Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les

Tekst 89 Ontwaken Tot Verlossing

Een Cursus in Wonderen Dagelijkse Les
05-05-2022

Ondersteun deze klassen met een gift: https://eencursusinwonderen.org/doneer

VI. Ontwaken tot verlossing
1. Het is onmogelijk niet te geloven wat je ziet, maar het is even onmogelijk te zien wat je niet gelooft. Waarnemingen worden opgebouwd op basis van ervaring, en ervaring leidt tot overtuigingen. Pas wanneer overtuigingen worden gefixeerd, worden waarnemingen stabiel. In feite zie je dus inderdaad wat je gelooft. Dat bedoelde ik toen ik zei: ‘Zalig zijn zij die niet hebben gezien en toch geloven,’ want zij die in de opstanding geloven, zullen die zien. De opstanding is de totale triomf van Christus over het ego, niet door aan te vallen maar door te overstijgen. Want Christus verheft Zich zonder meer boven het ego en al zijn werken, en stijgt op tot de Vader en Zijn Koninkrijk.
2. Wil jij je voegen bij de opstanding of bij de kruisiging? Wil jij je broeders veroordelen of bevrijden? Wil jij je gevangenis overstijgen en opstijgen tot de Vader? Dit is een en dezelfde vraag en krijgt steeds hetzelfde antwoord. Er is veel verwarring geweest over wat waarneming wil zeggen, omdat het woord zowel voor gewaarwording als voor de interpretatie daarvan wordt gebruikt. Toch kun je zonder interpretatie niets gewaarworden, want wat je waarneemt is jouw interpretatie.
3. Deze cursus is volkomen helder. Als je hem niet helder ziet, komt dit doordat je er een interpretatie aan geeft die ertegen indruist, waardoor je hem niet gelooft. En aangezien geloof de waarneming bepaalt, neem je niet waar wat hij betekent, waardoor je hem niet accepteert. Maar verschillende ervaringen leiden tot verschillende overtuigingen, en daarmee tot verschillende waarnemingen. Want waarnemingen worden geleerd aan de hand van overtuigingen, en ervaring onderwijst wel degelijk. Ik ben bezig je naar een nieuw soort ervaring te leiden die je steeds minder genegen bent te ontkennen. Van Christus leren is makkelijk, want met Hem waarnemen brengt in het geheel geen belasting met zich mee. Zijn waarnemingen vormen je natuurlijke gewaarwording, en het zijn alleen de vervormingen die jij aanbrengt die jou moe maken. Laat de Christus in jou voor jou interpreteren, en probeer wat je ziet niet in te perken door bekrompen, futiele overtuigingen die Gods Zoon onwaardig zijn. Want tot het moment dat Christus tot de Zijnen komt, zal de Zoon van God zichzelf als Vaderloos zien.
4. Ik ben jouw opstanding en jouw leven. Jij leeft in mij omdat je leeft in God. En ieder leeft in jou, zoals jij in ieder leeft. Kun je dan onwaardigheid in een broeder zien en die niet zien in jezelf? En kun je die zien in jezelf en die niet zien in God? Geloof in de opstanding, want die is volbracht, en ze werd in jou volbracht. Dit geldt nu evenzeer als het ooit gelden zal, want de opstanding is de Wil van God, die tijd noch uitzondering kent. Maar maak zelf geen uitzonderingen, want anders zul je niet zien wat voor jou werd volbracht. Wij stijgen immers tezamen op tot de Vader, zoals het was in den beginne, nu is en eeuwig zijn zal, want zo is het wezen van Gods Zoon zoals zijn Vader hem geschapen heeft.
5. Onderschat de macht van de toewijding van Gods Zoon niet, noch de macht die de god die hij aanbidt over hem heeft. Want hij plaatst zichzelf aan het altaar van zijn god, of het nu de god is die hij heeft gemaakt, of de God die hem geschapen heeft. Daarom is zijn slavernij even totaal als zijn vrijheid, want hij zal alleen de god gehoorzamen die hij aanvaardt. De god van de kruisiging eist dat hij kruisigt, en zijn aanbidders gehoorzamen. In zijn naam kruisigen zij zichzelf, in de overtuiging dat de macht van Gods Zoon geboren wordt uit offers en pijn. De God der opstanding eist niets, want Hij wil niets wegnemen. Hij verlangt geen gehoorzaamheid, want gehoorzaamheid houdt onderwerping in. Hij wil alleen dat jij jouw wil leert kennen en die volgt, niet in een geest van offering of onderwerping, maar in de blijmoedigheid van de vrijheid.
