Podcast voor DGA‘s, dé podcast voor en door ondernemers!

Podcast voor DGA's #3 Cor Spronk in gesprek met Gert Koekoek - groenteman over acquisitie, sturen op cijfers, vervanging en personeel

Podcast voor DGA‘s, dé podcast voor en door ondernemers!
21-09-2020

Zorg dat je iemand naast je hebt die je kan vervangen
 
Ik ontvang Gert Koekoek in onze studio in Dronten. Zijn auto verraad dat hij eraan komt. Gert is nu ruim 20 jaar ondernemer en begonnen als de echte groenteman Gert Koekoek en volgens hem is hij dat nog steeds. Op dit moment levert hij in een grote regio gesneden groente uit zijn eigen groente-snijderij en geeft hij leiding aan 30 man personeel.
Zijn ex-vrouw zei al in 2008 tegen Gert dat hij maar een groente-snijderij moest beginnen. Gert verklaarde haar toen voor gek, maar nu weet hij dat ze gelijk had. Het visioen die Gert zelf in 2012 kreeg dat hij alle maaltijdproducenten in Flevoland als klant zou hebben werd al in 2 jaar gerealiseerd.
De meeste handel komt binnen via mond-tot-mond reclame, Gert heeft geen accountmanagers in dienst. Hij voelt zich geen netwerker, maar via netwerken en bedrijfsbezoeken komen toch nieuwe opdrachten binnen.
De grootste fout volgens Gert is dat hij geen scholing heeft gevolgd, daardoor heeft hij teveel leergeld in de praktijk betaald. Maar alhoewel hij de meeste keuzes maakt op basis van zijn onderbuikgevoel, zijn de cijfers de laatste jaren steeds de onderbouwing van zijn ondernemerskeuzes geweest.
We hebben het daarnaast nog over besturen, korte ketens, de Floriade en zijn voorgangers.
Wat volgens Gert heel goed is gegaan is de samenwerking met André Weijmer, zijn huidige bedrijfsleider. Hij verteld hoe het begon met een opgeblazen motor van zijn bedrijfsbus tot aan de feilloze samenwerking van nu. André kan hem vervangen.
En als er een Poolse of een Nederlandse kandidaat zich aanmeld voor een functie in de snijderij, wie zou je dan kiezen Gert, vroeg ik hem.
Zijn antwoord was heel resoluut, luister zelf maar.
 
https://www.linkedin.com/in/gert-koekoek-14403a26/
 
Volledige tekst podcast:
Cor
Gert Koekoek, woont in Dronten, wij kennen elkaar volgens mij, wij hebben elkaar voor het eerst ontmoet bij de vereniging Flevofood, daar waar je toen nog in het bestuur zat, later bij de Reis van de Ondernemer, hier bij een workshop, toen zijn we in contact gekomen met het twintigjarig jubileum van jou, wat rond 1 april zou zijn en ik zag vanmorgen ook nog dat je de honderdste ambassadeur bent van de Floriade. Ik zit in de adviesraad van de Floriade, dus daar hadden we elkaar van kunnen kennen, maar ik wist wel dat je daarbij zat en misschien zijn er nog wel veel meer connecties. Woont in Dronten, dat hebben we in ieder geval dan gemeen. Hoe oud ben je?
 
Gert
Ik ben vierenveertig.
 
Cor
Vierenveertig lentes jong en, heb jij een relatie? Ik zag natuurlijk, ik heb je natuurlijk gecheckt op Facebook, maar.
 
Gert
Ik heb een relatie, sinds twaalf jaar.
 
Cor
Sinds twaalf jaar, kinderen?
 
Gert
Ik heb uit mijn vorige relatie twee kinderen, twee dochters. Eentje van dertien en eentje van eenentwintig.
 
Cor
Kijk eens aan. En hobby’s?
 
Gert
Hobby’s, heb ik te weinig tijd voor gemaakt, ik heb sinds een paar jaar één hobby dat is een makkelijke hobby, dat is een miniatuurverzameling van vrachtwagens.
 
Cor
Dat heb ik gezien, we zijn nu niet in jouw kantoor, want ik vroeg: waar kunnen we rustig met elkaar spreken, op een plek die jij interessant vindt, of belangrijk is voor je, toen zei je: dat zou mijn kantoor kunnen zijn, maar daar is een hoop reuring natuurlijk. We gaan straks voor de foto, die we samen maken, nog wel even naar jouw kantoor toe, ik vind het wel leuk om ons samen vast te leggen daarbij, maar dat zijn allemaal modeltrucks van AGF, van koeltrucks?
 
Gert
Van koeltrucks, van groothandelaren, het begon eigenlijk met afbeeldingen van AGF op vrachtwagens en uiteindelijk kwamen daar transporteurs bij, bij ons komen veel transporteurs aan de deur, allemaal transporteurs van AGF, ik heb per ongeluk nog een keer een paar bierminiaturen gespaard, maar daar ben ik mee gestopt, anders werd het zo - maar dat is mijn hobby. Dat staat op mijn kantoor, dat was de eerste uitspraak van mijn vriendin: heel leuke hobby, maar doe maar lekker op kantoor.
 
Cor
Ja en op je bedrijf, komen we straks even op terug. Heb jij een favoriete voetbalclub?
 
Gert
Nee.
 
Cor
Nee? Gaan we gelijk door. Muziek?
 
Gert
Nee.
 
Cor
Auto? Wat voor auto rijd je?
 
Gert
Ik rij een Ford.
 
Cor
Een Ford.
 
Gert
Ja, een hele degelijke Ford. Het is wel een Ford Mustang.
 
Cor
Ford Mustang. En de kleur?
 
Gert
Hij is smurfenblauw, er zit een vijf litermotor in, het is een V8. Past niet meer in deze tijd, maar het past wel bij mij.
 
Cor
Ja. Ik zeg zo maar gewoon als eigenaar ook: lekker, zeg ik dan. Lees je wel eens boeken?
 
Gert
Te weinig.
 
Cor
En als je wel boeken zou lezen, welk boek zou dat zijn?
 
Gert
Een beetje spanning, detectives, misdaad vind ik wel interessant.
 
Cor
Niet over business?
 
Gert
Nee, eigenlijk niet. Daar heb ik vroeger wel eens een boekje van gehad, maar te theoretisch. Ik ben helemaal van de praktijk, dus ik heb wel eens zo’n boek gekocht vol goede moed, mee op vakantie genomen, de eerste tien bladzijden gelezen en nog eens een keer tien en toen kwam hij ergens onderin de koffer en ik heb ze waarschijnlijk nooit meer gezien. Nee, ik ben geen man van de theorie. Had misschien wel goed voor mij geweest in het verleden, maar goed. Dat is zo gelopen.
 
Cor
Dat is zo gelopen. Heb jij een idool, of iemand waar je tegenop kijkt? Of waarvan je denkt: die, die doet dat -
 
Gert
Ik vond vroeger altijd - Hennie van der Most, dat was een man die woonde dicht bij ons, en dat was een man, daar keek ik altijd tegenop en die het toentertijd voor elkaar bokste. Dat begon met De Bonte Wever natuurlijk, de Watertoren in Assen, Kalkar, dat soort dingen, ja. Ondertussen volg ik hem wat minder, hij is natuurlijk ook verhuisd en je hoort niet zo heel veel meer van hem, ja, de dingen vind ik persoonlijk een beetje gedateerd worden, maar toentertijd vond ik dat echt een ondernemer van - hij kwam ook in de winkel bij mij vroeger, was gewoon een hele normale vent. En zijn dialect. En we zaten een keer bij hem in De Bonte Wever met onze jongens in de kroeg en een vriend van mij gooide een gulden in de gokkast. Jongens, niet gokken, daar word ik alleen maar rijk van! Een hele open, leuke man.
 
Cor
Hou oud zou hij nu zijn?
Gert
Ik denk dat hij rond de zeventig is, denk ik.
 
Cor
Maar dat brengt me eigenlijk meteen bij de volgende vraag: uit wat voor nest kom je? Want Hennie van der Most komt uit de buurt van Slagharen.
 
Gert
Hij komt van oorsprong uit Hollandscheveld. Dorpje in Drenthe, dichtbij Hoogeveen. Net tussen Hoogeveen en Slagharen in. En mijn ouders die waren ook ondernemer, die zaten net als ik in de groente en fruit en mijn ouders die ventten langs de deur met groenten en fruit, met een aantal busjes. Ik was een nakomertje, toen ik vijftien was konden mijn ouders vervroegd stoppen toentertijd, ik wilde het met alle geweld overnemen, dat mocht niet, daar was ik erg boos om. Later had ik er wel begrip voor, mijn ouders zeiden ook van: de ene dag wilde je brandweer man worden, de volgende dag groenteboer, dus achteraf was het waarschijnlijk wel goed gekomen, maar achteraf had ik ook wel respect voor hun keuze dat ze niet op mij gewacht hebben.
 
Cor
Maar, vijftien jaar, dan ja, het kon net niet, zeg maar.
 
Gert
Nee, wat je dan leuk vindt, als je achttien bent kun je wel zeggen: ik heb het eens even goed bekeken, maar dat is best veel werk. Dus toen had ik er wel respect voor, maar later ook wel van: die keuze hebben zij goed gemaakt van: alles leuk en aardig, maar we stoppen nu en als je dat wilt, dan doe je dat maar.
Cor
Maar venten langs de weg, als je het nu zou vergelijken met je huidige bedrijf, dan was het gewoon consumenten benaderen. Een soort SRV-wagen, maar dan alleen met groenten.
 
Gert
Ja en dan meer op de vlakten, dus niet in de steden want daar kwamen toentertijd, dan praat ik over de jaren, eind jaren negentig, toen kwamen de supermarkten ontzettend op, dus in de stad viel er geen brood meer te verdienen, maar op de vlakten bij de boerderijen daar viel nog best wel een goede boterham te verdienen, ja. Dan kwam je er één keer in de veertien dagen en dan een zak aardappels van vijfentwintig kilo een zak sinaasappels van twintig stuks en zo benaderden we de klanten destijds.
 
