Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 53 Genezing En De Onveranderlijkheid Van De Denkgeest

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
16-03-2022

Donaties maken deze klassen mogelijk https://eencursusinwonderen.org/doneer

toelichting tekst eciw: https://www.youtube.com/watch?v=9uO6B8YOjuc

V. Genezing en de onveranderlijkheid van de denkgeest

1. Het lichaam is niets meer dan een raamwerk waarbinnen vermogens ontwikkeld kunnen worden, wat geheel losstaat van waarvoor die worden gebruikt. Dat is een beslissing. De gevolgen van de beslissing van het ego hieromtrent zijn zo duidelijk dat er niet over hoeft te worden uitgeweid, maar de beslissing van de Heilige Geest om het lichaam alleen voor communicatie te gebruiken staat in zo’n rechtstreeks verband met genezing dat ze wel opheldering behoeft. De ongenezen genezer begrijpt klaarblijkelijk zijn eigen roeping niet.
2. Alleen de denkgeest communiceert. Aangezien het ego de impuls tot communiceren niet kan uitschakelen omdat dit tevens de impuls tot scheppen is, kan het jou alleen leren dat het lichaam zowel kan communiceren als scheppen en daarom de denkgeest niet nodig heeft. Zo probeert het ego jou te leren dat het lichaam zich kan gedragen als de denkgeest en dus aan zichzelf genoeg heeft. Maar we hebben geleerd dat gedrag niet het niveau is waarop onderwezen of geleerd kan worden, aangezien jij kunt handelen in overeenstemming met wat je niet gelooft. Als je dat doet zul jij echter als leraar en als leerling aan kracht inboeten, omdat jij, zoals herhaaldelijk werd benadrukt, onderwijst wat je wel gelooft. Een inconsistente les zal slecht onderwezen en slecht geleerd worden. Als je zowel ziekte als genezing onderwijst, ben je zowel een slechte leraar als een slechte leerling.
3. Genezing is het enige vermogen dat ieder kan en moet ontwikkelen, wil hij worden genezen. Genezing is de vorm waarin de Heilige Geest in deze wereld communiceert, en de enige die Hij accepteert. Hij ziet geen andere, omdat Hij de verwarring tussen denkgeest en lichaam die het ego eropna houdt niet aanvaardt. De denkgeest kan communiceren, maar niet kwetsen. Het lichaam in dienst van het ego kan andere lichamen kwetsen, maar dit kan niet plaatsvinden als het lichaam niet al met de denkgeest werd verward. Ook deze situatie kan of ten behoeve van genezing of van magie worden gebruikt, maar je dient wel in gedachten te houden dat magie altijd vergezelt gaat van het geloof dat genezing schadelijk is. Dit geloof is het volstrekt waanzinnige uitgangspunt van magie, en zo opereert ze ook.
4. Genezing versterkt alleen maar. Magie probeert altijd te verzwakken. Genezing ziet in de genezer niets wat niet ieder ander met hem gemeen heeft. Magie ziet altijd iets ‘speciaals’ in de genezer, iets wat hij als geschenk meent te kunnen geven aan iemand die het niet heeft. Misschien gelooft hij dat deze gave van Godswege tot hem komt, maar het is overduidelijk dat hij God niet begrijpt als hij denkt dat hij iets heeft wat anderen ontberen.
5. De Heilige Geest werkt niet volgens toeval, en genezing die van Hem afkomstig is werkt altijd. Als de genezer niet steeds met Hem geneest, zullen de resultaten wisselend zijn. Maar het genezen zelf is consistent, aangezien alleen consistentie zonder conflicten is, en alleen zij die conflictvrij zijn heel zijn. Door uitzonderingen te aanvaarden en toe te geven dat hij soms wel en soms niet genezen kan, laat de genezer duidelijk blijken dat hij inconsistentie aanvaardt. Hij verkeert dan ook in conflict, en onderwijst conflict. Kan het zijn dat iets wat van God komt er niet voor allen en voor altijd is? Liefde is niet tot enige uitzondering in staat. Alleen als er angst in het spel is lijkt het idee van uitzonderingen zinnig. Uitzonderingen zijn beangstigend, omdat ze gemaakt worden door angst. De ‘angstige genezer’ is een contradictio in terminis en is daarom een begrip dat alleen door een denkgeest die met zichzelf in strijd is ook maar enigszins als zinvol kan worden aangemerkt.
6. Angst maakt niet blij. Genezing wel. Angst maakt altijd uitzonderingen. Genezing nooit. Angst veroorzaakt dissociatie, omdat ze afscheiding teweegbrengt. Genezing heeft altijd harmonie tot gevolg, omdat ze uit integratie voortvloeit. Ze is voorspelbaar omdat men op haar rekenen kan. Op alles van God kan worden gerekend, omdat alles van God volkomen werkelijk is. Op genezing kan worden gerekend, omdat die door Zijn Stem wordt geïnspireerd en in harmonie is met Zijn wetten. Maar als genezing consistent is, kan ze niet op een inconsistente manier worden begrepen. Begrip betekent consistentie, omdat God consistentie betekent. Aangezien dat Zijn betekenis is, is het eveneens de jouwe. Jouw betekenis kan niet met de Zijne in disharmonie zijn, omdat je hele betekenis en je enige betekenis van de Zijne komt en als de Zijne is. God kan niet met Zichzelf in disharmonie zijn, en jij niet met Hem. Jij kunt je Zelf niet afscheiden van je Schepper, die jou geschapen heeft door Zijn Wezen met jou te delen.
