Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 114 De Gelukkige Leerling

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
09-06-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

II. De gelukkige leerling

1. De Heilige Geest heeft een gelukkige leerling nodig, in wie Zijn opdracht tot een gelukkig eind kan worden gebracht. Jij die je met huid en haar hebt overgeleverd aan ellende, dient eerst in te zien dat je ellendig en niet gelukkig bent. Zonder dit contrast kan de Heilige Geest niet onderwijzen, want jij gelooft dat ellende geluk is. Dit heeft jou zo in verwarring gebracht dat jij ertoe bent overgegaan iets te leren wat je nooit kunt leren, in de overtuiging dat als je dat niet leert jij niet gelukkig zult zijn. Je ziet niet in dat het fundament waarop dit hoogst eigenaardige leerdoel berust, volstrekt niets te betekenen heeft. Toch kun jij het nog zinnig vinden. Geloof in niets, en je zult de ‘schat’ vinden die je zoekt. Maar je zult je reeds belaste denkgeest met een nieuwe last bezwaren. Je zult geloven dat niets waarde heeft, en daar waarde aan verlenen. Een glassplinter, een stofkorrel, een lichaam of een oorlog zijn jou eender. Want als je waarde verleent aan één ding dat uit niets is gemaakt, dan heb je geloofd dat niets waardevol kan zijn en dat je wel degelijk kunt leren hoe je het onware waar kunt maken.
2. De Heilige Geest, die ziet waar je bent maar weet dat jij elders bent, begint Zijn les in eenvoud met de basisleer dat de waarheid waar is. Dit is de moeilijkste les die jij ooit zult leren, en uiteindelijk de enige. Eenvoud is heel moeilijk voor een verwrongen denkgeest. Neem alle vervormingen eens in ogenschouw die je uit niets hebt gemaakt, alle vreemde vormen en gevoelens en acties en reacties die je daaruit gesponnen hebt. Niets is jou zo vreemd als de simpele waarheid, en er is niets waarnaar jij minder geneigd bent te luisteren. Het contrast tussen wat waar is en wat niet, is volkomen duidelijk, en toch zie jij het niet. Het eenvoudige en het voor de hand liggende zijn niet duidelijk voor hen die graag paleizen en vorstelijke gewaden maken uit niets, en op grond daarvan geloven dat ze koningen met gouden kronen zijn.
3. Dit alles ziet de Heilige Geest, en Hij onderwijst simpelweg dat dit alles niet waar is. Tot die ongelukkige leerlingen die zichzelf niets plegen te onderwijzen en zichzelf ertoe brengen te geloven dat het niet niets is, zegt de Heilige Geest met onverstoorbare kalmte:
De waarheid is waar. Niets anders is van belang, niets anders is werkelijk en al het andere bestaat niet. Laat Mij voor jou het enige onderscheid maken dat jij niet maken kunt, maar dat je dient te leren. Je geloof in niets misleidt jou. Schenk Mij je geloof, en Ik zal het zachtjes plaatsen op de heilige plaats waar het thuishoort. Daar zul je geen misleiding aantreffen, maar slechts de simpele waarheid. En je zult haar liefhebben, want je zult haar begrijpen.
4. Net als jij heeft de Heilige Geest de waarheid niet gemaakt. Net als God weet Hij dat ze waar is. Hij brengt het licht der waarheid in de duisternis, en laat het over jou schijnen. En terwijl het straalt zien jouw broeders het, en beseffend dat dit licht niet iets is wat jij hebt gemaakt, zien zij meer in jou dan jij ziet. Zij zullen de gelukkige leerlingen zijn van de les die dit licht hun brengt, want die onderwijst aan hen bevrijding van niets en van al de werken van het niets. De zware ketenen die hen aan wanhoop lijken te kluisteren zien zij niet als niets, tot jij het licht tot hen brengt. En dan zien ze dat de ketenen verdwenen zijn, en dus moeten ze wel niets zijn geweest. En jij zult het samen met hen zien. Doordat jij aan hen vreugde en bevrijding onderwezen hebt, zullen zij jouw leraren worden in bevrijding en vreugde.
5. Telkens wanneer jij iemand onderwijst dat de waarheid waar is, leer je dat samen met hem. En zo leer je dat wat het moeilijkste leek, het makkelijkste was. Leer een gelukkige leerling te zijn. Je zult nooit leren hoe je niets tot alles maakt. Maar zie dat dit jouw doel is geweest, en begrijp hoe dwaas dat was. Wees blij dat het ongedaan is gemaakt, want wanneer jij er eenvoudig eerlijk naar kijkt, is het ongedaan gemaakt. Ik heb hiervoor al gezegd: ‘Wees niet tevreden met niets,’ want je hebt geloofd dat niets je tevreden kon stellen. Zo is het niet.
6. Wil je een gelukkige leerling zijn, dan dien jij al wat je geleerd hebt aan de Heilige Geest te geven, opdat het voor jou wordt afgeleerd. En begin dan de vreugdevolle lessen te leren die zich snel opstapelen op het vaste fundament dat de waarheid waar is. Want wat daar is opgebouwd, is waar en op de waarheid gebouwd. Een hele wereld van leren zal zich in al haar innemende eenvoud voor jou openen. Met de waarheid voor ogen zul je niet omkijken.
7. De gelukkige leerling voldoet hier aan de voorwaarden om te leren, zoals hij in het Koninkrijk aan de voorwaarden voor kennis voldoet. Dit alles ligt besloten in het plan van de Heilige Geest om jou van het verleden te bevrijden, en de weg naar de vrijheid voor jou te openen. Want de waarheid is waar. Wat anders zou er ooit hebben kunnen bestaan, of heeft er ooit bestaan? Deze eenvoudige les bevat de sleutel van de duistere deur die naar jij meent voorgoed vergrendeld is. Jij hebt die deur uit niets gemaakt, en daarachter is niets. De sleutel is slechts het licht dat de gestalten, vormen en angsten wegschijnt die uit niets zijn gemaakt. Neem deze sleutel tot de vrijheid aan uit handen van Christus; Hij geeft jou die, opdat jij je met Hem zult verbinden in de heilige taak om het licht te brengen. Want net als je broeders besef jij niet dat het licht is gekomen en jou heeft bevrijd van de slaap der duisternis.
8. Kijk naar je broeders in hun vrijheid, en leer van hen hoe jij vrij kunt zijn van duisternis. Het licht in jou zal hen doen ontwaken, en ze zullen jou niet slapend achterlaten. De visie van Christus wordt meteen verleend op het moment dat die wordt gezien. Waar alles helder is, is alles volkomen heilig. De vredige eenvoud ervan is zo onweerstaanbaar dat je zult beseffen dat het onmogelijk is de simpele waarheid te ontkennen. Want iets anders is er niet. God is overal, en Zijn Zoon is in Hem, met alles. Kan hij dan, wanneer dit waar is, een klaagzang van verdriet aanheffen?