Cor
Net wat boeren zelf niet op hun eigen land verbouwden, een moestuin niet hadden, maar dan wel bij hun betrokken. Vader en moeder werkten eigenlijk altijd?
 
Gert
Ja, die werkten altijd. We hadden drie weken per jaar vakantie. De eerste week moest alles schoongemaakt worden, de tweede week dan gingen we eens een dagje naar Duitsland, en de derde week moest er alweer voorbereid worden. Dus ja, die hebben eigenlijk altijd gewerkt. Het was normaal.
 
Cor
Had jij toen al niet afkeer tegen het ondernemerschap?
 
Gert
Nee, de handel zat altijd wel een beetje in mij. Dat triggerde mij, vond ik wel leuk. Als je iets kocht voor een gulden en verkocht voor twee gulden, toentertijd, dat was best wel leuk. Toen was dat winst, later in mijn leven is dat wel andersom geweest, maar ik vond het wel interessant van: ja. Je ziet mensen die moeten heel de dag werken, een jongen van mijn leeftijd die heel de dag hard werkt en die heeft dan tien gulden en soms had ik twintig gulden. Zo kan het ook, met relatief weinig -
 
Cor
En deed je dat ook al met de groenten van jouw ouders, of met hele andere dingen?
 
Gert
Nee, toen was ik iets ouder, vuuraanstekers, parasols, ik heb van alles verkocht. Overal waar ik handel in zag dat kocht ik en dat verkocht ik.
 
Cor
Heb jij scholing gevolgd om uiteindelijk ondernemer te worden? Hoe is dat gegaan, welke school heb je gedaan?
 
Gert
Ik ben begonnen op de MAVO, daar heb ik twee jaar in de eerste gezeten, toen vonden ze het beter dat ik maar naar de technische school ging. Ik was eigenlijk niet gemotiveerd om te leren. Ik zat wel op school, omdat het moest, voor de rest, ik deed niks. Toen heb ik wel promotie gemaakt, ik mocht gelijk naar de tweede klas van de technische school. Ik mocht wel even bij de directeur om de tafel komen van: ik ga je volgen, want hij had natuurlijk gehoord hoe gemotiveerd ik was. Eind van het tweede jaar moest ik een keuze maken, dat was electro, metaal, schilderen of autotechniek. Ik vond alles helemaal niks. De gedachte om naar een andere school te gaan, leek mij ook al niks, want al mijn vrienden zaten op die school, dus ik dacht: weet je wat, ik doe automonteur. Heb ik twee jaar gedaan, daarin hebben ze mij ook laten slagen, ja toen was ik een jaar of zeventien, ondertussen was ik bij de groenteboer in het dorp aan het werk gekomen ik denk: ik moet nog niet van school of, je moest toen tot je achttiende naar school, toen kwam ik op een opleiding tot ja, ondernemer. Eerst verkoopmedewerker eigenlijk heb ik alles in anderhalf twee jaar doorlopen en heb ik het diploma ondernemer op zak.
 
Cor
Het middenstandsdiploma in die tijd?
 
Gert
En dat vond ik heel interessant, want toen ik daar op school kwam toen ging er een wereld voor me open van: dit vind ik leuk. Dus ik denk dat het drie of vier jaar was dan, ik ben er denk ik in anderhalf jaar doorheen gefietst en ook nog gewoon gewerkt, dat was toen leren en werken en dat vond ik leuk.
 
Cor
En bijvoorbeeld in de vriendengroep, wat was jij dan vaak voor type? Was jij degene die de boel aan de gang maakte?
 
Gert
Ja, ik was altijd wel een beetje gangmaker. Nog wel steeds een beetje, ja. Ik vind het wel leuk om op de voorgrond te staan.
 
Cor
Ja, leuk. Je zegt: ik ben bij de groenteboer aan het werk, in loondienst geweest. Hoe lang heeft dat geduurd?
 
Gert
Toen mijn ouders ermee stopten, die hebben de zaak verkocht aan een andere ondernemer, een vrij jonge ondernemer, die heb ik nog meegeholpen na schooltijd, appels en sinaasappels inpakken en dat heb ik denk een jaar, anderhalf jaar gedaan en toen was ik zeventien, achttien en toen ben ik bij de groenteboer op het dorp gekomen en dat vond ik wel heel interessant. Ik dacht: dat is wel heel leuk. Ik ben eigenlijk daar binnen gekomen als een jongen die de lege kisten moest opruimen en ben doorgegroeid tot bedrijfsleider. Ik was denk ik een jaar of twintig toen had ik een man of tien onder mij, waarvan iemand van vijfenveertig jaar en uiteindelijk ging mijn leidinggevende toen op vakantie en die zei: jij moet de toko maar runnen en ik kom wel drie keer in twee weken terug en dat even terzijde, maar ja. Dat vond ik echt leuk. Daar heb ik rondgelopen, ik denk een jaartje of zes en toen kwam er een winkel in Nieuwleusen, die kwam eigenlijk vrij, een collega groenteman die had een winkel in Staphorst, had een winkel in Nieuwleusen erbij genomen, die dacht: wat ik nu in één winkel doe, als ik er twee heb, dan verdien ik twee keer zoveel. Dat viel een beetje tegen, hij verdiende nog maar de helft, hij moest de aandacht verdelen, niet de juiste mensen, ziekte, je kent het wel, veel ellende, dus hij wilde graag van die winkel af. Zei hij: Gert, is dat niks voor jou? Ben ik wezen kijken en vrij vlot heb ik die winkel overgenomen. 1 april 2000 was mijn openingsdag.
 
Cor
Kijk!
 
Gert
Dus dat was wel heel bijzonder. Ik dacht dat ik alles wist en qua groenten wist ook alles trouwens, daar wist ik echt wel veel van, een presentatie maken, met klanten omgaan, folders, reclame maken, dat ging me al heel goed af. Maar als je ondernemer bent dan zit er natuurlijk veel meer bij. Dat is niet alleen maar een appel en een sinaasappel inkopen voor een dubbeltje en verkopen voor twintig cent, nee daar zit eigenlijk veel meer achter.
 
Cor
En toen jij met die winkel begon, wat was toen vooral dat jij zei: dit ga ik anders doen?
 
Gert
Ik heb één werkgever gehad daardoor ben ik altijd een beetje tegengehouden. Zijn wil was wet. Als die appel met de rode blos naar voren moest liggen, dan moest dat en als ik de appel een kwartslag draai dan zien de rode en gele kant, dat is net misschien zo mooi. Misschien een raar voorbeeld, maar ik werd altijd een beetje, ik heb het met heel veel plezier gedaan, maar ik had er een goede werkgever aan gehad, maar ja, ik was jong, ik wilde meer. Ik dacht het kan beter, het kan anders en het bleek ook wel dat als hij op vakantie ging, dan draaide ik de sterren van de hemel. Dan kocht ik zomaar een pallet nectarines en dan kwam hij terug en: hoe kom jij aan die omzet? Ik zeg: nou, gewoon. Dat had ik gedaan. Dat zal dan wel toeval zijn. Hij had het ook nooit willen toegeven, maar dat ging misschien drie jaar op rij, dus ik merkte ook zelf van - ik had een collega die hand een standplaats vrijdags in het dorp en als hij dan met vakantie was of ziek was, dan moest ik erheen. Ik ging zelf de bus laten, zakje walnoten neem ik nog mee en een flesje appelsap. Ik draaide daar ook altijd meer dan mijn collega. Dus ja, dat vond mijn werkgever natuurlijk leuk, maar ik was gewoon gedreven. Ik denk: wat ik hier doe, kan ik ook voor mezelf doen. En misschien kan ik dan ook iets meer ermee verdienen, heb ik misschien wat meer vrijheid, kan ik mijn eigen tijd indelen. Ik denk dat dat toen nog niet zo heel veel speelde, het was meer van: ik denk dat het beter kan.
Cor
En het lag uiteindelijk in je presentatie en contacten?
 
Gert
Vooral ook handelsgevoel qua inkoop, scherp inkopen, dat kon trouwens mijn oude werkgever ook goed, presenteren, mijn oud werkgever die kocht heel veel bananen in en dan moest je elke klant vragen: heeft u nog belang bij een trosje rijpe bananen? Zo heette hij op een gegeven moment ook. Ja, dan had ik zoiets van: waarom doe je dat nou? Waarom koop je geen doosje minder? Dan hoef je niet al die mensen - die mensen weten ook, die denken: o jee, daar heb je hem weer, vraagt hij het weer, je moet mensen niks opdringen. Ik vind gewoon: mensen moeten met plezier bij je komen, maar als je elke keer, als je in de winkel komt elke keer het gevoel hebt dat ze je wat aansmeren, dan ga je, ik persoonlijk, die winkel mijden. En dat waren van die kleine puntjes dat ik dacht van: het kan beter, het kan anders.
 
Cor
Hoe ben je in Dronten terecht gekomen?
 
Gert
Ik ben in april 2000 begonnen in Nieuwleusen, daar heb ik de winkel overgenomen, op een gegeven moment, het winkelcentrum waar we in zaten dat zou plat gaan, er zou een nieuw winkelcentrum komen, was ik ook druk mee bezig, ik had wel een huur/koopcontract, ik zat nog een beetje in dubio, wat ga ik doen? Huren? Kopen? Ik deed toen ook al horeca en restaurants. Ponypark Slagharen was een klant van mij. Ik zat een beetje in dubio. Ga ik straks hier een winkel zeg maar, huren. Die horeca levering gaat zich uitbreiden, dan moet ik op een industrieterrein een pandje gaan huren, dus ik zat een beetje in dubio van: ja, Nieuwleusen, hele mooie plaats, natuurlijk ook geen wereldstad, ook voor de toekomst, ik zat echt in dubio en in juli 2006 mijn groothandel benaderde mij: Gert er is een winkel in Dronten, die moet met spoed overgenomen worden. Die ondernemer is ervandoor en die draait op vakantiekrachten en 1 september gaan zij naar school. Ik ben daar in juli gaan kijken 2006, dat winkelcentrum van Dronten lag toen helemaal op zijn kop, dat is helemaal vernieuwd toen, dat zou ook in september heropend worden en toen dacht ik van - toen viel alles op zijn plek. Mijn huurcontract in Nieuwleusen liep in januari af, dus dat was te overzien, dus ik heb uiteindelijk de keus gemaakt en 3 september stond ik hier achter de toonbank.
 
