Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 69 Het Aanvaarden Van De Werkelijkheid

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
07-04-2022

Activiteiten ECIWO https://eencursusinwonderen.org/doneer

I. Het aanvaarden van de werkelijkheid

1. Angst voor de Wil van God is een van de vreemdste overtuigingen die de menselijke denkgeest ooit heeft voortgebracht. Die zou nooit hebben kunnen ontstaan als de denkgeest niet al diepgaand was gespleten, waardoor het hem mogelijk werd bang te zijn voor wat hij in werkelijkheid is. De werkelijkheid kan alleen voor illusies een ‘bedreiging’ vormen, aangezien de werkelijkheid de waarheid alleen maar schragen kan. Alleen al het feit dat de Wil van God – die jij bent – als beangstigend wordt gezien, wijst erop dat je inderdaad bang bent voor wat jij bent. Je bent dus niet bang voor de Wil van God, maar voor die van jou.
2. Jouw wil is niet die van het ego, en dat is de reden waarom het ego tegen jou gekant is. Wat angst voor God lijkt is in wezen angst voor je eigen werkelijkheid. Het is onmogelijk in een paniektoestand iets op een consistente wijze te leren. Als het de bedoeling van deze cursus is jou te helpen herinneren wat jij bent, en als je gelooft dat wat jij bent beangstigend is, dan kan daar alleen maar uit volgen dat jij deze cursus niet zult leren. Maar de bestaansreden van deze cursus is juist dat je niet weet wat jij bent.
3. Als je niet weet wat jouw werkelijkheid is, waarom ben je er dan zo zeker van dat die beangstigend is? Een verband leggen tussen waarheid en angst, iets wat in het beste geval hoogst kunstmatig zou zijn, is met name ongepast in de denkgeest van hen die niet weten wat waarheid is. Het enige wat dit kan betekenen is dat jij naar willekeur iets wat buiten jouw bewustzijn ligt in verband brengt met iets wat jij niet wilt. Het is dan ook evident dat je iets beoordeelt waarvan jij je totaal niet bewust bent. Jij hebt deze merkwaardige situatie in het leven geroepen, zodat het onmogelijk is daaraan te ontsnappen zonder een Gids die wel weet wat jouw werkelijkheid is. De enige bedoeling van deze Gids is jou eraan te herinneren wat jij wilt. Hij probeert jou niet een vreemde wil op te dringen. Hij doet alleen, binnen de beperkingen die jij Hem oplegt, alle mogelijke moeite om jouw eigen wil opnieuw in je bewustzijn te installeren.
4. Jij hebt jouw wil gekooid, en wel buiten je eigen bewustzijn, waar hij weliswaar blijft bestaan, maar jou niet kan bijstaan. Toen ik zei dat het de functie van de Heilige Geest is in je denkgeest het ware van het onware te schiften, bedoelde ik dat Hij de macht heeft wat jij verborgen hebt te onderzoeken en er de Wil van God in te herkennen. Doordat Hij die Wil herkent, kan die werkelijkheid worden voor jou omdat Hij Zich in jouw denkgeest bevindt, en Hij dus jouw werkelijkheid is. Als dan Zijn waarneming van jouw denkgeest jou de werkelijkheid daarvan bijbrengt, helpt Hij jou wel degelijk je te herinneren wat jij bent. De enige bron van angst in dit proces ligt in wat jij meent te zullen verliezen. Maar toch kun jij alleen bezitten wat de Heilige Geest ziet.
5. Ik heb vele malen benadrukt dat de Heilige Geest jou nooit zal vragen om iets te offeren, wat dan ook. Maar als jij het offer van de werkelijkheid van jezelf vergt, moet de Heilige Geest jou er wel aan herinneren dat dit niet Gods Wil is, omdat het niet de jouwe is. Er is geen verschil tussen jouw wil en die van God. Had je geen gespleten denkgeest, dan zou je inzien dat willen verlossing betekent omdat het communicatie is.
6. Het is onmogelijk te communiceren in voor elkaar vreemde talen.* Jij en je Schepper kunnen in de schepping communiceren, omdat dit en dit alleen Jullie gezamenlijke Wil is. Een verdeelde denkgeest kan niet communiceren, omdat hij bij dezelfde denkgeest voor verschillende zaken ijvert. Daardoor gaat het vermogen tot communiceren verloren, eenvoudig omdat verwarde communicatie niets betekent. Een boodschap laat zich niet communiceren tenzij ze zinnig is. Hoe zinnig kunnen jouw boodschappen zijn, wanneer jij vraagt wat je niet verlangt? Toch is dat precies waar je om vraagt, zolang jij bang bent voor jouw wil.
7. Jij kunt wel volhouden dat de Heilige Geest jou geen antwoord geeft, maar het is misschien wijzer eens na te gaan wat voor soort vraagsteller jij bent. Je vraagt niet uitsluitend wat jij wenst. Dat komt doordat jij bang bent dat je het wel eens zou kunnen ontvangen, wat ook het geval zou zijn. Daarom blijf je het hardnekkig vragen aan de leraar die jou met geen mogelijkheid kan geven wat jij wenst. Van hem kun jij nooit leren wat dat is, en dit geeft jou de illusie van veiligheid. Je kunt echter niet veilig zijn voor de waarheid, maar alleen in de waarheid. De werkelijkheid is de enige veiligheid. Jouw wil is je verlossing, omdat die dezelfde is als die van God. De afscheiding is niets anders dan het geloof dat die verschillen.
