Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 222 Want Zij Zijn Gekomen

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
08-11-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

IX. Want Zij zijn gekomen

1. Bedenk hoe heilig jij moet zijn door wie de Stem namens God jouw broeder liefdevol toeroept, opdat je in hem de Stem mag wekken die jouw roep beantwoordt! En bedenk hoe heilig hij moet zijn wanneer in hem jouw eigen verlossing sluimert, met zijn vrijheid verbonden! Hoezeer jij ook wenst dat hij veroordeeld is, God is in hem. En nooit zul je weten dat Hij Zich eveneens in jou bevindt zolang je Zijn uitverkoren woning aanvalt, en slag levert met Zijn gastheer. Bezie hem met zachtmoedigheid. Kijk met liefdevolle ogen naar hem die Christus in zich draagt, opdat jij zijn heerlijkheid mag aanschouwen en je erin verheugen dat de Hemel niet van jou gescheiden is.
2. Is het te veel gevraagd een beetje vertrouwen op te brengen voor hem die jou Christus brengt, zodat al jouw zonden je vergeven kunnen worden, en er geen enkele overblijft die je nog koestert? Vergeet niet dat een schaduw, tussen jouw broeder en jou in gehouden, het gelaat van Christus en de herinnering van God versluiert. En zou jij Hen willen ruilen voor een oeroude haat? De grond waarop jij staat is heilige grond dankzij Hen die deze, door er samen met jou te staan, met Hun onschuld en Hun vrede hebben gezegend.
3. Het bloed vergoten uit haat verdwijnt, opdat het gras weer groen zal worden en de bloemen weer helemaal wit staan te blinken in de zomerzon. Wat een oord van de dood was, is nu een levende tempel geworden in een wereld van licht. Dankzij Hen. Hun Tegenwoordigheid is het die opnieuw de heiligheid heeft verheven, opdat ze haar aloude plaats inneemt op een aloude troon. Dankzij Hen zijn wonderen als gras en bloemen ontsproten aan de dorre grond die, door haat verschroeid, woest en ledig was geworden. Wat haat had aangericht, hebben Zij ongedaan gemaakt. En nu sta je op grond die zo heilig is dat de Hemel zich buigt om zich ermee te verbinden en die tot zijn evenbeeld te maken. De schaduw van een oeroude haat is verdwenen en alle verderf en verdorring zijn voorgoed vertrokken uit het land waar Zij gekomen zijn.
4. Wat betekent honderd jaar voor Hen, of duizend, of tienduizenden? Wanneer Zij komen is aan het doel van de tijd voldaan. Wat nooit was wordt tot niets wanneer Zij gekomen zijn. Waarop haat aanspraak maakte is aan de liefde overgedragen, en vrijheid verlicht ieder levend wezen en verheft het tot in de Hemel, waar de lichten steeds helderder gaan stralen nu ieder thuiskomt. Het incomplete wordt weer compleet gemaakt, en de vreugde van de Hemel is vergroot omdat wat het zijne is, eraan is teruggegeven. De van bloed doordrenkte aarde is gereinigd, en de waanzinnigen hebben hun gewaden van waanzin afgeworpen, om zich met Hen te verbinden op de grond waarop jij staat.
5. De Hemel is dankbaar voor dit geschenk van wat zo lang is achtergehouden. Want Zij zijn gekomen om het Hunne rond zich te scharen. ‘Wat afgesloten was is geopend, wat van het licht werd weggehouden wordt prijsgegeven, zodat het licht erop kan schijnen en afstand noch ruimte kan blijven talmen tussen het licht van de Hemel en de wereld.
6. De heiligste van alle plekken op aarde is waar een oeroude haat een huidige liefde is geworden. En Zij komen snel naar de levende tempel, waar een woning voor Hen is toebereid. Geen plaats in de Hemel is heiliger. En Zij zijn gekomen om de tempel te bewonen die Hun aangeboden is, om Hun zowel als jou tot rustplaats te dienen. Wat haat heeft vrijgemaakt voor de liefde wordt het helderste licht in de schittering van de Hemel. En al de lichten in de Hemel stralen helderder nu, uit dankbaarheid voor wat in oude luister is hersteld.
7. Liefdevol omzweven engelen jou, om alle duistere gedachten van zonde van je af te houden, en het licht vast te houden waar het binnenkwam. Jouw voetspoor verlicht de wereld, want waar jij gaat is vergeving je blije metgezel. Er is niemand op aarde die niet dankzegt aan iemand die hem zijn thuis heeft teruggegeven, en hem onderdak verschafte tegen de bittere winter en de ijzige kou. En zullen de Heer van de Hemel en Zijn Zoon dan minder geven uit dankbaarheid voor zoveel méér?
8. Nu is de tempel van de levende God herbouwd om opnieuw gastheer te zijn voor Hem door Wie deze werd geschapen. Waar Hij verblijft, verblijft Zijn Zoon samen met Hem, nimmer gescheiden. En Ze zeggen dank dat Hun eindelijk een welkom is bereid. Waar eens een kruis stond, staat nu de verrezen Christus, en oeroude littekens vinden genezing in Zijn zicht. Een aloud wonder is gekomen ter zegening en vervanging van een oeroude vijandschap die was gekomen om te doden. In zachtmoedige dankbaarheid keren God de Vader en de Zoon terug naar wat het Hunne is, en voor eeuwig zijn zal. Nu is het doel van de Heilige Geest ten einde. Want Zij zijn gekomen! Want Zij zijn eindelijk gekomen!