Cor
Kijk eens aan!
 
Gert
Dus dat was eigenlijk een hele stap voor mij. Dat was een veel grotere winkel, een veel groter verzorgingsgebied en een veel grotere omzet, dus dat was eigenlijk een hele stap naar boven toe. Ik had eigenlijk besloten van: ik ga alleen verder met de winkel, de horeca levering dat vergt tijd. Als jij een restaurant hebt en ik beloof om tien uur bij je te zijn met zes bloemkolen, dan kan ik niet om elf uur aankomen met drie stuks broccoli. Dat heeft gewoon prioriteit, dat heb ik wel gemerkt: als je aan horeca levert dan staat de winkel eigenlijk op een lager vuurtje, zeg maar. Van ja: als ze vandaag geen bloemkool hebben, dan koop je wel een broccoli, dat maakt niet zoveel uit. Dus ik had me voorgenomen toen ik in Dronten kwam: ik ga alleen maar de winkel doen, ik ga geen horeca meer leveren. Ik ga mij focussen op de winkel, daar zit een mooie omzet in, kun je een goede boterham mee verdienen, dat gaan we doen. Dat heb ik uiteindelijk een week volgehouden, toen kwam er eigenlijk een oude klant alweer terug van: ik had vroeger hier altijd mijn groente, wil je bij mij leveren. Ik zit aan de overkant met een pizzeria. Ik denk: ach, dat kan wel. In no time hadden wij best wel een aantal restaurants als klant. Ik denk dat wij in 2008 al meer dan veertig restaurants hadden als klant. Mijn huurbazen dat waren drie broers, eentje deed vroeger de winkel die had een pensioen, de andere twee broers deden markt en horeca levering. De middelste broer was inmiddels ook aan het pensioen toe, die had een aantal Chinees restaurants en zei: jij krijgt die restaurants van mij, daar hoef ik niks voor te hebben, maar je moet er goed op passen. Ik heb ze vijfendertig jaar als klant, ik gun ze jou. Ik heb een goede inwerkperiode van hem gehad, ben twee keer mee geweest en toen zei hij van - toen ik het ’s maandags overnam toen dacht ik: misschien komt hij nog wel even helpen, maar nee: dat heb je heel goed gedaan. Maar op een gegeven moment hadden we veertig restaurants, de winkel en dat was eigenlijk allemaal best wel heel leuk.
 
Cor
Daar heb ik nog even een vraag over, Gert, wat is nu in handel of in aandacht die horeca, anders dan een winkel? Een winkel dan komen mensen, bij je binnen en die gaan een beetje kijken en dan heb je meer dat praatje. En hoe is dat, kun je daar twee verschillen in noemen?
 
Gert
Ja, een winkel daar moet je de klant naartoe lokken, je moet een goede prijs hebben, een mooi product, het moet er allemaal netjes, schoon en verzorgd uitzien, klant in een winkel komt een half jaar bij je en daarna zie je een klant niet. Heb ik wel eens gevraagd van: waarom komt ze niet bij mij? Was een product niet goed, was ik niet goed? En leveren aan de horeca is heel anders. Andere wereld. Je gaat daar met de mensen om de tafel, je gaat prijsafspraken maken, mensen verwachten echt wat van je, als het niet goed is dan hoor je het direct en met de consumenten is dat lastig. Dan mis je iemand, waarom mis je iemand. Als jij een horecagelegenheid hebt en ik lever jou een product wat niet goed is, dan bel je me. Gert, je hebt mij een krop sla geleverd, die is verlept. Dan weet ik het gelijk. Dat is met consumenten, dat is lastig. Jammer.
 
Cor
Is dan business to business lastiger of makkelijker?
 
Gert
Ik vind het makkelijker. Het is gewoon veel contact, veel communicatie. Moet van weerskanten komen natuurlijk, maar als er communicatie is, dan kom je er in principe altijd wel uit.
 
Cor
Je hoort natuurlijk dat consumenten steeds mondiger worden, die worden steeds eerlijker, dat gebeurt in business to business altijd al.
 
Gert
Dat gebeurde al. Als iets niet goed was, dan hoor je het direct. En als het de tweede keer niet goed is, dan kun je opdraven en kun je het oplossen. En de consument ben je dan kwijt, die denkt van: ik ga er maar niet meer naartoe, de buurman die verkoopt ook wel een bloemkool.
 
Cor
En business to business is natuurlijk, die horecaondernemer die gebruikt het weer om zijn klant te bedienen, dus die heeft er gelijk last van en een consument zegt: dan eet ik het maar niet.
 
Gert
Gooi het maar in één keer weg, dus dat is wel een heel verschillende wereld. Terwijl de consumentenwereld - vond ik ook altijd leuk om te doen. Zaterdags hadden we soms met mooi weer aardbeienverkoop, dan kochten we één of twee pallets aardbeien in en dan stond ik buiten te schreeuwen, gewoon een spelletje was dat. En de ene keer lukte dat heel goed, lag ook een beetje aan de temperatuur, de mensen, soms dan stonden ze echt heel lang in de rij. Zaterdag erop, zelfde temperatuur, zelfde prijs aardbeien en was het moeilijk mensen erbij te krijgen, dat was altijd een heel leuk iets, als je dan weer los was om vier uur ’s middags - dat hebben we weer gedaan.
 
Cor
Misschien moeten wij nog een keer samen stroopwafels voor het KWF gaan verkopen. Dan gaan we kijken of we allebei een pallet kunnen wegduwen.
 
Gert
Dat lijkt me een leuk idee.
 
Cor
In die tijd, 2010 volgens mij, is André Weijmer jouw huidige bedrijfsleider toen ook aan boord gekomen. Jij zegt: horeca. Wat gebeurde er toen, wat veranderde er in jouw bedrijf?
 
Gert
Mijn bedrijf groeide eigenlijk door van de horeca levering, daar kwam af en toe wel eens een klant bij, de winkel bleef op hetzelfde niveau, zakte zelfs iets terug, wat ik net al aangaf, als je de aandacht verslapt dan kun je heel goede medewerkers hebben, maar als je geen sturing geeft dan moet je jezelf in de spiegel aankijken van: ik geef geen sturing, ik heb er geen tijd voor, ik heb het te druk. Ik moest ’s morgens bestellingen klaarmaken, ik moest prijskaartjes veranderen, inkoop. Vroeger wilde ik ook heel veel dingen zelf doen. Het liefst deed ik alles alleen. Ik had toen een man of tien, twaalf in dienst.
 
Cor
En dan wist je dat het goed kwam.
 
Gert
Maar het liefste deed ik alles zelf. Maar in 2010 kwam André in dienst, die kwam gewoon als jonge jongen binnen, gewoon als winkelmedewerker, de klanten helpen, bijvullen, maar die is langzaam eigenlijk wel mooi, meegegroeid met het bedrijf. Ondertussen is hij bedrijfsleider in tien jaar tijd, ja.
 
Cor
Ook een mooie stap!
 
Gert
Heel mooie stap en dat begon eigenlijk in 2012, 2011. In 2011 was ik op excursie bij een maaltijdproducent in Almere, die maakt maaltijden voor de retail, voor de zorg en dergelijke. Daar hadden wij een rondleiding en die eigenaar vroeg aan mij: jij bent groenteboer. Ik zeg: ja, dat klopt. Hij zegt: wij willen eigenlijk producten uit de regio. We willen eigenlijk wortels uit eigen regio. Als ik hier in Almere uit het raam kijk, bij wijze van spreken, zie ik de wortels en uien groeien. Mijn huidige leveranciers zitten hier om de hoek, die heb ik al vier keer gevraagd van: ik wil producten uit Flevoland. Die zegt: kan niet. Wat is jouw mening daarover? Ik zeg: nou, ja, kan niet, dat lijkt mij heel makkelijk. Ik zeg: dat groeit hier en dat moet kunnen. Nou zegt hij: wil je dat eens voor mij uitzoeken? Die man had een vooruitziende blik. Dat was in 2011. Tegenwoordig is het heel normaal dat op een pak melk een boer staat, boer Jan en daar is de karnemelk van. Maar toen stond dat nog een beetje in de kinderschoenen en die man die zag dat aankomen van: dat kan een heel sterk verkooppunt voor mij zijn. Van kijk: ik ben eigenlijk een fabriek, maar toch weet ik wie mijn groente teelt. Toen ben ik daarmee bezig gegaan en dat was in juli 2011 en op 2 januari 2012 stond ik met een bus met wortels en uien in Almere. Het klonk wat makkelijker, in theorie, dan in de praktijk om de wortels vanuit de grond in de fabriek te krijgen, dat is best nog wel een heel lange weg. Zijn we ook heel lang mee aan het testen geweest, maar dat ging eigenlijk wel redelijk goed.
 
Cor
Maar wat is voor jou vooral nodig, want je moest er ook in geloven, maar wat was dan dat je uiteindelijk dat jij dat redde?
 
Gert
Ik zag dat voor me, er zijn ondernemers die moeten daar heel veel over praten, denken, niet van slapen vooral. En ik zag dat voor me: ja, dat kan. Ik kende wat telers, ik kende de machines en ik kende die mannen. Ik denk: dat moet gewoon kunnen. Gewoon doen.
 
Gert
Maar goed de winkel, de machines had je misschien nog niet?
 