8. Niemand die juist denkt kan geloven dat zijn wil sterker is dan die van God. Als iemands denkgeest dus gelooft dat zijn wil van de Zijne verschilt, kan hij er alleen maar toe besluiten dat er ofwel geen God is of dat Gods Wil angst aanjaagt. Het eerstgenoemde kenmerkt de atheïst, en het laatstgenoemde de martelaar die gelooft dat God offers verlangt. Elk van deze twee krankzinnige besluiten zal paniek teweegbrengen, want de atheïst gelooft dat hij alleen is, terwijl de martelaar gelooft dat God hem kruisigt. Toch is er niemand die echt eenzaamheid of vergelding verlangt, ook al zoeken velen misschien beide. Kun je de Heilige Geest om dergelijke ‘gaven’ vragen, en verwachten ze echt te ontvangen? Hij kan je niet iets geven wat jij niet verlangt. Wanneer jij de Universele Gever vraagt om wat jij niet verlangt, vraag je om wat niet gegeven kan worden omdat het nooit geschapen werd. Het werd nooit geschapen want het was nooit wat je wilde voor jezelf
9. Uiteindelijk is het onvermijdelijk dat iedereen zich de Wil van God herinnert, omdat het uiteindelijk onvermijdelijk is dat iedereen zichzelf herkent. Dit herkennen van zichzelf is herkennen dat zijn wil en die van God één zijn. In tegenwoordigheid van de waarheid zijn er geen ongelovigen en geen offers. In de geborgenheid van de werkelijkheid is angst totaal betekenisloos. Ontkennen wat is kan alleen maar beangstigend lijken. Angst kan zonder een oorzaak niet werkelijk zijn, en God is de enige Oorzaak. God is Liefde, en jij verlangt Hem wel degelijk. Dit is jouw wil. Vraag hierom en je zult worden verhoord, want je vraagt slechts om wat jou toebehoort.
10. Wanneer jij de Heilige Geest vraagt om iets wat jou zou kwetsen, kan Hij je niet verhoren, omdat niets jou kwetsen kan, en jij dus vraagt om niets. Iedere wens afkomstig van het ego is een wens om niets, en daarom vragen is geen verzoek. Het is niets anders dan een ontkenning in de vorm van een verzoek. De Heilige Geest bekommert zich niet om vorm, omdat Hij zich louter bewust is van betekenis. Het ego kan de Heilige Geest niet om iets vragen, want er bestaat een complete communicatiekloof tussen hen. Maar jij kunt de Heilige Geest om alles vragen, want jouw verzoeken aan Hem zijn werkelijk, omdat ze afkomstig zijn uit je juiste denken. Zou de Heilige Geest de Wil van God ontkennen? En zou Hij kunnen nalaten die in Zijn Zoon te herkennen?
11. Het ontgaat jou wat een ongehoorde hoeveelheid energie je verspilt door het ontkennen van de waarheid. Wat zou je zeggen van iemand die halsstarrig het onmogelijke blijft nastreven, in de overtuiging dat dit te bereiken zijn succes betekent? De overtuiging dat je het onmogelijke moet hebben om gelukkig te kunnen zijn druist totaal in tegen het grondbeginsel van de schepping. Het is onmogelijk dat God zou willen dat jouw geluk afhing van wat jij nooit zou kunnen hebben. Het feit dat God Liefde is, vereist geen geloof, maar wel aanvaarding. Je kunt wel degelijk feiten ontkennen, maar je kunt ze onmogelijk veranderen. Als jij je handen voor je ogen houdt zul je niet zien, omdat je de wetten van het zien dwarsboomt. Als jij liefde ontkent, zul je haar niet kennen, omdat jouw medewerking de wet van haar wezen is. Je kunt wetten die je niet gemaakt hebt niet wijzigen, en de wetten van het geluk werden voor jou, niet door jou geschapen.
12. Elke poging om te ontkennen wat is, moet wel beangstigend zijn, en als het een krachtige poging is, zal ze paniek ontketenen. Iets tegen de werkelijkheid in willen, kan, hoewel onmogelijk, tot een zeer standvastig doel worden verheven, ook al verlang je het niet. Maar overdenk eens het gevolg van die merkwaardige beslissing. Jij wijdt je denkgeest aan iets wat jij niet verlangt. Hoe echt kan deze toewijding dan zijn? Als jij het niet verlangt, is het nooit geschapen. Als het nooit is geschapen, is het niets. Kun jij je werkelijk wijden aan niets?
13. In Zijn toewijding aan jou heeft God jou aan alles toegewijd geschapen, en je dat gegeven waaraan jij bent toegewijd. Anders zou jij niet volmaakt geschapen zijn. De werkelijkheid is alles en jij hebt alles doordat jij werkelijk bent. Jij kunt het onwerkelijke niet maken, omdat de afwezigheid van werkelijkheid angst aanjaagt en angst niet kan worden geschapen. Zolang jij gelooft dat angst mogelijk is, zul je niet scheppen. Tegengestelde orden van werkelijkheid maken de werkelijkheid betekenisloos, en werkelijkheid is, betekenis.
14. Onthoud dan dat Gods Wil nu al mogelijk is en niets anders dat ooit zal zijn. Dit is de eenvoudige aanvaarding van de werkelijkheid, want die alleen is werkelijk. Je kunt niet de werkelijkheid verdraaien en tevens weten wat die is. En als je de werkelijkheid toch verdraait zul je verontrust, depressief en uiteindelijk in paniek zijn, omdat jij probeert jezelf onwerkelijk te maken. Wanneer je dit voelt, probeer dan niet buiten jezelf op zoek te gaan naar de waarheid, want de waarheid kan zich alleen binnenin jou bevinden. Zeg daarom:
Christus is in mij, en waar Hij is moet God zijn, want Christus is deel van Hem.