Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 137 De Beloning Van Onderwijzen

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
12-07-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer


III. De beloning van onderwijzen

1. We hebben al geleerd dat iedereen onderwijst, en wel de hele tijd. Het kan zijn dat je goed hebt onderwezen, en toch niet geleerd hebt hoe jij zelf de troost kunt aanvaarden die van jouw onderwijs uitgaat. Als je eens nagaat wat je hebt onderwezen, en hoe vreemd dat is aan wat je meende te weten, zul je genoodzaakt zijn in te zien dat je Leraar van buiten jouw denksysteem is gekomen. Daarom kon Hij er open en eerlijk naar kijken, en zien dat het onwaar was. Hij moet dat gedaan hebben op basis van een heel ander denksysteem, een dat met het jouwe niets gemeen heeft. Want stellig heeft wat Hij heeft onderwezen en wat jij door middel van Hem onderwezen hebt, niets gemeen met wat jij hebt onderwezen vóór Hij kwam. En het resultaat daarvan was dat er vrede werd gebracht waar pijn was, en dat lijden verdween en vreugde daarvoor in de plaats kwam.
2. Je hebt misschien wel vrijheid onderwezen, maar je hebt niet geleerd hoe jij vrij kunt zijn. Ik heb eerder al gezegd: ‘Aan hun vruchten zult gij hen kennen, en zullen zij zichzelf kennen.’ Want het staat vast dat jij jezelf zult beoordelen in overeenstemming met wat je onderwijst. Het onderwijs van het ego levert onmiddellijke resultaten op, want zijn beslissingen worden onmiddellijk als jouw keuze aanvaard. En het aanvaarden hiervan betekent dat jij bereid bent jezelf dienovereenkomstig te beoordelen. Oorzaak en gevolg zijn heel duidelijk in het denksysteem van het ego, want al wat jij hebt geleerd was erop gericht de relatie daartussen te bewerkstelligen. En zou je soms geen vertrouwen hebben in wat jij jezelf zo ijverig hebt leren geloven? Bedenk evenwel met hoeveel zorg jij de getuigen daarvan hebt uitgekozen, en diegenen uit de weg bent gegaan die pleitten voor de zaak van de waarheid en haar gevolgen.
3. Laat het feit dat jij zelf niet hebt geleerd wat je hebt onderwezen jou niet zien dat je het Zoonschap niet als één ziet? En laat het jou ook niet zien dat jij jezelf niet als één ziet? Want het is onmogelijk om zonder de minste overtuiging te onderwijzen en dat met succes te doen, en het is even onmogelijk dat die overtuiging zich buiten jou bevindt. Je zou nooit vrijheid hebben kunnen onderwijzen als jij er niet daadwerkelijk in geloofde. En het moet wel zo zijn dat wat je onderwezen hebt uit jouzelf is gekomen. Maar dit Zelf ken je klaarblijkelijk niet en je herkent Het niet, ook al functioneert Het. Wat functioneert moet wel bestaan. En alleen als je ontkent wat Het heeft gedaan, is het denkbaar dat je Zijn Aanwezigheid ontkent.
4. Dit is een cursus in hoe je jezelf leert kennen. Je hebt onderwezen wat jij bent, maar je hebt wat jij bent jóu niet laten onderwijzen. Je bent heel zorgvuldig geweest in het omzeilen van wat voor de hand ligt, en in het niet zien van de werkelijke relatie tussen oorzaak en gevolg, die volkomen duidelijk is. Maar in jou ligt alles wat je hebt onderwezen. Wat is het dan dat dit niet geleerd heeft? Het moet wel dat deel zijn dat in werkelijkheid buiten jezelf ligt, niet door je eigen projectie, maar in waarheid. En het is dit deel dat je naar binnen gebracht hebt dat jij niet bent. Wat jij in je denkgeest aanneemt verandert hem in werkelijkheid niet. Een illusie is niets anders dan het geloof in iets wat er niet is. En het ogenschijnlijke conflict tussen waarheid en illusie kan alleen worden opgelost door jezelf af te scheiden van de illusie, en niet van de waarheid.