Gert
Ik had toevallig, de vorige ondernemer die had toevallig een heel professionele machine gekocht en die machine heeft bij mij altijd in zijn pensioenstand gestaan. Die draaide een uurtje, anderhalf per dag, dat was een hele grote machine, eigenlijk veel te groot voor de winkel, dus - en de basismachine die had ik, dus dat was eigenlijk ook weer een geluk. Die had ik al staan. Daar omheen moest ik nog een paar andere machines, de basismachine had ik al. Dus dat was voor mij: dat kan wel, dat doen we wel even. Toen zijn we daarmee begonnen en dat ging eigenlijk best heel goed, de klant was tevreden, want de vorige leverancier had twintig jaar geleverd, die dacht dat hij de baas was, die kwam ’s morgens om zes uur: ja, sorry ik heb geen witlof, die komt vanmiddag. Ja, maar die staan al te koken, om zeven uur, er werken hier honderd man en er moet gekookt, verpakt. Ja, ik heb het niet. Die man die was daar al zolang leverancier, die dacht: ik kan wel een potje breken. Dus ik kreeg vrij snel de vraag, dat was half 2012, juli, augustus, van: zou je voor ons ook de bieten en de prei en de witlof willen doen. Ik zeg: tuurlijk, geen probleem. Ik zeg: maar dan moet ik wel investeren. Dan moet ik echt wat machines erbij kopen. Wil je dat? Ja, dat wil ik wel. Zo gezegd zo gedaan, iedereen verklaarde mij voor gek. Achteraf misschien ook wel een beetje logisch van: je gaat je hele bedrijf eigenlijk voor één zo’n man, die man heeft je in je macht, maar ik had er gewoon vertrouwen in. Die man had ik een aantal keer mee aan tafel gezeten en dat was gewoon een eerlijke ondernemer van: ik wil wat, maar jij moet het doen. Samen met mij doen.
 
Cor
Check je dat nog op de één of andere manier? Of is dat je onderbuik gevoel?
 
Gert
Toen was het puur onderbuikgevoel. Het was wel een bekend bedrijf in de markt die al heel veel jaren een gezond, goed product had. Het was geen jong bedrijf, gewoon een goed bedrijf. Maar iedereen verklaarde mij voor gek en ik mezelf ook wel een beetje. Maar nu achteraf denk ik van: ach, wat ben je toch gek. Als ik heel realistisch had nagedacht en misschien een adviseur in de arm had genomen: die had altijd gezegd: Gert, niet doen.
 
Cor
Teveel risico.
 
Gert
Je moet teveel investeren, je bent maar groenteboer, bla bla bla. Maar ik heb het toen wel gedaan.
Cor
Je zei: ik ben maar groenteboer, is dat iets wat je wel vaker heeft achtervolgd?
 
Gert
Ja. Ik vind daar niks mis mee. En ik noem mezelf ook nog steeds groenteboer. Officieel ben ik DGA, maar dat woord schrijf ik niet op mijn visitekaartje, daar staat ook eigenaar. Waarom? Dat vind ik bij mij passen. De titel DGA vind ik niet bij mij passen.
 
Cor
DGA zijn directeur groot aandeelhouder, je hebt de meeste aandelen, je kunt niet meer door iemand zomaar weggestuurd worden, dat is -
 
Gert
Ik had gisteren een aandeelhoudersvergadering met mezelf. Dat was ook nog -
 
Cor
Even de jaarcijfers doorgesproken.
 
Gert
Even de jaarcijfers doorgesproken met mezelf.
 
Cor
Nee, maar goed, ik denk dat heel veel ondernemers, tuurlijk, we zijn allemaal van een beetje in hokjes indelen, net qua auto al over gehad, je kijkt toch: in wat voor auto komt iemand aan? En zo is het ook dat een winkelier met een winkel dat daar vaak anders tegenaan gekeken wordt, de consumentenmarkt, dan de vaak de business to business markt. Je kunt ook vanuit je industrieterrein natuurlijk aan consumenten leveren, maar het is een ander soort - ik denk dat dat misschien soms wel door, bij bedrijven die business to business doen, dat die wat neerbuigend misschien doen tegenover winkeliers. Wat in mijn mening compleet niet terecht is.
 
Gert
Absoluut niet. Een winkelier kan punt één een goede boterham verdienen, punt twee die werken vaak hard voor hun boterham, houden ook heel veel mensen aan het werk, in een gemiddelde winkel werken vaak vier, vijf man. Ik ben er zelf geweest, daar heb ik respect voor, een goede ondernemer kan een goede boterham verdienen, ook als je een winkel hebt. We hebben de laatste jaren wel door de opkomst van internet, zijn er wel een aantal bedrijven die het heel moeilijk hebben. Er zijn een aantal bedrijven die hebben een slag gemaakt richting internet. Die zagen het aankomen: als we zo doorgaan gaat het niet goed. Dat is ook ondernemen.
 
Cor
Had jij, toen jij steeds meer richting horeca ging, en je zegt: je had zo’n tien man personeel in de winkel, was daar ook wel eens dat ze, je zei: iedereen verklaarde mij voor gek. Hoe was dat intern? Luister jij naar wat je personeel vindt? Ben je daar gevoelig voor?
 
Gert
Nee, toen niet. Ik ging dat doen, en toen hebben we dat gedaan. En toen luisterde ik eigenlijk niet naar mijn medewerkers van: lijkt me niet zo’n goed plan. Als ik daarmee goed was, dan moest iedereen het goed vinden.
 
Cor
En hoe was dat qua thuisfront? Liep die altijd achter jou aan?
 
Gert
Die had een eigen baan, die had met mijn bedrijf qua echt werk niet zo heel veel te maken. Maar die had mij, ik denk in 2008 al eens gezegd van: weet je wat jij moet doen? Je moet stoppen met die winkel, je moet een fabriek gaan oprichten: de groentezaak. Toen heb ik haar compleet voor gek verklaart, maar ze heeft uiteindelijk wel gelijk gehad. Toen stond ik in 2008 van: ja, maar die fabrieken bestaan al en ik heb een aantal heel grote collega’s in Nederland, daar keek ik een beetje naar. Die markt is al vergeven. Maar achteraf had ik in 2008 daar al aan gedacht.
 
Cor
Heb jij voor de rest adviseurs om je heen waarvan je zegt: daar luister ik echt naar, of heb je vrienden, of wat dan ook, waar haal jij je feedback, of doe je dat vooral met André?
 
Gert
Met André natuurlijk, ik heb een goede accountant. Accountants zijn er heel veel en in heel veel prijsklassen, ik wil niet zeggen dat de duurste de beste is, ik wil wel zeggen dat de goedkoopste de beste is, maar een goede accountant is heel belangrijk. Kijk, als je een accountant hebt waarbij je de spullen op tafel gooit en die maakt één keer per jaar een rapportje en die zegt van: jochie goed gedaan, dat is leuk en aardig, maar daar heb je niks aan. Een accountant moet eigenlijk onderdeel van je bedrijf zijn. En je bedrijfsvoering, vooral als je groeit, als je groter wordt, als er winst wordt gemaakt, die moet je adviseren van: denk hieraan, denk daaraan, dus dat vind ik heel belangrijk. En in 2015 heb ik een financieel adviseur binnen gehad en dan weer terugkomend op 2012, dat ik met groente snijden begon, dat ging eigenlijk heel leuk, die klant heeft 2013 alles naar ons overgezet, dat was een serieuze klant, ik had een vrij groot winkelpand, dus het ging allemaal net. ’s Morgens dan ging de koeling leeg en in de koelbus, dan kwam de groothandel met nieuwe handel en hoe we dat gedaan hebben is ons nog een raadsel, maar we hadden geluk. Toen in 2013 stond ik op een beurs, klein regionaal beursje in Lelystad en ik had een mooi schortje voor: de echte groenteman Gert Koekoek, daar stond ik met een kraampje met een beetje snijbiet en een paar mooie tomaten en komkommers, noem maar op en er kwam een potentiële klant.
 
Ik zeg: goedendag. Je bent groenteboer. Ja, ik heb een winkel in Dronten. Je levert aan horeca? Ja, ja. En ik zeg we doen groenten snijden En aan wie lever je dan? Aan die en die. Toen zag ik iets in zijn ogen wat getriggerd werd. Die naam, dat was een gevestigde naam, vooral als je daar levert, dan zul je wel - ja, kom eens bij ons langs. En dat is eigenlijk toen als een lopend vuurtje gegaan. Ik had in 2012 een visioen, als ik aan alle maaltijdproducenten in Flevoland kan leveren in de komende tien, twintig jaar, dan zou ik wel heel blij zijn. Dat hebben we uiteindelijk gerealiseerd in twee, tweeënhalf jaar tijd. Eigenlijk alle potentiële klanten dacht ik van: dat kan wel eens klant bij ons worden, die is klant bij ons geworden.
 
Cor
Hoe deed je dat, liet je dan ballonnetjes op, of deed je wel eens een bezoekje plegen? Of nodigde je ze uit bij jou op de zaak? Wat is dan je geheim waardoor je -
 
Gert
Toen was er eigenlijk al als tegenwoordig vereniging Flevofood, toen was er al een soortement Flevofood, dan gingen we één of twee keer per jaar gingen we naar bedrijven op bezoek in Flevoland. Dat kon een visbedrijf op Urk zijn, dat kon bij een teler zijn, dat kon bij een vliegtuigcateraar zijn, maakt niet uit en daarmee heb ik al die mensen leren kennen. Dat was: hé Gert, hoe is het? Dus ja, dat contact was er al een beetje en gezellig een biertje erbij, wat doe je dan? En eigenlijk van mond-tot-mondreclame van kom eens langs, dat was eigenlijk wel heel prettig. En eigenlijk qua acquisitie was dat op zich best wel makkelijk, dat was geen koude acquisitie van: we hebben een groentensnijderij, we gaan eigenlijk gewoon vaak van mond-tot-mond: kom eens langs. Gunning. Stukje gunning.
 
Cor
Dus je zou kunnen zeggen: bij allerlei bedrijfsbezoeken of netwerkclubjes heeft jou best wel handel opgeleverd.
 
Gert
Absoluut, ja.
 
Cor
Ben je een ras-netwerker?
 
Gert
Absoluut niet.
 
Cor
Het voelt niet zo, in ieder geval.
 
Gert
Nee.
 
Cor
Maar ben je het misschien wel?
 
