Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 148 De Roep Om Geloof

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
27-07-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

VII. De roep om geloof

1. Substituten voor aspecten van de situatie getuigen van jouw gebrek aan geloof. Ze tonen aan dat jij niet geloofde dat de situatie en het probleem zich op dezelfde plaats bevonden. Het probleem was het gebrek aan geloof, en dit demonstreer je juist wanneer je het van zijn bron verwijdert, en het ergens anders plaatst. Als gevolg daarvan zie je het probleem niet. Had het jou niet aan geloof ontbroken dat het probleem kon worden opgelost, dan zou het verdwenen zijn. En de situatie zou voor jou betekenis hebben gehad, want het obstakel op de weg naar begrip zou zijn weggenomen. Het probleem naar elders verleggen is het behouden, want je loopt ervan weg en maakt het onoplosbaar.
2. Er is geen probleem, in welke situatie ook, of geloof lost het op. Er is geen verschuiving in welk aspect van het probleem ook, of het zal de oplossing onmogelijk maken. Want als je een deel van het probleem naar elders verschuift, moet de betekenis van het probleem wel verloren gaan, en de oplossing voor het probleem is onlosmakelijk met de betekenis ervan verbonden. Is het niet mogelijk dat al jouw problemen zijn opgelost, maar dat jij voor de oplossing bent weggelopen? Toch moet er geloof zijn daar waar iets werd gedaan, en waar jij ziet dat het werd gedaan.
3. Een situatie is een relatie, want ze is de verbinding van gedachten. Als er problemen worden waargenomen, komt dit doordat de gedachten worden geacht met elkaar in strijd te zijn. Maar als waarheid het doel is, is dit onmogelijk. Er moet een of ander idee van lichamen zijn binnengeslopen, want de ene denkgeest kan de andere niet aanvallen. De gedachte aan lichamen is een teken van ongeloof, want lichamen kunnen totaal niets oplossen. Hun inbreuk op de relatie, een misvatting in je gedachten over de situatie, wordt dan de rechtvaardiging voor jouw gebrek aan geloof. Je zult tot die misvatting komen, maar wees daar allerminst om bekommerd. De misvatting doet niet ter zake. Ongeloof dat naar geloof wordt gebracht zal nooit de waarheid in de weg staan. Maar ongeloof dat tegen de waarheid wordt gebruikt, zal altijd het geloof vernietigen. Als het jou aan geloof ontbreekt, vraag dan dat het daar hersteld wordt waar het verloren ging, en streef er niet naar het elders vergoed te krijgen, alsof je er ten onrechte van was beroofd.
4. Alleen wat jij niet hebt gegeven, kan in enige situatie ontbreken. Maar onthoud dit: voor jouw relatie werd heiligheid als doel vastgesteld, en niet door jou. Jij hebt het niet vastgesteld, want heiligheid kan alleen door geloof worden gezien, en je relatie was niet heilig omdat jouw geloof in je broeder zo beperkt en zo gering was. Je geloof moet groeien om het vastgestelde doel te verwezenlijken. De werkelijkheid van het doel zal dit in je oproepen, want je zult zien dat vrede en geloof niet afzonderlijk komen. In welke situatie kun je zonder geloof zijn, en toch in jouw broeder blijven geloven?
5. Elke situatie waarin jij je bevindt is louter een middel om aan het doel te beantwoorden dat voor jouw relatie werd vastgesteld. Zie de situatie als iets anders, en je bent ongelovig. Gebruik je ongeloof niet. Laat het binnen, kijk er in alle kalmte naar, maar gebruik het niet. Ongeloof is de dienaar van illusie, en volkomen trouw aan zijn heer. Gebruik het, en het zal je rechtstreeks naar illusies brengen. Laat je niet verleiden door wat het je biedt. Het dwarsboomt niet het doel, maar wel de waarde die het doel voor jou heeft. Accepteer niet de illusie van vrede die het biedt, maar kijk naar zijn aanbod en begrijp dat het illusie is.
