Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 160 Zonde Tegenover Vergissing

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
12-08-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

II. Zonde tegenover vergissing

1. Het is van wezenlijk belang dat een vergissing niet met zonde wordt verward, en juist dit onderscheid maakt verlossing mogelijk. Want een vergissing kan worden gecorrigeerd, en het kromme recht gemaakt. Maar zonde, zo die al mogelijk was, zou onomkeerbaar zijn. Het geloof in zonde is noodzakelijkerwijs gebaseerd op de vaste overtuiging dat denkgeesten – en niet lichamen – kunnen aanvallen. En aldus is de denkgeest schuldig en zal dat voor eeuwig blijven, tenzij een denkgeest die geen deel van hem uitmaakt hem de absolutie geven kan. Zonde vraagt om straf, zoals een vergissing om correctie vraagt, en het geloof dat straf correctie is, is klinkklare waanzin.
2. Zonde is geen vergissing, want zonde gaat gepaard met een arrogantie die vreemd is aan het idee van een vergissing. Zondigen zou zijn: de werkelijkheid geweld aandoen, en daarin slagen. Zonde is de verkondiging dat aanval iets werkelijks is en schuld gerechtvaardigd. Ze gaat ervan uit dat de Zoon van God schuldig is, en er dus in is geslaagd zijn onschuld te verliezen en zichzelf tot iets te maken wat God niet geschapen heeft. Zo wordt de schepping als niet eeuwig gezien, en de Wil van God als vatbaar voor verzet en ondermijning. Zonde is de gewichtige illusie die aan heel de grootheidswaan van het ego ten grondslag ligt. Want daardoor wordt God Zelf veranderd, en incompleet gemaakt.
3. De Zoon van God kan zich vergissen, hij kan zichzelf misleiden, hij kan zelfs de kracht van zijn denkgeest tegen zichzelf keren. Maar zondigen kan hij niet. Er is niets wat hij kan doen dat zijn werkelijkheid op enigerlei wijze echt zou kunnen veranderen, of hem echt schuldig maken. Dat is wat zonde zou doen, want dat beoogt ze. Maar ondanks alle wilde waanzin die eigen is aan heel het idee van zonde, is het onmogelijk. Want het loon van de zonde is de dood, en hoe kunnen onsterfelijken nu sterven?
4. Een belangrijk geloofspunt in de waanreligie van het ego is dat zonde geen vergissing maar waarheid is, en dat juist onschuld misleidt. Zuiverheid wordt als arrogantie gezien, terwijl het als zondig aanvaarden van het zelf als heiligheid wordt beschouwd. En het is deze doctrine die de werkelijkheid van Gods Zoon, zoals zijn Vader hem heeft geschapen en gewild heeft dat hij voor eeuwig was, vervangt. Is dit nederigheid? Of is het eerder een poging om de schepping los te rukken van de waarheid, en haar gescheiden te houden?
5. Elke poging om zonde als een vergissing te herinterpreteren is voor het ego altijd onverdedigbaar. Het idee van zonde is in zijn denksysteem volkomen sacrosanct en niet te benaderen anders dan met eerbied en ontzag. Het is het meest ‘heilige’ concept in het egosysteem: geliefd en machtig, volkomen waar, en uiteraard beschermd door elk verdedigingsmiddel dat tot zijn beschikking staat. Want dit is zijn ‘beste’ verdediging, waaraan al de andere dienstbaar zijn. Dit is zijn pantser, zijn bescherming, en de fundamentele bedoeling van de speciale relatie volgens zijn interpretatie.
6. Men kan zonder meer zeggen dat het ego zijn wereld op zonde heeft gebouwd. Alleen in zo’n wereld kan alles op z’n kop staan. Dit is de vreemde illusie die maakt dat de wolken van schuld zwaar en ondoordringbaar lijken. Hierin wordt de vastheid gevonden die de grondslag van deze wereld ogenschijnlijk bezit. Want zonde heeft de schepping veranderd van een idee van God tot een ideaal dat het ego wenst: een wereld waarover het heerst, samengesteld uit lichamen, zonder denkgeest of verstand en vatbaar voor volledig verval en verderf. Als dit een vergissing is, kan die door de waarheid makkelijk ongedaan worden gemaakt. Elke vergissing kan worden gecorrigeerd, als het aan de waarheid wordt overgelaten erover te oordelen. Maar als aan de vergissing de status van waarheid wordt verleend, waar kan ze dan naartoe worden gebracht? De ‘heiligheid’ van de zonde wordt juist door deze vreemde kunstgreep op haar plaats gehouden. Als waarheid is ze dan intact, en alles wordt ter beoordeling naar haar gebracht. Als vergissing moet zij naar de waarheid worden gebracht. Het is onmogelijk geloof te hechten aan zonde, want zonde is ongeloof. Maar het is wel degelijk mogelijk te geloven dat een vergissing kan worden gecorrigeerd.
7. Er is in heel de versterkte ego-vesting geen steen die zwaarder wordt verdedigd dan het idee dat zonde werkelijk is, de natuurlijke uitdrukking van wat de Zoon van God van zichzelf heeft gemaakt, en wat hij ook is. Voor het ego is dit geen fout. Dit is immers zijn werkelijkheid, dit is de ‘waarheid’ waaraan het ten ene male onmogelijk is te ontsnappen. Dit is zijn verleden, zijn heden en zijn toekomst. Want hij heeft het op een of andere manier klaargespeeld zijn Vader te corrumperen, en Diens Denkgeest volledig te veranderen. Beween dan de dood van God, die gedood is door de zonde! En dit zou dan de wens zijn van het ego, die het in zijn waanzin meent te hebben verwezenlijkt.
8. Zou je niet liever willen dat dit alles niets meer is dan een vergissing, die volledig corrigeerbaar is, en waar zo gemakkelijk aan kan worden ontkomen dat heel de correctie ervan lijkt op door de mist heen de zon tegemoet lopen? Want meer is het niet. Misschien zou je in de verleiding kunnen komen om het met het ego eens te zijn dat het veel beter is zondig te zijn dan je te vergissen. Maar denk zorgvuldig na voor jij jezelf veroorlooft deze keus te maken. Benader dit niet lichtvaardig, want het is de keuze tussen Hemel of hel.