Gert
Nou, je hebt mensen die gaan naar een netwerkbijeenkomst echt om te netwerken, en ik heb vaak ook interesse in het bedrijf, maar ook een beetje voor de gezelligheid, een glaasje bier erbij, het echte, pure, je hebt ook wel eens mensen, dan word je - denk je - dan krijg je er een beetje een - nou, geen lekker gevoel bij, die zijn er puur om te scoren. Ik vind netwerkbijeenkomsten is om elkaar te leren kennen en het zou mooi zijn al daar handel uit komt. Maar er lopen wel eens mensen die zijn echt puur, die springen op je nek.
 
Cor
Is dat ook een beetje kenmerkend voor een DGA, dat zie je, op het moment dat jij accountmanager bent van het bedrijf, ja dan heb je natuurlijk vaak een target meegekregen en dan moet je ook wel. Dus, je mag naar een netwerkmeeting toe, in de baas zijn tijd, maar dan moet je ook wel scoren. En ik denk dat die druk natuurlijk voor een DGA wat minder is. Als het niet lukt kan hij zichzelf de schuld geven, maar dat is het dan ook, maar die heeft niet die druk vaak van de target van moeten scoren, zeg maar.
 
Gert
Dat klopt, alleen als je accountmanager bent en als ik jou zie en je denkt: die moet jou spreken, dan doe je toch iets niet goed, denk ik. Het moet ook - het is fijn als je honderd mensen hebt en je kunt ze niet alle honderd naar de mond praten, je moet daar een gevoel bij hebben.
 
Cor
Is het dan ook zo dat jij je klanten kiest, of misschien wel krijgt, die bij jou passen? Er zullen ook horecaondernemers zijn die misschien wel van het andere kaliber zijn, of die niet in jouw vriendenkring zouden behoren.
 
Gert
Je krijgt de klanten die bij jou passen en we zijn misschien een beetje een vreemde eend in de bijt, maar we doen niets aan acquisitie. Het is puur mond-tot-mondreclame, we groeien jaarlijks zo’n twintig procent, maar aan acquisitie doen we eigenlijk nooit. Of ik moet echt weten: die ondernemer is zoekende, dan hoor ik dat van de buurman van: de buurman is zo super ontevreden met jouw conculega, dan stap ik erop af, maar voor de rest komt en gaat het bij ons. En als ze bij ons komen, dan zijn ze eigenlijk al klant, dan zijn ze zoekende. Dan hebben ze van ons wat gehoord, dat we het goed doen, of goede levering hebben, of goede service, goede prijzen, dus dat is op zich wel heel makkelijk. We zijn eigenlijk heel makkelijk aan onze klanten gekomen.
 
Cor
Ik zie hier op internet dat je wel iets aan reclame doet, ik kwam wel eens een Duitse poster tegen. Wat is dat dan?
 
Gert
Klopt, we hebben een vakblad van de groente en fruit, zeg maar, en die hebben ook een Duitse editie, dus daar hebben we eens een Duitse advertentie in gezet. We zijn ook aan de Duitse kant bezig, dus onze ambitie is ook wel om iets in Duitsland te gaan doen. Duitsland loopt qua gesneden groente nog achter op Nederland. Zijn wel hard bezig met een inhaalslag, maar daar is nog een marktje vrij. Dus vandaar de advertentie.
 
Cor
Ja, nog even terugkomen op de school, je was dan misschien niet zo’n leerwonder, maar als ik op LinkedIn zie dat je Russisch spreekt, dat je Pools spreekt, Engels en Duits, is Nederlands misschien wat je het minst goed spreekt? Maar hoe kom je aan Pools en Russisch?
 
Gert
Dat is een lang verhaal. Ik werkte al heel veel, toen ik bij de groenteboer werkte in het dorp en mijn vrienden waren allemaal bouwvakkers en elektriciëns, die hadden echt met de bouwvak vakantie, met de bouwvak wilde mijn werkgever ook graag op vakantie, dus ik werkte altijd, dus ik had eigenlijk vaak in september vakantie, of heel vroeg. Ik ben met mijn vrienden wel eens naar Spanje geweest en alles, maar in een jaar, dat was denk ik in 1995/1996 toen ging mijn werkgever dus in de bouwvak op vakantie met vrienden en ik had in september vakantie, ik dacht: wat ga ik doen? Er kwam een klant in de winkel en er kwamen altijd groepen Russische kinderen bij ons naar het dorp toe één keer per jaar om aan te sterken en dat was een goede klant van mij, we kwamen in gesprek. We hebben straks een excursie zegt ze, naar Wit-Rusland. Ik zeg wanneer? Nou, in september. Ik zeg: o? Ga je mee, zegt ze. Ik zeg: ik wel. Daar hoef ik natuurlijk niet over na te denken. Dat leek me wel interessant. Paar dozen appels en bananen mee om uit te delen bij een paar kindertehuizen. Het eerste de beste dorpje waar we kwamen, daar kwam ik een Russisch meisje tegen, een Wit-Russisch meisje, contact mee gehouden, klein beetje verkering mee gehad. Ik ben daar heel vaak geweest, zij is hier een keer geweest.
En zo doende dat ik Russisch praat. Als ik ergens in geïnteresseerd ben, dan ga ik er echt voor. Ik ben echt geen talenwonder, je moet me niet vragen om een hele Russische zin op te schrijven, want dat kan ik niet, maar spreken, verstaan, dat kan ik.
 
Cor
Je durft het te spreken, je durft fouten te maken.
 
Gert
Misschien een heel mooi voorbeeld, dat was een aantal jaren later, toen was ik met een Poolse vrouw getrouwd, een paar jaar verder, zat ik op een bruiloft, er zat een professor, een man en een vrouw. De man die sprak Engels en die vrouw sprak Duits en ik sprak Nederlands en Engels en Duits. Dus ik met mijn beste Engels en mijn beste Duits met hem praten, het was een hele gezellige avond en toen een paar dagen zei mijn vrouw van ze vonden jou toch maar zo’n rare vent, van dat steenkolen Duits en van dat slechte Engels. Ik zeg: moet je luisteren, ik kon met haar praten, ik kon met hem praten, ik zeg: ja, wat is er dan mis mee? Als ik ergens in geïnteresseerd ben dan ga ik er gewoon voor en dan moet het gewoon lukken. Maar ik ben niet iemand om een cursus te nemen, een cursus Russisch, ik heb het ook gedaan een cursus Russisch, maar ik heb er de basis uitgehaald, maar dat was niet aan mij besteed, dat was veel te theoretisch.
 
Cor
Welke fouten, als je nu eens een fout zou moeten noemen die jij als eigenaar hebt gemaakt?
 
Gert
De grootste fout is dat ik niet geleerd heb. Beetje eigenwijs was van: ik weet het wel. Dan ga je beginnen en dan btw, dat wist ik ongeveer wel, maar loonbelasting, dat was voor mij nieuw. Dat is wel een hele grote fout, als je ondernemer bent en je weet niet wat loonbelasting is. Gelukkig draaide ik vanaf het begin in mijn winkel in Nieuwleusen heel goed, maar dat is wel iets van: o, belasting betalen, en gewoon, ja.
 
Cor
Toen had je nog niet zo’n goede accountant misschien?
 
Gert
Nee, ook niet. Die beste man die belde ik, hield me precies een kwartier aan de praat, tot ik de eerste factuur kreeg na een jaar er stond zesendertig keer een kwartier advies op, en ik: hè? Gert, hoe is het? Gezellig, heb je veel verkocht? Dat was altijd heel gezellig met hem. Dat soort fouten heb ik wel gemaakt door niet te willen leren heb ik in de praktijk met mijn portemonnee heel veel geleerd, daar heb ik achteraf wel een beetje spijt van. Ook wel goed, als je in de praktijk een keer een goede fout maakt wat tienduizend euro kost, die fout maak je een tweede keer niet gauw weer.
 
Cor
Je zou kunnen zeggen, je zou een studie kunnen volgen van tienduizend euro, dat kun je doen, daar ben je dan mee bezig, maar je kunt ook de fout maken in de praktijk en dan betaal je hem ook. Maar wat voor studie, welke studie, denk jij, had jij moeten doen?
 
Gert
Studie is niet voor mij, meer een cursus. Een cursus van een half jaar ook een beetje van: ondernemer, denk eens hieraan, dit staat je allemaal te wachten. Het is niet alleen maar dat product verkopen, je hebt de mensen in dienst die je tevreden moet houden, die mensen gaan scheiden, die zijn ziek, dat is, je bent ook nog sociaal hulpverlener erbij, je maakt van alles mee. En dat heb ik van tevoren - nee, ik was alleen maar gefocust op de winkel.
 
Cor
Maar, jij hebt een probleem. Wat doe je dan? Google je dan, of bel je dan je accountant, of, wat is dan de manier waarop je erachter komt wat je ermee zou moeten doen?
 
Gert
Ik probeer het meestal zelf op te lossen, Google is natuurlijk tegenwoordig wel een mooi ding om daar wat dingen op te zoeken, mijn adviseur die kan ik altijd bellen, André, daar spar ik heel veel mee, dat is makkelijk, we spreken elkaar natuurlijk tien uur per dag, bij wijze van spreken. Dus, ja.
 
Cor
André, toch even je broer, je zoon, hoe hij maar genoemd wordt nu tien jaar in je bedrijf en nu bedrijfsleider. Ik ben natuurlijk wel eens bij jullie op kantoor geweest en dan lijkt het inderdaad, dan zullen ze denken een geoliede machine, de telefoon gaat en of jij hem opneemt of André hem opneemt, je weet gelijk waar de klant het over heeft en wat er zou moeten gebeuren. Is dat gewoon nu het product van tien jaar lang bij elkaar op de lip zitten en elkaar gewoon heel goed aanvoelen?
 