6. Illusie als doel is even nauw verweven met ongeloof als geloof met waarheid is verbonden. Als het jou aan het geloof ontbreekt dat iemand in enige situatie die bij voorbaat aan de waarheid is gewijd zijn rol zal vervullen, en wel volmaakt zal vervullen, dan is je toewijding verdeeld. En zo heeft het jou aan geloof in je broeder ontbroken, en heb jij je ongeloof tegen hem gebruikt. Geen enkele relatie is heilig als haar heiligheid haar niet overal vergezelt. Zoals heiligheid en geloof hand in hand gaan, zo moet haar geloof haar wel overal vergezellen. De werkelijkheid van het doel zal ieder wonder dat voor zijn vervulling nodig is oproepen en volbrengen. Er is niets te gering of te geweldig, te zwak of te onweerstaanbaar, dat niet met zachtheid tot zijn nut en doel zal worden aangewend. Het universum zal het blijmoedig dienen, zoals het op zijn beurt het universum dient. Maar kom niet tussenbeide.
7. De macht die in jou is geplaatst, in wie het doel van de Heilige Geest is gevestigd, gaat jouw geringe begrip van het oneindige zo ver te boven dat je er geen idee van hebt hoe groot de kracht is die jou vergezelt. En die kun jij in alle veiligheid aanwenden. Maar ondanks al haar macht, zo groot dat ze voorbij de sterren tot in het universum erachter reikt, kan dat beetje ongeloof dat jij hebt haar toch nutteloos maken, als je in plaats van die macht dat ongeloof zou gebruiken.
8. Maar denk hier eens over na, en ontdek de oorzaak van ongeloof: je meent dat jij je broeder aanrekent wat hij jou heeft aangedaan. Maar waar je hem werkelijk de schuld van geeft, is wat jij hem hebt aangedaan. Het is niet zijn verleden maar het jouwe, dat jij hem kwalijk neemt. En het ontbreekt jou aan geloof in hem vanwege wat jij was. Toch ben je even onschuldig aan wat jij was als hij dat is. Wat nooit geweest is, is zonder oorzaak, het is er niet en kan dus de waarheid niet dwarsbomen. Voor ongeloof bestaat geen oorzaak, maar er bestaat wel een Oorzaak voor geloof. Die Oorzaak doet haar intrede in elke situatie die Haar bedoeling deelt. Het licht der waarheid straalt vanuit het middelpunt van de situatie, en beroert eenieder tot wie haar bedoeling roept. Ze roept iedereen. Er is geen situatie waarin niet jouw hele relatie, in elk aspect en compleet in elk deel, betrokken is. Je kunt niets van jezelf erbuiten laten en toch de situatie heilig houden. Want ze deelt de bedoeling van jouw hele relatie, en ontleent daaraan haar betekenis.
9. Begeef je in elke situatie met het geloof dat jij je broeder schenkt, of het ontbreekt jou aan geloof in je eigen relatie. Jouw geloof zal de anderen oproepen om je doel te delen, zoals hetzelfde doel het geloof in jou opriep. En je zult zien dat de middelen waarvan jij je ooit hebt bediend om jezelf naar illusies te leiden, worden getransformeerd in middelen ten behoeve van de waarheid. De waarheid roept om geloof, en geloof maakt ruimte voor de waarheid. Toen de Heilige Geest de bedoeling van je relatie veranderde door die van jou te verruilen voor die van Hem, werd het doel dat Hij erin gelegd heeft tot iedere situatie uitgebreid waarin jij je begeeft of je ooit zult begeven. En zo werd iedere situatie bevrijd van het verleden, dat haar zinloos zou hebben gemaakt.
10. Je roept om geloof omwille van Hem die in iedere situatie met jou meegaat. Je bent niet langer volslagen krankzinnig, en ook niet langer alleen. Want eenzaamheid in God moet wel een droom zijn. Jij wiens relatie het doel van de Heilige Geest deelt, bent van eenzaamheid uitgezonderd omdat de waarheid is gekomen. Haar roep om geloof is krachtig. Gebruik je ongeloof niet daartegenin, want ze roept jou op tot verlossing en vrede.