7. De ongenezen genezer wil dankbaarheid van zijn broeders, maar hij is hun niet dankbaar. Dat komt doordat hij denkt dat hij hun iets geeft, en daarvoor niets terugkrijgt wat even begeerlijk is. Zijn onderricht is beperkt doordat hij zo weinig leert. Zijn les in genezing wordt beperkt door zijn eigen ondankbaarheid, die een les in ziekte is. Het ware leren is constant en zo vitaal in zijn veranderingskracht dat een Zoon van God het ene moment zijn macht onderkennen kan en in het volgende de wereld veranderen. Dat komt doordat hij, door zijn denken te veranderen, het allerkrachtigste instrument veranderd heeft dat hem ooit ter verandering gegeven werd. Dit is allerminst in tegenspraak met de onveranderlijkheid van de denkgeest zoals God die geschapen heeft, maar zolang jij via het ego leert, denk je dat je die veranderd hebt. Dit brengt jou in een situatie waarin je een les dient te leren die schijnbaar zichzelf tegenspreekt: je moet leren je denken over je denkgeest te veranderen. Alleen daardoor kun je leren dat die onveranderlijk is.
8. Wanneer je geneest, is dat precies wat jij aan het leren bent. Je herkent de onveranderlijke denkgeest in jouw broeder door te beseffen dat hij zijn denkgeest niet kan hebben veranderd. Zo neem je de Heilige Geest in hem waar. Alleen de Heilige Geest in hem verandert nooit Zijn Denken. Zelf kan hij wel denken dat hij dat kan, anders zou hij zichzelf niet als ziek zien. Hij weet dan ook niet wat zijn Zelf is. Als jij louter het onveranderlijke in hem ziet, heb je hem niet werkelijk veranderd. Door voor hem je denken te veranderen over zijn denkgeest, help je hem de verandering ongedaan te maken die zijn ego in hem denkt te hebben teweeggebracht.
9. Zoals jij twee stemmen kunt horen, zo kun jij ook op twee manieren zien. De ene manier toont jou een beeld, of een afgod die je wel uit angst kunt aanbidden, maar die jij nooit zult liefhebben. De andere toont jou alleen de waarheid, die jij zult liefhebben omdat je die begrijpt. Begrip is waardering, je kunt je immers vereenzelvigen met wat je begrijpt, en door het tot deel van jou te maken heb je het met liefde aanvaard. Zo heeft God Zelf jou geschapen: met begrip, met waardering en met liefde. Het ego is absoluut niet in staat dit te begrijpen, omdat het wat het maakt niet begrijpt, niet waardeert en niet liefheeft. Het lijft dingen in met de bedoeling weg te nemen. Het gelooft letterlijk dat het groeit met iedere keer dat het iemand van iets berooft. Ik heb dikwijls gesproken over de uitbreiding van het Koninkrijk door jouw scheppingen, die alleen zo geschapen kunnen worden zoals jij geschapen werd. Heel de heerlijkheid en de volmaakte vreugde die het Koninkrijk is, ligt in jou om te worden gegeven. Wil je die niet geven?
10. Jij kunt de Vader niet vergeten omdat ik bij jou ben, en ik Hem niet vergeten kan. Mij vergeten is jezelf vergeten en Hem die jou geschapen heeft. Onze broeders zijn vergeetachtig. Daarom hebben ze het nodig dat jij je mij herinnert* en Hem die mij geschapen heeft. Door die herinnering kun jij hun denken over zichzelf veranderen, zoals ik dat met het jouwe kan. Jouw denkgeest is zo’n krachtig licht dat jij in die van hen kunt zien en die kunt verlichten, zoals ik de jouwe verlichten kan. Ik wil niet mijn lichaam in communie of gemeenschap delen, want dat is het delen van niets. Zou ik soms proberen met de allerheiligste kinderen van een allerheiligste Vader een illusie te delen? Maar ik wil wel mijn denkgeest met jou delen omdat wij één van Denkgeest zijn, en die Denkgeest is de onze. Zie alleen deze Denkgeest overal, want alleen deze is overal en in alles. Hij is alles omdat hij alles in zichzelf omvat. Gezegend ben jij die alleen dit waarneemt, want je neemt alleen waar wat waar is.
11. Kom daarom tot mij, en verneem de waarheid die in jou is. De denkgeest die wij delen wordt door al onze broeders gedeeld, en wanneer wij hen waarachtig zien, zullen zij genezen zijn. Laat jouw denkgeest samen met de mijne hun denkgeest beschijnen en hen, door onze dankbaarheid jegens hen, bewust maken van het licht in hen. Dit licht zal op jou en op heel het Zoonschap terugstralen, omdat het jouw geëigende gave is aan God. Hij zal die aanvaarden en aan het Zoonschap geven, omdat die voor Hem en dus ook voor Zijn Zonen aanvaardbaar is. Dit is de ware communie of gemeenschap met de Heilige Geest, die het altaar van God in ieder ziet, en door dat jou ter waardering te geven roept Hij je op om God en Zijn schepping lief te hebben. Je kunt het Zoonschap alleen als één geheel waarderen. Dit maakt deel uit van de wet van schepping, en regeert bijgevolg alle denken.