Gert
Ja, dat is elkaar feilloos aanvoelen, als we ergens op gesprek zijn, dan hoeven we elkaar maar een klein tikje tegen de tenen te geven of elkaar aan te kijken om te weten wat we bedoelen. Het is ook een kwestie van, hij is binnengekomen, zoals ik vroeger binnenkwam als jongetje, vakken vullen en klanten helpen. Hij is meegegroeid. Ik heb hem ook het vertrouwen gegeven. Toen mijn werkgever vroeger op vakantie ging dan, wat ik al zei, dan kwam hij drie keer terug van Texel. Hij belde elke dag over de omzet, voordat we weggingen, ik werd helemaal vastgebonden. Ik denk: die fout ga ik zelf nooit maken. Toen ik de eerste keer op vakantie ging heb ik mijn medewerkers de vrijheid gegeven. Ik heb wel, dat moet je eerlijk weten, een halve middag met ze gezeten van: als de koeling kapot gaat moet je die bellen, als die zekering kapot gaat moet je die bellen en dit en dit, maar ik heb ze wel de vrijheid gegeven. Ik zeg: doe wat je wilt. Heel mooi voorbeeld met André, ik denk dat het ergens in 2014 was, ik had André gezegd van: als jij mij belt in mijn vakantie, dan is er echt een probleem. Als ik jouw nummer zie, dan pak ik mijn koffer al. En ik had ook tegen hem gezegd van: als ik wegga, ik schakel mijn telefoon door, dan heb ik ook rust. Er zijn veel ondernemers die gaan op vakantie, die hebben het nog drukker dan als ze aan het werk zijn, ik had André vertrouwen gegeven, ik ben twee weken weg ik, kwam zaterdagavond terug, ik woonde toen nog boven de winkel, nou het eerste wat ik deed was even in de winkel kijken, kijken wat de omzet was, kon ik in de computer zien, gewoon even rondlopen, ik trek een laadje los, daar staat een een sleutel van een bus met een geel etiket. Ik denk: hé, dat gele etiket dat zat er niet aan. Ik denk: o jee. Ik loop naar buiten, ik zie dat busje heel vreemd geparkeerd, ik doe de sleutel erin, ik start hem, motor helemaal kapot gelopen. Maar ik kom terug van vakantie, ik heb een hele mooie vakantie gehad. Zondagmorgen, de telefoon. Met André, ben jij al beneden geweest? Ik zeg: ja, ik heb al gezien dat de bus kapot is. Daar bel ik eigenlijk voor, zegt hij. Ik zeg: wanneer is dat gebeurd? Je ging maandagmorgen weg, zegt hij, om vier uur heb ik je weggebracht, ik rij naar de eerste de beste klant toe, op de snelweg, op de A6, richting Almere, bam, motor ontploft. Hele boel ellende, ik had het de klant al uitgelegd. Ik zeg: o, had hij mij niet verteld. Was ik hem heel dankbaar voor. En hij zegt: we hebben de bus niet laten maken. Ik zeg: dat was de juiste keuze, al had je er een nieuwe motor ingezet, dan had je ook de juiste keus gemaakt. Stukje vertrouwen geven.
 
Cor
Ja, verantwoordelijkheid geven, maar ook de bevoegdheid geven dat hij dan ook dat mag uitvoeren.
 
Gert
Juist en ik heb een goede vakantie gehad. Als ik dat niet had gehad, dan zat ik veertien dagen op een leuk eiland ergens, dan had ik veertien dagen ellende in mijn hoofd gehad. En nu heb ik niks gemerkt, toen had ik niet al dat Facebook waar je dan wel eens wat op voorbij ziet komen, ik heb gewoon een goede vakantie gehad. En dat was voor mij echt een triggerpunt van: hé.
 
Cor
Dus de eerste test had hij goed doorstaan.
 
Gert
Ja, echt perfect, super, heerlijk. Zo hoort het.
 
Cor
Ben je niet eens bang dat hij dan, net als wat jij doet, dat hij denkt van: ja, maar dat kan ik ook. Dit kan ik voor mezelf. Je leert hem zoveel zou je zeggen?
 
Gert
Ja, ik hoop het niet. Het zou kunnen, alleen we hebben natuurlijk het gesprek en ik heb ook wel een beetje voor de toekomst, dat hij eigenlijk misschien in de toekomst het bedrijf overneemt. En daar zijn wij nu over aan het praten een beetje brainstormen, hoe gaan we dat, in welke banen gaan we dat leiden. Ik ben nog maar vierenveertig, hij is nog maar dertig, maar goed, als wij wat willen voor de toekomst, dan zullen we daar wel de eerstkomende jaren, de eerste punten voor moeten zetten.
Cor
En daarmee heb je voor jezelf als leidraad een beetje hoe jij je zou voelen op die plek?
 
Gert
Ja, ik vind het ook belangrijk om hem dan misschien geleidelijk naar binnen te laten komen, niet dat als ik, zeg maar, stel dat ik met zestig kan stoppen dat hij in één keer een heel bedrag op tafel  moet leggen, zou het mooi zijn dat hij al een stukje erin zit en als ik wegga, ook echt weg kan gaan. Dat ik zeg: veel plezier ermee, daar ga ik mij ook niet meer mee bemoeien. Dat hij dan het idee heeft van: ik ben nu goed veertig, nu ben ik de ondernemer.
 
Cor
Nog even terug naar je kinderen, je hebt twee dochters. Daar zitten geen potentiële bedrijfsopvolgers bij zoals je het nu kunt zien?
 
Gert
De jongste is nog een vraagteken, de oudste is eenentwintig, die is gehandicapt, dus dat gaat helaas niet lukken en de jongste is dertien, weet ik niet. Ze heeft wel eens een blauwe maandag meegeholpen, maar dat is gewoon afwachten.
 
Cor
Ik weet nog, toen mijn oudste dochter, die is nu zevenentwintig, toen die twaalf was, toen vroeg ik aan haar: wil je bij papa in de zaak komen? Toen zegt ze: dat wil ik, maar dan wil ik wel de baas zijn. Ik zeg: daar komt niks van in. Dat gaan we niet doen. Dan begin je maar voor jezelf. Maar goed, tot nu toe heeft ze zich nog niet aangediend, zal ik zeggen. Is die, ik wil het even hebben over transparantie. Weten jouw personeelsleden alles over wat er in het bedrijf gebeurt?
 
Gert
De personeelsleden, medewerkers weten dat in principe niet. Mijn collega André, mijn bedrijfsleider wel, dat vind ik wel belangrijk, we werken er samen hard voor, en kunnen we zeggen: we hebben van de week die omzet gehaald, maar ja. Ik wil dat hij bijvoorbeeld een omzet van een ton haalt en je houdt er honderd euro aan over, ja, dan is die omzet van een ton heel leuk, terwijl je de maand erna misschien negentig draait, dus dat, dan moet je ook met z’n twee, er wordt hier wel omzet gedraaid, maar waarom hebben we zo weinig winst? Van de andere kant, ja als je dat niet met elkaar deelt, dan ja, dan werkt hij heel hard en dan hoort hij wel eens een omzet voorbij komen, maar ja, dan is tachtig toch ook wel goed? Ik noem maar even een voorbeeld. Waarom zou het dan een ton moeten worden? Dus niemand erbij betrekken, tenminste maar in dit geval André vind ik wel belangrijk, samen doen we het.
Cor
Dus hij ziet precies hoeveel winst je maakt, of?
 
Gert
Ja, we houden wekelijks onze cijfers bij, dinsdagmiddag dan heeft André altijd de cijfers paraat, zijn de facturen binnen, alle uren van de jongens, alles ingevuld, daar hebben we een mooi bestandje voor, dat draait hij uit, daar rollen dan een aantal cijfers uit, die nemen we ook samen even door en dan weten we ook van: vorige week hadden we grote omzet en weinig winst, o ja, we hebben een hele partij handel ingekocht, die wordt pas van de week verwerkt. Dat soort dingen. Dan kun je sturen op cijfers. Dat deed ik vroeger ook, niet eens de boekhouder, maar dat was vaak na twee jaar, dan hadden we eindelijk het jaarrapport klaar en dan: het was niet zo best, je hebt vrij hoge personeelskosten. Was je twee jaar verder, ja, dan hoef je niet meer te sturen. Nu is het wekelijks sturen op cijfers en als je groeit is dat ook wel belangrijk. Cijfers zijn best wel belangrijk, dat kan heel hard, heel snel goed gaan, maar het kan ook heel hard, heel snel slecht gaan. En als je dan niet op tijd ingrijpt.
 
Cor
Ik vind het wel mooi hoe dat zit, is dat dan iets wat eigenlijk, je zou kunnen zeggen: je bent echt ondernemer op basis van je gevoel, op je onderbuikgevoel, ik denk dat - zeg maar als het niet zo is, heel veel beslissingen neemt op basis van onderbuikgevoel, maar toch zijn dus cijfers voor jou wel heel belangrijk.
 
Gert
Geworden, ja. Met sturen op cijfers dan kun je echt direct sturen, dan wordt het ook leuk. Dan kun je daar ook een beetje mee gaan spelen, beetje, de marge is natuurlijk heel belangrijk, als je daar een beetje mee speelt. Vroeger was het heel veel onderbuikgevoel, tegenwoordig hebben mensen mij verplicht om na te denken. En dat gaat nu aardig goed, maar mijn financiële man die kwam 2015 aan boord en dan kwam ik: ik heb een nieuwe machine gekocht. Wat kost hij? Die was vijftigduizend. Ja, zegt hij, maar wij hadden toch een prognose en heb je hem in de lease gedaan? Nou, ik heb hem maar even contant betaald, het geld is er toch. Maar ja, daar hadden we wel eens strubbeling. Dan zei hij: Gert, ik wil graag je financiële man zijn, ik kost een bult geld, maar als je toch lekker alles zelf doet, hij zegt, dan hoef ik eigenlijk niet te komen, want dan - nu in de loop der jaren, voordat ik iets ga aanschaffen: joh, hoe gaan we dat doen. Als je hem in één keer aftikt dat is leuk en aardig, maar ja, je wilt volgend jaar dat en dat doen, dan kun je misschien beter in de lease zetten. Maar ja, in de lease dan is hij niet van mij. Beetje sparren met elkaar, oké, we doen hem in de lease. Kijk, het onderbuik gevoel is heel goed, maar als je groter wordt, we werken nu met dertig medewerkers, dan moet je het ook niet altijd meer met je onderbuikgevoel doen. Dan kun je wel eens hard op je bek gaan.
Cor
Zijn er andere, je hebt fouten die je als DGA maakt, met personeel bijvoorbeeld, we hebben nu de corona, we hopen natuurlijk dat we nu een beetje in de eindfase zitten, maar stel dat er nu een vaccin komt, stel jij dan verplicht dat alle jonge mensen een vaccin moeten nemen?
 
