Staantribune

85 - Ik en Luc Nilis

Staantribune
19-11-2020

Luc Nilis is de voetballer waarvan ik weet dat hij stopt als hij onderweg een groep jongens ziet voetballen. Twee jassen als doel, poten om de ploegen samen te stellen en daarna lekker voetballen.
Luc Nilis is de speler die kort voor tijd achteloos de bal in de kruising draait met zijn rechtervoet. Daarna draait hij zich, één arm in de lucht die een juichbeweging maakt en de grijns van een 15-jarige.
Hij is de man waarvan Ronaldo zei dat de Belg zijn beste teamgenoot aller tijden was. De man van de hakbal, de horrorblessure, de klasbak, de virtuoos, de kunstenaar op voeten.
Nilis is de liefhebber die je verdenkt dat hij – op een zondagavond – net uit het café, nog even op de Herdgang vrije trappen in de kruising gaat draaien. Omdat voetbal nou eenmaal het allerleukste is dat er is.
Jeroen Heijink sprak met een groep supporters van PSV, Aston Villa en Anderlecht en vroeg hen naar hun favoriete Nilis moment.
Dezelfde vraag stelde hij aan Björn van den Doelen, ooit de man die de mazzel had om in hetzelfde team als Nilis te mogen voetballen. Hadden we dat niet allemaal gewild?