Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 252 De Waarheid Achter Illusies

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
16-12-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

IV. De waarheid achter illusies


1. Je zult aanvallen wat geen voldoening schenkt, en zo zul je niet zien dat jij het hebt bedacht. Je vecht altijd tegen illusies. Want de waarheid erachter is zo lieflijk en zo stil in liefdevolle zachtmoedigheid, dat jij, zou jij je er bewust van zijn, je verdedigende houding totaal zou vergeten en je in haar armen werpen. De waarheid kan nooit worden aangevallen. En dat wist je toen je afgoden maakte. Die werden gemaakt om dit te kunnen vergeten. Je valt slechts valse ideeën aan, nooit waarheidsgetrouwe. Alle afgoden zijn de valse ideeën die jij hebt gemaakt om de kloof te dichten die volgens jou is ontstaan tussen jezelf en wat waar is. En jij valt ze aan om de zaken waar ze naar jouw idee voor staan. Wat erachter ligt kan niet worden aangevallen.
2. De vermoeiende, teleurstellende goden die jij hebt gemaakt, zijn net opgeblazen kinderspeelgoed. Een kind schrikt wanneer een houten kop opveert als een gesloten doosje plotseling geopend wordt, of wanneer een zachte en stille wollige beer begint te piepen als hij die oppakt. De regels die hij voor dozen en beren heeft gemaakt, hebben hem in de steek gelaten, en zijn ‘controle’ op zijn omgeving doorbroken. En hij is bang omdat hij dacht dat die regels hem bescherming boden. Nu moet hij leren dat de dozen en de beren hem niet bedrogen en geen regels doorbroken hebben, noch betekenen dat zijn wereld chaotisch en onveilig geworden is. Hij had zich vergist. Hij had wat voor zijn veiligheid zorgde misverstaan, en dacht dat dit was weggegaan.
3. De kloof die er niet is, wordt gedicht met speelgoed in ontelbare vormen. En elk lijkt de regels te doorbreken die jij ervoor hebt opgesteld. Het was nooit wat jij dacht dat het was. Het moet lijken alsof het jouw regels voor veiligheid schendt, aangezien de regels verkeerd zijn. Maar jij verkeert niet in gevaar. Je kunt lachen om opverende koppen en piepend speelgoed, net als het kind dat leert dat ze geen bedreiging vormen voor hem. Maar zolang hij het leuk vindt om ermee te spelen, ziet hij nog steeds dat ze de regels gehoorzamen die hij voor zijn plezier heeft gemaakt. En dus zijn er nog steeds regels die ze lijken te kunnen schenden, waardoor ze hem doen schrikken. Maar is hij overgeleverd aan de genade van zijn speelgoed? En kan dat een bedreiging voor hem zijn?
4. De werkelijkheid eerbiedigt de wetten van God, en niet de regels die jij hebt opgesteld. Het zijn Zijn wetten die jouw veiligheid garanderen. Alle illusies die je over jezelf gelooft gehoorzamen aan geen enkele wet. Ze lijken een tijdje naar de regels te dansen die jij voor ze hebt vastgelegd. Maar daarna vallen ze en komen niet meer overeind. Het zijn maar stukken speelgoed, mijn kind, dus treur er niet om. Hun dansen heeft jou nooit vreugde gebracht. Maar het waren evenmin dingen om je te doen schrikken, of jou veiligheid te bieden als ze aan jouw regels gehoorzaamden. Ze moeten niet worden gekoesterd of aangevallen, maar gewoon als stukken kinderspeelgoed worden beschouwd die op zichzelf geen enkele betekenis hebben. Zie één erin, en je ziet ze allemaal. Zie geen enkele erin, en ze kunnen jou niet raken.
5. Verschijningsvormen misleiden omdat ze verschijningsvormen zijn, en geen werkelijkheid. Wat hun vorm ook is, blijf er niet bij stilstaan. Ze onttrekken slechts de werkelijkheid aan het oog, en brengen angst teweeg omdat ze de waarheid verbergen. Doe geen aanval op wat jij gemaakt hebt om je te laten misleiden, want zo bewijs je dat je wel degelijk werd misleid. Een aanval heeft de macht illusies werkelijk te maken. Maar wat hij maakt is niets. Wie kan er bang worden gemaakt door een macht die geen enkel werkelijk gevolg kan hebben? Wat kan dit anders zijn dan een illusie, die de dingen aan haarzelf gelijk doet lijken? Kijk kalm naar haar speelgoed, en begrijp dat het slechts afgoden zijn die dansen naar de pijpen van ijdele verlangens. Vereer ze niet met jouw aanbidding, want ze zijn er niet. Maar dit wordt in de aanval eveneens vergeten. Gods Zoon heeft tegen zijn dromen geen verdediging nodig. Zijn afgoden vormen volstrekt geen bedreiging voor hem. Zijn enige vergissing is dat hij denkt dat ze werkelijk zijn. Waartoe is de macht van illusies in staat?
6. Verschijningsvormen kunnen slechts de denkgeest misleiden die misleid wil worden. En jij kunt een eenvoudige keuze maken die jou voorgoed ver buiten alle misleiding plaatsen zal. Je hoeft je niet te bekommeren om hoe dit zal gebeuren, want dat kun je niet begrijpen. Maar wel zul je begrijpen dat er grootse veranderingen snel zijn teweeggebracht, wanneer je deze ene zeer eenvoudige beslissing neemt: jij wilt niets van al wat jij meent dat een afgod geeft. Want zo verklaart de Zoon van God dat hij vrij van afgoden is. En dus is hij vrij.
7. De verlossing is waarlijk een paradox! Wat kan ze anders zijn dan een gelukkige droom? Ze vraagt je enkel alle dingen te vergeven die niemand ooit heeft gedaan, voorbij te zien aan wat er niet is, en het onwerkelijke niet voor werkelijkheid aan te zien. Er wordt je slechts gevraagd jouw wil te laten geschieden, en niet langer de dingen na te jagen die je niet wilt. En er wordt je gevraagd jezelf vrij te laten zijn van al de dromen van wat je nooit was, en niet langer te proberen de kracht van ijdele wensen in de plaats te stellen van Gods Wil.
8. Hier begint de droom van afscheiding te vervagen en te verdwijnen. Want hier wordt begonnen de kloof die niet bestaat te zien zonder het speelgoed van de verschrikking dat jij hebt gemaakt. Meer wordt niet gevraagd. Wees blij dat de verlossing zo weinig vraagt, en niet zoveel. In werkelijkheid vraagt ze niets. En zelfs in illusies vraagt ze alleen dat vergeving de plaats inneemt van angst. Dat is de enige regel voor gelukkige dromen. De kloof wordt ontdaan van het speelgoed van de angst, en dan wordt haar onwerkelijkheid zonneklaar. Dromen dienen tot niets. En de Zoon van God kan ze niet nodig hebben. Ze bieden hem totaal niets wat hij ooit zou kunnen wensen. Hij wordt door zijn wil van illusies verlost, en gewoon teruggebracht tot wat hij is. Wat zou Gods verlossingsplan voor hem anders kunnen zijn dan een middel om hem aan Zichzelf te geven?