Gert
Ik zou het graag willen, maar ik kan het niet verplicht stellen.
 
Cor
Is dat iets waarvan je zegt: eigenlijk zou dat moeten kunnen?
 
Gert
Dat vind ik lastig, want ik ben bang, gewoon algemeen gezien, dat er straks heel veel weerstand is tegen het vaccin. Dat mensen zeggen: dat is niet zomaar iets.
 
Cor
Zou je hem zelf nemen?
 
Gert
Ik zou hem direct nemen. Ik denk wat ze inspuiten, dat zal wel goed zijn. Er zijn ook heel veel mensen bang voor. Maar om het de medewerkers te verplichten, dat kan niet helaas. Ik zeg wel: kan helaas niet. Ik zou het wel graag willen.
 
 
Cor
Hoe denk jij bijvoorbeeld over sporten? Gevaarlijke sport, stel dat André zegt van: ik ga parachute springen, zou je dat -
 
Gert
Ik kan er niks tegen doen wat iemand in zijn privétijd doet. Wel als ik een nieuw iemand aanneem, die een bepaalde functie heeft en zegt: ik doe bergbeklimmen, parachute springen, bergbeklimmen zonder touw, dan zal dat wel meewegen in mijn besluit van neem ik hem wel of niet aan. Mag misschien wel niet, maar het is wel - kijk, als iemand dat besluit als die bij je werkt, daar kun je niks tegen doen. Je kunt nog wel eens een keer een beetje adviseren, maar je kunt geen wil opleggen, vind ik. Iedereen is gewoon vrij in zijn vrije tijd wat hij doet.
 
Cor
En als je nu in de productie, als je moet kiezen tussen een Pool en een Nederlander, wat kies je dan?
 
Gert
Ik kies voor een Pool. Helaas, zeg ik er altijd gelijk bij. De mentaliteit van de Nederlandse mensen is van: ik wil graag werken, maar het moet in een hele korte tijd en ik moet best wel veel verdienen. Best veel willen verdienen dat kan bij ons eigenlijk wel, onze uren zijn onregelmatig. Onze klanten bestellen vandaag, dat moet vandaag gemaakt worden. En ik weet niet wat ze vandaag bestellen. ’s Morgens om acht uur begint de productie en dan hebben we pas tien procent van de orders binnen, de rest volgt in de loop van de dag, tot ’s middags vijf uur. Dus het kan wel eens wezen dat je in plaats van vijf uur om zes uur vrij bent. Het kan wel eens gebeuren dat je om acht uur vrij bent, daar hebben wij Nederlanders, wij zijn zelf ook Nederlanders, hebben wij wel wat moeite mee. Moeder de vrouw wacht, kinderen wachten, het voetbalclubje wacht, zwemclub wacht, golfclub wacht, dat is heel moeilijk om Nederlandse mensen te krijgen. Dat vind ik wel jammer. Er zijn mensen zat, ik zou het ook liever met Nederlandse mensen doen.
 
Cor
Ja, ik zag wel een artikel voorbij komen van Impact, de sociale werkvoorziening is dat volgens mij, in Dronten.
 
Gert
We hebben vanaf 2012 Poolse mensen, wij hebben ondertussen een aantal mensen via Impact binnen gekregen, zijn mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, ik wil niet zozeer zeggen dat het WAJONG’ers zijn die ja, iets minder presteren, het zijn meest, ik heb nu twee mensen binnen gekregen, twee Nederlandse mensen, één vrouw komt uit een huwelijk waar ze eigenlijk niet zo veel mocht, moest altijd binnen blijven van haar man, die is gescheiden, die komt met haar veertigste komt ze op de arbeidsmarkt met een leeg cv. Heeft nog nooit gewerkt, heeft nog nooit met mannen gewerkt, dus die kun je niet zomaar zeggen: kom maar lekker bij mij werken, pak eens een mesje. Die zijn via Impact binnen gekomen, die heeft daar intern eerst geleerd wat werken is, dat is best wel leren werken, werken leren, leren met mannen omgaan, noem maar op en die vrouw heeft nu gewoon een baan bij ons. Die is twee maanden op proef geweest, voldoet goed en een baan bij ons. Daarnaast hebben wij een dame die heeft veel medische klachten gehad de afgelopen jaren, maar een werkgever neemt niemand aan met een medisch verleden van vijftien jaar, niemand. Vrouw is helemaal gezond, moest de arbeidsmarkt weer op, maar eigenlijk niemand die haar aan wilde nemen. Gat in het cv, vrouw was eerlijk van: ik heb dat en dat gehad, maar die vrouw is ook bij ons binnen gekomen, die vrouw heeft nu ook een volwaardig contract, want ze is gezond. Wat geweest is, is geweest.
 
Cor
Heeft corona, kijk, daar komt de groenproductie, hier naast het pand rijden, hartstikke goed. Heeft corona nog andere invloeden gehad op jouw bedrijf, want ik neem aan dat de omzet na half maart in één keer misschien wel in elkaar donderde? Heeft dat invloed gehad op je Debiteurenbeheer?
 
Gert
Het was een hele rare tijd, niet alleen voor ons, in de groente, niet voor de bakker, het was voor heel Nederland, het was een shock. Er zijn maar een paar bedrijfstakken die er goed zijn uitgesprongen onder andere retail, maar het was een shock. Er gebeurde iets wat wij alleen maar in heel slechte films zagen. En hier hadden wij vroeger op school, of op die avondcursussen in mijn geval, dit stond nooit beschreven van: dit kan ook wel eens gebeuren.
 
Cor
Wat doe jij dan als dat gebeurt? Hoe acteer jij dan?
Gert
Ja, dat was, ik stond er vrij helder in enerzijds. De horeca ging dicht op zondagavond na half zes. Ik was net toevallig in die week verhuisd, ik keek in mijn tuin ik denk: jee, wat is dit? De helft van mijn klanten is weg, je bent niet de enigste, zondagavond, ik denk: wat nu? Wat gaat er gebeuren? Ik heb een bestelling morgen staan, die gaan we niet uitleveren, ik heb dertig man. Heb ik even rustig nagedacht vijf minuten, ik heb naar buiten gekeken, ik heb mijn whatsapp gepakt, de groepsapp van de order pickers en de chauffeurs, Nederlandse jongens en die heb ik eerst gerustgesteld: jongens, dit is er aan de hand. Als je de komende weken nul uren werkt, je werkt tien of twintig uur, jullie loon is gegarandeerd, wordt niet van je vakantie-uren afgehaald, samen komen we er wel, rust in de toko. Ik denk: die heb ik rustig. Maandagmorgen gelijk de Poolse medewerkers om de tafel gehaald: jongens, dit is er aan de hand, jullie hebben het vast wel meegekregen, er is voor mij wel werk, maar je krijgt gewoon veertig uur betaald, rust. Er was één Poolse medewerker die had zondagavond rondgebeld, dat we die week failliet zouden gaan. Onrust, dus gelijk de mensen in ieder geval rustig. Dertig mensen om me heen. En die dachten de eerste week eigenlijk: och, het is corona, ik ben lekker vrij, ik krijg betaald, die corona is zo slecht nog niet, rust. Als je onrust onder je medewerkers hebt, dat werkt altijd door. Dat was punt één: mensen rustig houden en zorgen dat eigenlijk alles door draait. De eerste week zakten we inderdaad weg, terug naar veertig procent omzet, dus de eerste dagen was wel een slag. Ik en André, we zaten op kantoor, twee uurtjes werken en dan stapten we in de auto, gingen we een rondje rijden van verveeldheid, maar we moesten eerst even ons ritme vinden. Veel ellende kwam er op ons af, NOW-regeling gelijk aangevraagd, financiële man belt ons: Gert, debiteurenstand, wie is er een gevaar? Lijstje gemaakt, we hebben toch een aantal klanten van: stel dat, dan zal die misschien wel niet gaan betalen. Moet ik eerlijk zijn: de klanten die ik op mijn lijstje had, hebben allemaal keurig netjes betaald. Op 1 juni ging de horeca open, die klanten die op het lijstje stonden, stonden allemaal op nul, die hadden alles betaald. Ik had er nog een hele grote debiteur bij, daar stond bijna een ton uit, die zat in een hele lastige branche op dat moment, contact mee gehad, want die hadden een betalingstermijn van dertig dagen naar negentig dagen, uit zichzelf, alle facturen die nog zouden volgen moest ik tien procent korting op geven, dus dat was een beetje vervelend. Gesprekken mee gehad, hij heeft alles netjes betaald. Staat nu nog voor tienduizend euro bij ons in de boeken. Maar er komt op dat moment ook veel op je af. En ik vond dat financiële nog niet eens zo erg, meer van: wat gaat er gebeuren. Maar ik had eigenlijk na een paar weken van: het is allemaal heel vervelend, maar iedereen heeft ermee te maken. Iedereen heeft begrip voor elkaar, onze regering, waar mogelijk helpen ze ons, de banken waren toeschietelijk, de leasemaatschappij van de bus konden we opschuiven, dus, ja, en het heeft ook eigenlijk wel een hele mooie, mijn cashflow is nog nooit zo goed geweest sinds corona. Dat klinkt heel raar, maar dat is echt helemaal super voor elkaar.
 
Cor
En zeker als je iemand bent die stuurt op cijfers, dan is dat ook iets wat jou dan gelijk opvalt, ja.
 
