Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Dagelijkse Les 52 Herhaling Lessen 6 - 10

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
21-02-2023

Klassen behulpzaam? Overweeg dan een schenking: https://eencursusinwonderen.org/doneer

Herhaling I
Inleiding

Vanaf vandaag zullen we een serie herhalingsoefeningen doen. Elk daarvan bevat vijf van de reeds geïntroduceerde ideeën, te beginnen met het eerste en eindigend met het vijftigste. Na ieder idee volgt een korte toelichting, die je bij de herhaling in overweging moet nemen. De oefeningen horen in de daarvoor bestemde perioden als volgt te worden gedaan:

Begin de dag met het lezen van de vijf ideeën plus de toelichting. Daarna hoef je geen bepaalde volgorde aan te houden bij het overdenken daarvan, maar je moet wel met elk idee tenminste één keer oefenen. Gebruik voor elke oefenperiode ruim twee minuten, waarin je over het idee en de bijbehorende toelichting nadenkt, nadat je die overgelezen hebt. Doe dit vandaag zo vaak mogelijk. Als één van de vijf ideeën je meer aanspreekt dan de andere, concentreer je dan daarop. Maar zorg er aan het eind van de dag voor dat je ze allemaal nog eens herhaalt.

Het is niet noodzakelijk om in de oefenperioden de toelichting na elk idee woordelijk of grondig te repeteren. Probeer liever de nadruk te leggen op de kern ervan en denk erover na als onderdeel van je herhaling van het idee waarop het betrekking heeft. Nadat je het idee en de bijbehorende toelichting gelezen hebt, moet je de oefening met gesloten ogen doen, liefst wanneer je op een rustige plek alleen bent.

Dit geldt vooral voor de oefenperioden in het leerstadium waarin jij nu verkeert. Je zult echter moeten leren geen speciale omstandigheden meer nodig te hebben om toe te kunnen passen wat je hebt geleerd. Je zult het geleerde eerder nodig hebben in situaties die jouw vrede lijken te verstoren, dan in situaties die al vredig en rustig lijken. Wat je leert heeft tot doel jou in staat te stellen de rust met je mee te dragen en verdriet en verwarring te genezen. Dit doe je niet door die te ontvluchten en een afgezonderd toevluchtsoord voor jezelf te zoeken.

Je zult hoe dan ook leren dat vrede deel van jou is en slechts van je vraagt dat je elke situatie waarin je je bevindt, omhelst. En uiteindelijk zul je leren dat er geen grens is aan waar jij bent, zodat jouw vrede overal is, net als jij.

Je zult merken dat in het kader van de herhaling sommige ideeën niet helemaal in hun oorspronkelijke vorm worden aangeboden. Gebruik ze zoals ze hier gegeven zijn. Het is niet nodig om terug te gaan naar de oorspronkelijke formulering of de ideeën toe te passen zoals toen werd voorgesteld. We leggen nu de nadruk op de verbanden tussen de eerste vijftig ideeën die we behandeld hebben en op de samenhang van het denksysteem waarheen ze jou leiden.

LES 52
Herhaling van de lessen 6-10

De herhaling van vandaag omvat deze ideeën:

(6) Ik voel onvrede omdat ik zie wat er niet is.

De werkelijkheid is nooit angstaanjagend. Ze kan onmogelijk mijn vrede verstoren. Werkelijkheid brengt louter volmaakte vrede. Wanneer ik onvrede voel, komt dat altijd doordat ik de werkelijkheid heb vervangen door illusies die ik zelf verzonnen heb. Die illusies verstoren mijn vrede, omdat ik ze werkelijkheid heb verleend en ik daardoor de werkelijkheid als een illusie beschouw. Niets in Gods schepping wordt ook maar enigszins door deze verwarring van mij beïnvloed. Ik raak altijd mijn vrede kwijt om niets.

(7) Ik zie alleen het verleden.

Wanneer ik om me heen kijk, veroordeel ik de wereld waarnaar ik kijk. Ik noem dit zien. Ik reken alles en iedereen het verleden aan, en maak ze tot mijn vijand. Wanneer ik mezelf vergeven heb en me herinner Wie ik ben, zal ik wie of wat ik maar zie, zegenen. Er zal geen verleden zijn en daarom ook geen vijand. En ik zal met liefde kijken naar alles wat ik eerst niet zag.

(8) Mijn denkgeest is voortdurend bezig met voorbije gedachten.

Ik zie alleen mijn eigen gedachten, en mijn denkgeest is voortdurend bezig met het verleden. Wat kan ik dan zien zoals het is? Laat me eraan denken dat ik naar het verleden kijk om te voorkomen dat het heden in mijn denkgeest daagt. Laat me begrijpen dat ik de tijd probeer te gebruiken tegen God. Laat me leren het verleden los te laten, in het besef dat ik zodoende niets opgeef.

(9) Ik zie niets zoals het nu is.

Als ik niets zie zoals het nu is, kan inderdaad gezegd worden dat ik niets zie. Ik kan alleen zien wat nu is. De keuze is niet het verleden of het heden zien, de keuze is slechts: zien of niet zien. Wat ik verkoos te zien, heeft me mijn visie gekost. Nu wil ik opnieuw kiezen, opdat ik kan zien.

(10) Mijn gedachten betekenen niets.

Ik heb geen privé-gedachten. Toch ben ik me alleen van privé-gedachten bewust. Wat kunnen deze gedachten betekenen? Ze bestaan niet en dus betekenen ze niets. Toch is mijn denkgeest deel van de schepping en deel van haar Schepper. Wil ik mij niet liever aansluiten bij het denken van het universum dan alles wat echt het mijne is te verdoezelen met mijn armzalige, betekenisloze ‘privé-gedachten’?