5. Jouw onderwijs heeft dit reeds gedaan, want de Heilige Geest is een deel van jou. Door God geschapen, heeft Hij noch God noch Diens schepping verlaten. Hij is zowel God als jou, zoals jij God en Hem tegelijk bent. Want Gods Antwoord op de afscheiding heeft meer aan jou toegevoegd dan jij hebt trachten weg te nemen. Hij heeft zowel jouw scheppingen als jouzelf tegelijk beschermd, en datgene wat jij wilde buitensluiten als één met jou behouden. En zij zullen de plaats innemen van wat jij hebt binnengebracht ter vervanging daarvan. Ze zijn volkomen werkelijk, als deel van het Zelf dat jij niet kent. Ze communiceren met jou via de Heilige Geest, terwijl ze ten behoeve van jouw onderwijs van jezelf hun macht en hun dank voor hun schepping met vreugde schenken aan jou, die hun thuis is. Jij die gastheer bent voor God bent evenzeer hun gastheer. Want niets wat werkelijk is, heeft ooit de denkgeest van zijn schepper verlaten. En wat niet werkelijk is, is daar nooit geweest.
6. Jij bent niet twee zeiven die in conflict zijn. Wat is er buiten God? Als jij die Hem omvat en die door Hem wordt omvat het universum bent, moet al het andere wel daarbuiten liggen, waar niets is. Jij hebt dit onderwezen, en van ver weg in het universum, en toch niet buiten jouzelf, hebben de getuigen van jouw onderricht zich verzameld om je te helpen dit te leren. Hun dankbaarheid heeft zich met die van jou en die van God verbonden om je geloof in wat jij onderwezen hebt te versterken. Want wat jij onderwezen hebt is waar. Zonder hen sta jij buiten je eigen onderwijs, en los ervan. Maar met hen moet jij wel leren dat je slechts jezelf onderwezen hebt, en hebt geleerd van de overtuiging die je deelde met hen.
7. Dit jaar zul je beginnen met leren, en het leren evenredig maken aan het onderwijzen. Je hebt hiervoor gekozen door je eigen bereidwilligheid om te onderwijzen. Hoewel je eronder gebukt leek te gaan, zal de vreugde van het onderwijzen toch de jouwe zijn. Want de vreugde van het onderwijzen ligt in de leerling, die dit in dank aan de leraar schenkt en met hem deelt. Naarmate je leert zal jouw dankbaarheid jegens je Zelf, dat jou onderwijst wat Het is, groeien en jou helpen Het te eren. En je zult Zijn macht en kracht en zuiverheid leren kennen, en Het liefhebben zoals Zijn Vader dit doet. Zijn Koninkrijk kent geen grenzen en geen einde, en er is niets in Hem dat niet volmaakt en eeuwig is. Dit alles ben jij, en niets buiten dit hen jij.
8. Jouw allerheiligste Zelf komt alle lof toe voor wat jij bent, en voor wat Hij is die jou geschapen heeft zoals jij bent. Vroeg of laat moet eenieder de kloof overbruggen die, naar hij zich verbeeldt, tussen zijn beide zeiven bestaat. Ieder bouwt deze brug die hem over de kloof heen draagt zodra hij bereid is een kleine inspanning te leveren om die te overbruggen. Zijn kleine inspanningen worden op machtige wijze aangevuld door de kracht van de Hemel, en door de vereende wil van allen die de Hemel maken tot wat die is, doordat ze erin verbonden zijn. En zo wordt hij die naar de overkant wil letterlijk daarheen vervoerd.
9. Jouw brug is sterker gebouwd dan je denkt, en je voet staat er stevig op geplant. Wees niet bang dat de aantrekkingskracht van hen die aan de overkant op je staan te wachten jou er niet veilig overheen zullen halen. Want je zult aankomen waar je wilt zijn, en waar jouw Zelf je opwacht.