Een eerlijke god. Eentje die de waarheid vertelt. Zonder vaag taalgebruik, maar gewoon zegt waar het op staat. Benieuwd? Luister dan nu de aflevering: Eerlijk. Luister via alle bekende kanalen (#spotify, #googlepodcasts, #applepodcasts) en natuurlijk via onze website www.gelukkigdemens.nl/131-eerlijk of je eigen podcastapp Jesaja 57 De rechtvaardige gaat te gronde en niemand bekommert zich erom; ook trouwe mensen sterven, maar niemand ziet in dat de rechtvaardige sterft doordat er onrecht heerst. Toch – wie de rechte weg bewandelt zal rust hebben op zijn sterfbed en de vrede binnengaan. Maar jullie, kom dichterbij, kinderen van een waarzegster, nageslacht uit ontucht en overspel. Over wie maken jullie je zo vrolijk? Tegen wie zetten jullie zo’n grote mond op, naar wie steek je je tong uit? Zijn jullie zelf geen kinderen uit zonde, nageslacht van leugen en bedrog? Jullie hartstocht brandt onder terebinten, onder elke bladerrijke boom. Jullie slachten kinderen in de wadi’s, onder overhangende rotsen. Tussen de gladde stenen in de rivier komen jullie zelf te liggen, dat is je bestemming. Daar heb je immers wijnoffers gebracht en graanoffers opgedragen. Zou ik om zulke mensen treuren? Je plaatste je bed op een hoogverheven berg, je ging de berg op om een offer te brengen. Achter je deur en je deurpost heb je je schandelijke tekens geplaatst. Je hebt je van mij afgekeerd: naakt en wellustig spreidde je het bed, je sprak een prijs af met je mannen, je sliep maar al te graag met hen en bekeek hun lid aandachtig. Je boog je over je minnaars met olie en balsem in overvloed. Je stuurde je boden naar verre oorden, zelfs tot diep in het dodenrijk. Het vele reizen matte je af, maar nooit zei je: ‘Ik geef het op.’ Je lusten werden bevredigd, dat hield je op de been. Voor wie ben je zo bang en beducht dat je leugens blijft verspreiden? Aan mij heb je niet gedacht, om mij je niet bekommerd. Ik heb al te lang gezwegen, je hebt geen ontzag meer voor mij. Ik zal je vertellen wat dat fraaie gedrag van jou waard is. Je godenverzameling zal je niet baten; ook al schreeuw je het uit, ze zullen je niet redden: de wind tilt ze op, een zuchtje wind voert ze weg. Maar ieder die bij mij schuilt zal het land in bezit nemen en mijn heilige berg in eigendom krijgen. Troost voor de treurenden Toen werd er gezegd: ‘Ruim baan! Effen de weg voor mijn volk! Verwijder elk struikelblok.’ Dit zegt hij die hoog is en verheven, die troont in eeuwigheid – heilig is zijn naam: In hoogheid en heiligheid zal ik tronen met hen die verslagen en onaanzienlijk zijn, opdat de onaanzienlijke geest herleeft, opdat het verslagen hart tot leven komt. Want niet eindeloos blijf ik twisten, niet eeuwig duurt mijn toorn. Al doe ik de levensadem stokken, ik ben het ook die het leven geeft. Mijn toorn was op hun zondige hebzucht gericht, ik heb hen gestraft en me in mijn woede verborgen. Maar zij gingen onverdroten voort op de weg die ze zelf hadden gekozen. Ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal ik hen genezen, hen leiden en hun barmhartigheid bewijzen. Treurenden bied ik troostrijke woorden: Vrede, vrede voor iedereen, ver weg of dichtbij – zegt de HEER –, ik zal genezing brengen. Maar de goddelozen blijven onrustig als de zee, die nooit rust kent; haar golven woelen vuil en modder op. Goddelozen zullen geen vrede kennen – zegt mijn God.