Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 59 De Staat Van Genade

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
24-03-2022

XI. De staat van genade

1. De Heilige Geest zal jou steeds waarachtig leiden, omdat jouw vreugde de Zijne is. Dit is Zijn Wil voor iedereen, omdat Hij spreekt uit naam van Gods Koninkrijk, en dat is vreugde. Hem volgen is dan ook het allermakkelijkste ter wereld en het enige wat makkelijk is, omdat het niet van deze wereld is. Het is dan ook natuurlijk. De wereld druist in tegen je natuur, omdat ze niet met Gods wetten overeenstemt. De wereld ziet in alles rangorden naar moeilijkheid. Dat komt doordat het ego niets als totaal wenselijk ziet. Door jezelf te demonstreren dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen, zul jij jezelf ervan overtuigen dat er in jouw natuurlijke staat helemaal geen moeilijkheden bestaan omdat het een staat van genade is.
2. Genade is de natuurlijke staat van iedere Zoon van God. Wanneer hij niet in een staat van genade verkeert, bevindt hij zich buiten zijn natuurlijke omgeving en functioneert hij niet goed. Alles wat hij doet geeft een gevoel van inspanning, omdat hij niet werd geschapen voor de omgeving die hij heeft gemaakt. Daarom kan hij zich daaraan niet aanpassen, en kan hij die niet aanpassen aan hem. Het heeft geen zin het te proberen. Een Zoon van God is alleen gelukkig wanneer hij weet dat hij bij God is. Dat is de enige omgeving waarin hij geen gevoel van inspanning zal ervaren, omdat hij daar thuishoort. Het is ook de enige omgeving die hem waardig is, omdat zijn eigen waarde al wat hij maken kan overstijgt.
3. Bekijk het koninkrijk dat jij hebt gemaakt en oordeel eerlijk over zijn waarde. Is het waardig om tot huis te dienen voor een kind van God? Beschermt het zijn vrede en straalt het liefde over hem uit? Zorgt het ervoor dat zijn hart niet door angst wordt aangeraakt, en stelt het hem in staat aldoor te geven, zonder enig gevoel van verlies? Leert het hem dat in dit geven zijn vreugde ligt, en dat God Zelf hem hiervoor dankt? Dat is de enige omgeving waarin jij gelukkig kunt zijn. Jij kunt die niet maken, evenmin als jij jezelf kunt maken. Ze is voor jou geschapen zoals jij voor haar geschapen werd. God waakt over Zijn kinderen en ontzegt hun niets. Maar wanneer ze Hem ontkennen, weten ze dit niet, doordat ze zichzelf alles ontzeggen. Jij, die de Liefde van God zou kunnen geven aan alles wat jij ziet, aanraakt en je herinnert, bent letterlijk bezig jezelf de Hemel te ontzeggen.
4. Ik roep jou op je te herinneren dat ik jou uitgekozen heb om het Koninkrijk aan het Koninkrijk te onderwijzen. Er zijn geen uitzonderingen op deze les, want het ontbreken van uitzonderingen is de les. Iedere Zoon die terugkeert naar het Koninkrijk met deze les in zijn hart, heeft het Zoonschap genezen en God dankgezegd. Ieder die deze les leert is de volmaakte leraar geworden, omdat hij dit van de Heilige Geest heeft geleerd.
5. Wanneer een denkgeest louter licht heeft, weet hij alleen van licht. Zijn eigen lichtgloed straalt overal rondom hem, en breidt zich naar buiten uit tot in de duisternis van andere denkgeesten, die hij tot heerlijkheid herschept. Gods Heerlijkheid is daar om door jou herkend, gewaardeerd en gekend te worden. Gods Heerlijkheid als jouw broeder herkennen is je eigen erfenis aanvaarden. God geeft uitsluitend aan ieder evenveel. Als jij Zijn gave in wie ook herkent, heb je erkend wat Hij jou gegeven heeft. Niets is zo makkelijk te herkennen als de waarheid. Deze herkenning is direct, duidelijk en natuurlijk. Jij hebt jezelf erin getraind haar niet te herkennen, en dat is voor jou erg moeilijk geweest.
6. Buiten je natuurlijke omgeving vraag je wellicht: ‘Wat is de waarheid?’, aangezien de waarheid de omgeving is waardoor en waarvoor jij werd geschapen. Jij kent jezelf niet omdat jij je Schepper niet kent. Jij kent je scheppingen niet omdat jij jouw broeders niet kent die ze met jou hebben geschapen. Ik heb al gezegd dat alleen het hele Zoonschap het waard is medeschepper met God te zijn, omdat alleen het hele Zoonschap kan scheppen zoals Hij. Telkens wanneer jij een broeder geneest door zijn waarde te herkennen, erken je zijn scheppingsvermogen en dat van jou. Hij kan niet verloren hebben wat jij herkent, en jij moet wel de heerlijkheid bezitten die je in hem ziet. Hij is samen met jou medeschepper met God. Ontken zijn scheppingskracht en je ontkent die van jou en die van God die jou geschapen heeft.
7. Je kunt geen deel van de waarheid ontkennen. Jij kent jouw scheppingen niet omdat jij hun schepper niet kent. Jij kent jezelf niet omdat je de jouwe niet kent. Jouw scheppingen kunnen jouw werkelijkheid niet grondvesten, evenmin als jij die van God. Maar je kunt beide wel kennen. Wat-is wordt gekend door te delen. Doordat God Zijn Wezen met jou heeft gedeeld, kun jij Hem kennen. Maar je dient eveneens allen te kennen die Hij geschapen heeft, om te weten wat zij hebben gedeeld. Zonder je Vader zul jij jouw vaderschap niet kennen. Het Koninkrijk van God omvat al Zijn Zonen en hun kinderen, die evenzeer zoals de Zonen zijn als die zijn zoals de Vader. Ken dus de Zonen van God, en je zult heel de schepping kennen.