De Nederlandse Djoeke Veeninga sprak in 2007 drie uur met de Belgische Lieve Joris, die naar aanleiding van haar Congo boek in de Franse krant Libération ‘een van de beste journalisten ter wereld’ werd genoemd. Een gesprek over het leven ver weg en dichtbij. De Belgische schrijfster Lieve Joris heeft zich vanaf haar eerste boek op verschillende plekken ingegraven - het Midden Oosten, Hongarije, Afrika. Zo werkt de schrijfster: een tijdlang wortelen en goed om je heen kijken. Zo beschreef ze in haar debuut De Golf in 1986 al de door snelle economische bloei verscheurde Arabische wereld waar sommige jongeren in een behoefte aan vastigheid teruggrepen op een onbeweeglijk geloof - een thema waar de wereld nog veel van horen zou. In Het uur van de rebellen beschrijft ze de kleine geschiedenis van Assani, een Tutsi rebel, waardoor de grote geschiedenis van de oorlog in Congo en de buurlanden te begrijpen valt. Over één plek schreef ze tot aan 2007 nog niet: het Vlaanderen van haar jeugd.