet hij in dat de wereld één met hem is.
8. De vrede van God gaat alleen jouw begrip te boven in het verleden. Toch is ze hier, en kun jij die nu begrijpen. God heeft Zijn Zoon voor eeuwig lief, en Zijn Zoon beantwoordt voor eeuwig de Liefde van zijn Vader. De werkelijke wereld is de weg die jou leidt tot de herinnering van dat ene dat volkomen waar en volkomen van jou is. Want al het andere heb jij jezelf in de tijd geleend, en dat zal wegsterven. Maar dit ene is altijd van jou, daar het Gods gave is aan Zijn Zoon. Jouw ene werkelijkheid werd je gegeven, en krachtens haar schiep God jou één met Hem.
9. Je zult eerst dromen van vrede, en er vervolgens toe ontwaken. Je eerste ruil van wat je hebt gemaakt voor wat jij wilt, is het inruilen van nachtmerries voor de gelukkige dromen van liefde. Hierin liggen je ware waarnemingen besloten, want de Heilige Geest corrigeert de wereld van dromen, waar alle waarneming zich bevindt. Kennis behoeft geen correctie. Echter, de dromen van liefde leiden tot kennis. Daarin zie je niets angstwekkends, en hierom zijn ze het welkom dat jij kennis bereidt. Liefde wacht op een welkom, niet op de tijd, en de werkelijke wereld is niets anders dan jouw welkom van wat altijd was. De roep van vreugde ligt er dan ook in besloten, en je blijde respons is je ontwaken tot wat jij niet verloren hebt.
10. Prijs dan de Vader voor de volmaakte innerlijke gezondheid van Zijn hoogst heilige Zoon. Jouw Vader weet dat jij niets behoeft. In de Hemel is dit zo, want wat zou je in de eeuwigheid nodig kunnen hebben? In jouw wereld heb je wel degelijk dingen nodig. Het is een wereld van schaarste waarin jij je bevindt omdat het jou aan iets ontbreekt. Maar kun jij jezelf in zo’n wereld wel vinden? Zonder de Heilige Geest zou het antwoord nee zijn. Maar dankzij Hem is het antwoord een vreugdevol ja! Als Middelaar tussen de twee werelden weet Hij wat jij nodig hebt en wat jou geen verdriet zal doen. Eigendom is een gevaarlijk begrip als het aan jou wordt overgelaten. Ten behoeve van verlossing wil het ego dingen hebben, want bezit is zijn wet. Bezit omwille van bezit is het basiscredo van het ego, een essentiële hoeksteen in de kerken die het bouwt voor zichzelf. En het eist dat jij alles bij zijn altaar legt wat het je gebiedt te vergaren, zodat jij er geen vreugde aan overhoudt.
11. Alles waarvan het ego je zegt dat je het nodig hebt zal jou verdriet doen. Want hoewel het ego jou steeds opnieuw aanspoort iets te vergaren, laat het jou niets, want wat je verwerft eist het van je op. Ja, aan dezelfde handen die het hebben bijeengegraaid, zal het worden ontrukt en in het stof gesmeten. Want waar het ego verlossing ziet, ziet het afscheiding, en zo verlies jij alles wat je in zijn naam hebt verworven. Vraag dan ook niet aan jezelf wat jij nodig hebt, want dat weet je niet, en eigen raad doet pijn. Want wat jij nodig meent te hebben zal alleen dienen om jouw wereld af te schermen tegen het licht, en jou onwillig maken om de waarde die deze wereld werkelijk voor je bevatten kan in twijfel te trekken.
12. Alleen de Heilige Geest weet wat jij nodig hebt. Want Hij zal jou alles geven wat de weg naar het licht niet verspert. En wat anders zou je nodig hebben? In de tijd geeft Hij je alle dingen die je hebben moet, en zal die vernieuwen zolang jij ze nodig hebt. Hij zal jou niets ontnemen zolang je het maar enigszins nodig hebt. En toch weet Hij dat alles wat je nodig hebt tijdelijk is, en slechts zal voortduren tot je van al je behoeften afstapt en beseft dat ze allemaal zijn vervuld. Daarom investeert Hij niet in de dingen waarin Hij voorziet, behalve om Zich ervan te vergewissen dat jij ze niet gebruikt om te talmen in de tijd. Hij weet dat jij daar niet thuis bent, en Hij wil dat geen vertraging jouw blijde thuiskomst verlaat.
13. Laat je behoeften dus maar over aan Hem. Hij zal erin voorzien zonder de minste nadruk erop te leggen. Wat van Hem tot jou komt, komt zonder dreiging, want Hij zal ervoor zorgen dat het nooit een donkere plek kan worden, verborgen in je denkgeest en daar bewaard om jou pijn te doen. Onder Zijn leiding zul je lichtvoetig over lichte wegen reizen, want Zijn zicht is immer gericht op het einde van de reis, dat Zijn doel is. Gods Zoon is geen reiziger die buitenwerelden bereist. Hoe heilig zijn waarneming ook mag worden, er is geen wereld buiten hemzelf die zijn erfgoed bevat. In zichzelf heeft hij aan niets behoefte, want licht behoeft niets anders dan in vrede te schijnen, en toe te laten dat de stralen in stilte worden uitgebreid, vanuit zichzelf tot in de oneindigheid.
14. Telkens wanneer je in de verleiding komt een nutteloze reis te maken die jou weg zou voeren van het licht, herinner je dan wat jij werkelijk wilt en zeg:
De Heilige Geest leidt me naar Christus,
en waarheen zou ik anders willen gaan?
Welke andere behoefte heb ik dan te ontwaken in Hem?
15. Volg Hem dan in vreugde, vol vertrouwen dat Hij je veilig leiden zal langs elke bedreiging van je innerlijke vrede waarmee deze wereld jou mogelijk confronteert. Kniel niet voor de altaren neer om te offeren, en streef niet na wat jij zeker zult verliezen. Neem genoegen met wat je even zeker zult behouden, en wees niet rusteloos, want jij onderneemt een vredige reis naar de vrede van God, waar Hij wil dat jij in rust verkeert.