6. De opstanding kan niet anders dan blijmoedig je trouw opwekken, want ze is het symbool van vreugde. Heel de onweerstaanbaarheid van haar macht is gelegen in het feit dat ze vertegenwoordigt wat jij verlangt te zijn. De vrijheid om alles wat jou kwetst, vernedert en angst aanjaagt achter je te laten, kan jou niet worden opgedrongen, maar wel worden geschonken door de genade van God. En jij kunt haar aanvaarden door Zijn genade, want God is Zijn Zoon genadig, door hem zonder meer als de Zijne te aanvaarden. Wie dan is de jouwe? De Vader heeft jou al het Zijne gegeven en Hij Zelf is de jouwe samen met hen. Waak over hen in hun opstanding, want anders zul je niet in God ontwaken, veilig omringd door wat voor eeuwig het jouwe is.
7. Je zult geen vrede vinden voor je de spijkers hebt verwijderd uit de handen van Gods Zoon, en de laatste doorn van zijn voorhoofd hebt weggenomen. De Liefde van God omringt Zijn Zoon, die door de god van de kruisiging wordt veroordeeld. Onderwijs niet dat ik tevergeefs gestorven ben. Onderwijs liever dat ik niet gestorven ben door te demonstreren dat ik leef in jou. Want het ongedaan maken van de kruisiging van Gods Zoon is het werk van de verlossing, waarin ieder een gelijkwaardig aandeel heeft. God velt geen oordeel over Zijn schuldeloze Zoon. Hoe zou het anders kunnen zijn, daar Hij Zichzelf aan hem gegeven heeft?
8. Je hebt jezelf aan het kruis genageld, en een doornenkroon op je eigen hoofd gezet. Maar jij kunt Gods Zoon niet kruisigen, want de Wil van God kan niet sterven. Zijn Zoon is van zijn eigen kruisiging verlost, en jij kunt niet ter dood veroordelen wie God het eeuwig leven geschonken heeft. De droom van de kruisiging drukt nog steeds zwaar op je ogen, maar wat je ziet in dromen is niet de werkelijkheid. Zolang jij de Zoon van God als gekruisigd ziet, ben je in slaap. En zolang jij gelooft dat je hem kunt kruisigen, heb je slechts nachtmerries. Jij die begint te ontwaken bent je nog steeds van dromen bewust, en bent ze nog niet vergeten. Het vergeten van dromen en je bewust worden van Christus komt met het wekken van anderen om te delen in jouw verlossing.
9. Je zult tot je eigen roep ontwaken, want de Roep om te ontwaken is in jou. Als ik in jou leef, ben jij wakker. Toch dien je de werken te zien die ik door jou doe, anders zul je niet zien dat ik ze jegens jou heb gedaan. Leg geen beperkingen op aan wat jij meent dat ik door jou kan doen, anders zul je niet aanvaarden wat ik voor jou kan doen. Maar het is al gedaan, en als je niet alles geeft wat je ontvangen hebt, zul je niet weten dat je verlosser leeft en dat jij met hem bent ontwaakt. De verlossing wordt slechts herkend door haar met anderen te delen.
10. Gods Zoon is verlost. Draag slechts dit bewustzijn naar het Zoonschap, en je zult een aandeel in de verlossing hebben even waardevol als dat van mij. Want als jij het van mij leert, moet jouw aandeel wel gelijk zijn aan het mijne. Als je gelooft dat het jouwe beperkt is, beperk je het mijne. Er is geen rangorde naar moeilijkheid bij wonderen, omdat al Gods Zonen gelijkwaardig zijn, en hun gelijkheid is hun eenheid. De hele macht van God bevindt zich in ieder deel van Hem, en niets dat tegenstrijdig is aan Zijn Wil is groot of klein. Wat niet bestaat heeft grootte noch formaat. Voor God zijn alle dingen mogelijk. En aan Christus is het gegeven zoals de Vader te zijn.