Gert
Wij zitten nu eigenlijk op het niveau van vorig jaar. Ietsje erboven, eigenlijk hadden we een prognose gemaakt en waren we in januari, februari, begin maart hard mee bezig om dit jaar toch weer twintig procent te plussen, alleen dat is nu gewoon weg. We zitten nu op het niveau van vorig jaar, daar mogen we heel dankbaar voor zijn. We hebben natuurlijk de horeca die nog niet volop draait, we zien wel dat de horeca wekelijks nog wat stijgt, qua inkoop bij ons, maar daar missen wij een stukje omzet. Van de andere kant: wij leveren ook aan fabrieken die weer aan de retail leveren en daar hebben we een hele voorsprong gemaakt de positieve kant op, dat zakt wel weer een beetje terug, maar die heeft ons wel een beetje door die corona heen geholpen.
 
Cor
De opnamedatum van deze podcast is begin augustus, dus als mensen denken, het zal denk ik in september uitgezonden worden, begin augustus is deze podcast opgenomen. Als je het hebt qua groei, durf je misschien nu weer, omdat het nu weer, dat we een beetje na corona nu zitten, heb je dan qua groei dat je zegt van: eigenlijk de groei die ik had elk jaar met twintig, vijfentwintig procent zou ik graag willen doorzetten?
 
Gert
Die zou ik graag willen doorzetten, voor dit jaar, we hebben toevallig vorige week nog even gekeken, wij lopen nu veertigduizend euro achter, dat is een bult geld, maar dat valt op zich wel mee. Ik denk dat wij dit jaar dezelfde omzet draaien als vorig jaar. En daar mag je in deze tijd gewoon heel tevreden mee wezen. Onze winstmarge staat niet onder druk, dat loopt gewoon door. Ik denk dat wij, als het zo blijft, dat er geen tweede golf komt, dan denk ik dat het er uiteindelijk goed uitziet, ten opzichte van andere bedrijven.
 
Cor
Nou, mooi. Ik zag allemaal, afgelopen tijd op Facebook, allerlei vrachtwagens van leveranciers voorbij komen op jouw Facebook, toen dacht ik: hij wil natuurlijk nieuwe miniaturen hebben, dacht ik, maar eigenlijk, dat heb ik ook aan andere ondernemers gevraagd, dat is een hele moeilijke vraag, maar: kun je mij zeggen dit is voor mij nu, voor de afgelopen tijd, dit is een leverancier die wil ik benoemen, die wil ik eens even in het zonnetje zetten? Dat is voor mij, die mag een pluim hebben. Heb je een leverancier die je een pluim wilt geven?
 
Gert
Ik heb een leverancier die ik een pluim wil geven, dat is de firma VersCombi uit Eindhoven, een heel eind uit de buurt, die levert ons de halffabrikaten, dat is een bedrijf dat met ons meedenkt. Die altijd heel goed levert. Als ik die om vijf uur bel, zes uur vertrekt de vrachtwagen, ik moet nog vijfhonderd nieuwe prei hebben, ik weet niet hoe hij het doet want die hebben geen voorraden, maar hij regelt het voor ons.
 
Cor
VersCombi. Is dat dan zo’n leverancier waarvan je zegt: zo wil ik gewoon behandeld worden, zo wil ik mijn klanten ook behandelen?
 
Gert
Absoluut. Gewoon altijd heel servicegericht, problemen oplossen, meedenken. In het verleden, in financieel andere tijden ook wel eens financieel meegedacht, dat is ook heel prettig, dat vertrouwen gegeven, toentertijd hebben we dat allemaal netjes samen opgelost en ik heb ook wel eens - een jaar moest ik een forse investering doen, dan was ik zo dom, ach, doe mij die machine maar, bij wijze van. En dan bel je op: kan ik even twee weken lucht krijgen? Ja is goed hoor. En niet van: waarom, dit of dat, als jij zegt: binnen twee weken dan los je alles weer, als je die band hebt met elkaar is dat heel prettig. Stukje vertrouwen.
 
Cor
En heb je een favoriete klant? Waarvan je zegt: daar kan ik echt mijn ondernemerschap in kwijt? Elke klant is natuurlijk belangrijk voor je, maar heb je een bepaalde klant waarvan je zegt: die heeft mij uitgedaagd en die heeft weer het beste van mezelf naar boven laten komen?
 
Gert
Dat is toch wel de eerste klant, van de snijderij zeg maar, dat is De Kroes uit Almere, eigenaar Peter de Vos, die heeft mij toen op dat moment, heeft dat mij energie gegeven. Er is meer mogelijk dan de winkel. Niet dat de winkel toen niet mooi was, maar die heeft mij wel op het spoor gezet waar we nu op beland zijn. Er zijn natuurlijk nog veel meer klanten, maar dat was wel de eerste en ook dat die vraag van hem kwam van: ik zoek iemand en dat ik zei: ja, dat doe ik. Dat is eigenlijk wel een hele mooie lijn geweest. We zijn nu acht jaar verder.
 
Cor
Nog even een paar steekvragen. Jij hebt lang in het bestuur gezeten van Flevofood, volgens mij ben je daar nu uit, ben jij een bestuurder?
 
Gert
Absoluut niet.
 
Cor
Is dat iets wat je gewoon niet leuk vindt? Of een noodzakelijk kwaad zo af en toe?
Gert
Je moet wel eens wat dingen doen, ik word ergens voor gevraagd, als ik nee zeg, dan zegt iedereen nee, dus dan zeg ik maar ja en dan - ik vind het nog steeds een heel goede club en ze wilden een bestuur opzetten, een vereniging opzetten, ben je een vereniging, dan heb je een bestuur nodig en iedereen vond het een goed iets, maar niemand wilde in het bestuur zitten. Een aantal ondernemers, waaronder ik hebben gezegd: dat doen we wel, heb ik ook gedaan. Ik heb helpen opzetten, maar op een gegeven moment dacht ik van: het is goed zo. Er zijn ook andere mensen die op mogen staan.
 
Cor
Je bent de honderdste ambassadeur van de Floriade, de Floriade heeft groen licht gekregen van de gemeente Almere om door te mogen. Wat zijn jouw kanten daarvoor? Waar zie jij jouw kant? Is dat puur op dat half jaar dat de Floriade er is, of ook al er naartoe?
 
Gert
De Floriade, door toevallige omstandigheden heb ik al drie edities meegemaakt, Zoetermeer, Hoofddorp en Venlo. Toevallig met mijn ouders daar vroeger geweest, dus ja, dat is iets voor mij één keer in de tien jaar, toen kwam het uiteindelijk hier in Flevoland en ja, dan moeten we ook gewoon meedoen, klaar. Vanaf het vrij prille begin ben ik daarbij betrokken geweest, puur omdat ik het mooi vond. Punt twee, straks komen er heel veel mensen, die moeten ook allemaal een hapje eten, dus we hopen ook dat we daar met ons bedrijf een bijdrage aan kunnen leveren. Om in ieder geval een Flevolands product daar op het broodje, op het bord te kunnen krijgen.
 
Cor
Zou je graag een sleutelrol willen spelen in het Flevolandse voedsellandschap, dat je zegt: eigenlijk is alles wat daar verhandelt moet worden, van de teler tot de eindgebruiker, moet uiteindelijk door jouw handen komen, door jouw fabriek heengaan?
 
Gert
Hoeft niet, zou mooi zijn, maar goed, er zijn natuurlijk meerdere partijen die dat kunnen. Het is natuurlijk wel zo: in Flevoland wordt zo ontzettend veel verbouwd, dat kunnen wij in Nederland niet opeten, in Europa niet, daar hebben we de wereld voor nodig. Alleen een teler vind het vaak wel mooi dat een gedeelte van zijn producten in ieder geval herkenbaar is, waar dat terecht komt. Dan praat je over, tien jaar geleden zat ik bij een teler, een biologische teler, hij zegt: ik heb de mooiste producten, ik ben er zo zuinig op, ik verzorg het allemaal goed, er komt een grote machine en een vrachtwagen dan hoor ik van de chauffeur dat het naar Duitsland gaat en dat is het. Of kon ik maar honderd kilo van mijn oogst aan jou en aan een paar restaurants geven en ik ga uit eten en ik heb mijn eigen wortels op mijn bord, zegt hij, nou fantastisch. Dat is utopie, dan moet je bedenken dat honderd ton wortels hier in Flevoland op je bord terecht komt, dat lukt niet, dat wil niet. Alleen het idee al van: weten waar je product blijft. Dat is voor een teler heel belangrijk. Dus dat is hun kindje. Echt, een half jaar, een jaar heel zuinig op en dan is het ook mooi om te weten waar het terecht komt. En dat is een beetje raar, dat onze wortels van ons naar Duitsland gaan en dat Duitse wortels hier komen. Dat is toch eigenlijk van de zotte en daar zijn we de laatste tien jaar wel in de wereld mee bezig om voedselkilometers te beperken, waar mogelijk. Maar je ontkomt er niet altijd aan.
 
Cor
We kwamen weer in contact met elkaar, Gert, door jouw twintigjarig jubileum in april, dat is helaas door corona, is het feest even niet doorgegaan, dat komt wel weer. Maar je hebt twintig jaar ervaring. Wat is nu voor jou een tip, je zegt het woord DGA dat past niet bij me, maar ja, je bent het, heb jij, als je één tip zou moeten geven aan andere DGA’s, wat zou die tip dan zijn? Daar wil ik eigenlijk mee afsluiten.
 
Gert
In mijn geval: zoek iemand die je naast je hebt. In goede en slechte tijden, die je kan vervangen, als je op vakantie bent, wat leuk is, maar stel dat je ziek wordt. Ik heb een bedrijf met dertig mensen. Stel dat ik André niet had en ik word plotseling, ik rij tegen een boom en ik lig in coma, dan moet mijn bedrijf wel doordraaien. Ook voor een klein bedrijf trouwens. Zorg dat je iemand naast je hebt die je kan vervangen.
 
Cor
Heb je het ook allemaal goed op papier staan?
 
Gert
Ik heb het ook sinds dik twee jaar, vorig jaar het laatste, maar alles heb ik geregeld op papier. Als er mij wat gebeurt, dan zijn er mensen om mij heen die de betalingen willen doen. Als ik straks een ongeluk krijg en ik heb niks geregeld, dan zegt de bank: hop. En dan moet ik mijn mensen betalen, ik noem even een voorbeeld, dat moet wel doorgaan. Regel dat. Kost even tijd, maar doe dat.